T A b. Wat is de gecorrigeerde hoogte van B? c. Veronderstel dat de hoogte van B gelijk was aan die van A, hoe groot zou dan de fout in het hoogteverschil zijn? Toon dit aan.) 4. Langs drie verschillende wegen wordt het hoogteverschil be paald tussen de punten A en B. De uitkomsten zijn: B boven A: 8,761 m, 8,769 m, 8,740 m. Afst.: 1 km, 3 km, 5 km. De hoogte van A is: +2,050 m. Gevraagd: De vereffende hoogte van B. 5. Doorgaande waterpassing. Er worden steeds twee baken gebruikt. Men leest eerst de ach terbaak af, daarna de voorbaak, tenzij anders is vermeld, a afstand instrument tot achterbaak; v afstand instrument tot voorbaak. In onderstaand staatje: invullen als men het met de bewering eens is, - als men het er niet mee eens is. Een onduidelijk ant woord wordt fout gerekend. De invloed van: wordt geëlimineerd, ver minderd of voorkomen (voor zover regelmatig), als: of 1. Aardkromming som a som b 2. Aardkromming men korte slagen maakt 3. Ondulatie men een parasol gebruikt 4. Ondulatie uit het midden waterpast 5. Zakken instrument tus sen twee aflezingen men heen en terug water past 6. Zakken baak tijdens transport instrument men heen en terug water past 7. Zakken baak tijdens transport instrument men dezelfde baak steeds eerst afleest 8. Een niveau is gevoeliger naarmate de hoekwaarde kleiner is. 9. Een niveau is gevoeliger naarmate de straal van de cirkel, gevormd door de binnenglaswand, kleiner is. 10. Men leest steeds eerst de middendraad af, daarna de afstandsdraden. 11. Als de doosniveaus van beide baken evenveel zijn ontregeld, is er geen invloed op de uitkomsten. 6. Een doorgaande waterpassing is uitgevoerd van A over B en D naar E. In een zijslag is bovendien het hoogteverschil gemeten tussen de punten B en C. De uitkomsten zijn: heen (m) terug (m) afstand (km) B boven A 1,376 1,368 2 C boven B 0,738 0,728 5 D boven B -1,346 -1,338 3 E boven D -0,153 -0,141 6 Gegeven zijn nog de hoogten: HA 12,760 m He +12,621 m ABDE Gevraagd: Bereken in onderstaand staatje: a. De hoogten van de punten B, C en D. b. De standaardafwijking van 1 enkele km waterpassing M- c. De standaardafwijking van het gemiddelde van heen en terug waterpassing over 1 km m \Z~jii2 Peil- merk Lengte sectie in km gemeten hoogteverschil Hoogte boven NAP in m V V2 L 10 V L in mm heen terug gem. corr. 92 7. a. Als de waterpassing van opgave 6 een primaire waterpassing is, zijn de verschillen tussen heen en terug dan toelaatbaar? b. Zo niet, welke van de vier secties hadden moeten worden overgemeten? 8. a. Als van de objectieflens in een kijker van een waterpasinstru ment de brandpuntsafstand 35 cm zou bedragen, wat is dan de afstand tussen bovenste en onderste kruisdraad op het diafragma? A 100 x. b. Teken de eerste 110 mm van een E-baak met rechtopstaande becijfering. c. Ha 18,0934 m NAP Hb 19,278+ m NAP Aflezing bij A 2654. Wat wordt de aflezing bij B? LANDMEETKUNDIGE BEREKENINGEN Tijd: 100 min. 1. Bereken en controleer met behulp van onderstaande gegevens de gecorrigeerde lengten en de vereffende argumenten in het veelhoeksformulier. Als u nomogrammen gebruikt bij controle berekeningen, dient u de afgelezen waarden van het nomogram te vermelden. Gegevens: ijktemperatuur 293 K (20° C) meettemperatuur: 290 K (17° C) punt X Y lengte hoek A 149755,61 436510,18 1 -2 181,494 1 B 85,5212 B 148586,15 433043,81 2-3 190,689 2 208,9274 E 149304,23 432896,09 3-4 184,605 3 199,3577 F 146659,41 432285,00 4-5 177,602 4 201,1255 UJ II LO 369,8967 2. Bereken grafisch-numeriek met controle de oppervlakte van per ceel 1982. (Figuur is verkleind) NGT GEODESIA 83

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1983 | | pagina 22