Een tweede bezwaar is de onzekerheid over het tijdstip
van de vaststelling van de begrenzing.
Tenslotte kan als derde bezwaar worden genoemd de
onduidelijkheid in de te volgen procedure om te komen
tot vaststelling van de begrenzing. Het tijdstip en de te
volgen procedure zijn om de volgende reden van des te
meer belang.
Om te bereiken dat in Midden-Delfland de bedrijfs-
groottestructuur -verbetert, is een zo groot mogelijke
grondreserve nodig. Daartoe is aan alle eigenaren en
pachters het recht gegeven tot aan een bepaald tijdstip
algehele vergoeding in geld, in plaats van toedeling van
gronden, te verzoeken. Dit verzoek moet worden inge
willigd en gaat gepaard met een uitkering gelijk aan de
schadeloosstelling in geval van onteigening. Het moet
echter wel bekend zijn of het gronden betreft gelegen in
het Reconstructiegebied. De begrenzing van Midden-
Delfland dient dus tijdig vast te staan.
Illustratief hierbij is, dat een aanvraag ingevolge deze
regeling door de Reconstructiecommissie moest worden
aangehouden, omdat de aanvrager eigendom had aan
de rand van Midden-Delfland. Eerst na het definitief
vaststaan van de begrenzing kon de aanvraag in behan
deling worden genomen.
In het kader van deze regeling dient ook de Lijst van
Rechthebbenden vast te staan. De eigenaren die voor
komen in deze lijst, komen op hun verzoek in aan
merking voor een voorschot op de algehele vergoeding
in geld.
In juli 1979 is de Reconstructiecommissie door de Mi
nister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening ver
zocht een voorstel tot een exacte begrenzing van het ge
bied Midden-Delfland voor te bereiden. Op verzoek van
de Reconstructiecommissie heeft het Kadaster hierbij
het voortouw genomen.
Procedure
De te volgen procedure voor het vaststellen van de be
grenzing blijkt niet duidelijk uit de wet. Ook in de parle
mentaire stukken blijkt geen duidelijke richtlijn voorge
schreven. Voor de vaststelling van de begrenzing zijn uit
eindelijk twee mogelijkheden overwogen:
1Een procedure, welke kan worden vergeleken met de
vaststelling van de blokgrens bij een ruilverkaveling.
Een procedure dus, waarbij de begrenzing steeds
meer wordt verfijnd via, in dit geval, het programma,
het plan van voorzieningen, het KB en uiteindelijk de
Lijst van Rechthebbenden. De vaststelling van de be
grenzing is dus geïntegreerd in de planvorming.
2. Een procedure, waarbij de kaart bij de wet als uit
gangspunt wordt genomen en waarop verder wordt
voortgebouwd via een ontwerp-KB, een bezwarenbe-
handeling, een KB en de Lijst van Rechthebbenden.
Vergelijken we beide mogelijkheden, dan vallen voor- en
nadelen duidelijk op. Vooral het feit dat bij de eerste
mogelijkheid de lange tijd van onzekerheid blijft bestaan
voor de eigenaren, en dat de tervisielegging van de Lijst
van Rechthebbenden pas kan plaatsvinden na vaststel
ling van het (laatste deel-)plan van voorzieningen, heb
ben de Reconstructiecommissie doen besluiten een pro
cedure te beginnen voor de vaststelling van de begren
zing overeenkomstig de tweede mogelijkheid.
De vaststelling van de begrenzing en de planvorming
kunnen zodoende los van elkaar geschieden, de tijd van
onzekerheid is zo kort mogelijk en de procedure van de
tervisielegging van de Lijst van Rechthebbenden komt
los te staan van de verdere planvorming.
Uitvoering
Bij de vaststelling van de begrenzing van Midden-Delf
land is rekening gehouden met de kaartbijlage van de
wet, de memorie van toelichting en de memorie van ant
woord. Daarnaast zijn ook de argumenten van toepas
sing, die in de Kamerbehandeling [8] naar voren zijn ge
komen om de Kerkpolder (in het noorden) en de Licke-
baert (in het zuiden) aan Midden-Delfland toe te voegen.
Deze twee gebieden waren in de ontwerp-wet nog geen
onderdelen van Midden-Delfland, maar zijn daar als ge
volg van de Kamerbehandeling alsnog bijgekomen.
Bij de uitwerking is er verder van uitgegaan dat grote
verschillen met het kaartbeeld van de wet niet mogelijk
zijn. Dit zou een wetswijziging noodzakelijk maken, het
geen weer een aanzienlijke vertraging tot gevolg zou
hebben.
Omdat de grens in een kort tijdsbestek vastgesteld dien
de te worden, moesten de consequenties van al of niet
opnemen in het Reconstructiegebied nu worden over
zien.
Het ging hier met name om bestaande en toekomstige
woningbouw, gerealiseerde en nog te realiseren stede
lijke recreatievoorzieningen en de realisering van andere
bestemmingen, zoals bijv. industrie. In dit verband werd
het besluit genomen de bestaande en toekomstige be
bouwing buiten, en alle bestaande en te verwachten
recreatiegebieden binnen het Reconstructiegebied te la
ten. Hiervoor werd uitgegaan van de vigerende streek-
en bestemmingsplannen. De opzet was in ieder geval de
grenzen van Midden-Delfland zo dicht mogelijk langs de
steden te leggen. De motivering daarvoor was de vol
gende:
bij een zo ruim mogelijk begrensd Midden-Delfland is
de bufferwerking het grootst,
bij een zo ruim mogelijk Reconstructiegebied worden
de recreatieve ontwikkelingen langs de randen in een
regionaal kader geplaatst,
door een zo ruim mogelijk begrenzen van Midden-
Delfland worden er meer gebieden toegevoegd,
waardoor regelingen kunnen worden getroffen voor
de daar blijvende landbouw.
Als aard van begrenzing is, waar mogelijk, een in het
terrein duidelijk zichtbare topografische grens aange
houden. Slechts waar een kadastrale grens een logi
scher begrenzing vormt, is deze aangehouden. Deze be
grenzing is aangegeven op fotogrammetrische kaarten
1 5 000. Daarna is de begrenzing overgebracht op een
overzichtskaart 1 15 000, welke op 27 augustus 1980
door de Reconstructiecommissie voorlopig is vastge
steld. Voorlopig, omdat men van mening was, dat de be
langhebbenden de gelegenheid moesten krijgen hun op
merkingen c.q. bezwaren tegen deze begrenzing naar
voren te brengen. In de wet werd deze inspraakmogelijk
heid overigens niet voorgeschreven.
Genoemde kaart werd een week ter visie gelegd in het
Bureau van Uitvoering, en via advertenties in plaatselijke
dag- en weekbladen werden belanghebbenden uitgeno
digd het voorstel in te zien en hun eventuele bezwaren
kenbaar te maken.
Van enkele omliggende gemeenten werden bezwaren
ontvangen, van particuliere zijde geen enkele. De be
zwaren waren nagenoeg allemaal gericht op het feit, dat
men zich in zijn uitbreidingsmogelijkheden beperkt voel
de. Toekomstige woningbouw e.d. in de richting van
Midden-Delfland zou moeilijk te realiseren zijn nu de
begrenzing zo dicht tegen de steden kwam aan te liggen.
84
NGT GEODESIA 83