z
w
u
s
u
II. 2e symboolgroep: AJS
1. parameter 1 A Bepaling van de X-coördi-
2. parameter 2 J naat van het punt binnen
3. parameter 3 S door I aangegeven vier
kant.
III. 3e symboolgroep: OKX
1. parameter 1 0 Bepaling van de Y-coördi-
2. parameter 2 K naat van het punt binnen
3. parameter 3 X door I aangegeven vier
kant.
Toelichting bij I
De eerste parameter geeft de ligging langs de abscissen-
as (zie fig. 1). Voor parameter G vinden we een X-
waarde tussen 24 000 en 25 500. De kleinste X-waarde
van de gevonden verticale G-rij noemen we XI
24 000.
De tweede parameter geeft de ligging langs de ordina-
tenas. In de verticale G-rij zoeken we nu hoofdvierkant
V en bepalen de kleinste Y-waarde. Y1 43 500.
De derde parameter betreft de onderverdeling van elk
hoofdvierkant in 25 vierkanten van 300 bij 300 m (zie
fig. 2). De kleinste X-waarde van het vierkant noemen
we X2. Voor vierkant 9 is dat X2 1 200. De Y-waarde
bevindt zich tussen 300 en 600. De kleinste waarde is
Y2 300.
0 12 3 4 5 6?
9ABCDEFGHJKLMNP
RSTUVWXYZ
51000
49500
48000
46500
45000
43500
42000
40500
39000
37500
36000
43500
33000
31500
30000
28500
27000
Y
X
V
i'
k
Q
p
N
M
L
K
J
ii
25500
24000
22500
21000.
G
F
E
D
19500
18OOO
C
B
16500
15000
13500
12000
10500
9000
7500
6000
45OC
3000
1500
0
A
9
8
7
6
5
3
2
1
0
0 12 3 4 5 6 7
9 A
Y-H
O
O
O
Yjl
O
O
O
YJI
O
O
"X 1
D E
r\)
FGHJKLM NP
RSTUVWXYZ
r\j ro ro ro poy>iy>jy>jy>4V>4y>iy>i .p--p-.p--p--p--p--p-vji
r\) -P-YJI-nJ 000 ->YjJ -p-ON-OvD O f\J Y>l Yjl CT\ 00 vO ->
YJlOYJlOY/lOYJlOYJlOYJlOYJlOYJlOY/lOYjlO
OOOOOOOOOOOOOOOOOOOO
OOOOOOOOOOOOOOOOOOOO
Fig. 1. Hoofdvierkanten (1500 x 1500 m) in een hoofdveld. Hierin worden de eerste twee parameters van de eerste symboolgroep bepaald.
NGT GEODESIA 83 87