is een kadaster essentieel. Ook hiervoor kunnen lucht
foto's nu met een grote schaal worden benut om
er kaarten en digitaal vastgelegde bestanden uit te gene
reren. Ze kunnen zelfs als basis voor een kadaster dienen
in de vorm van op schaal gebrachte onthoekte vergro
tingen van vlakke gebieden, of in de vorm van ortho-
foto's. Het is uitermate nuttig voor de stabiliteit èn de
ontwikkeling van de maatschappij om de rechten en
plichten van grondeigenaren vast te leggen. In het
noordoosten van Thailand gingen de autoriteiten in de
zeventiger jaren op aanwijzing van de koning zelfs zover,
dat de ongeletterde boeren luchtfoto's als eigendoms
certificaat kregen, waarop, in overleg met hen, hun per
celen waren aangegeven. De met het koninklijk stempei
gewaarmerkte vergrotingen konden de arme boeren
naast hun trouwakte aan de muur van hun onderkomen
hangen: Dit is mijn land en dat is mijn vrouw!"
Luchtfoto's op het gebied van surveying zijn onmisbaar
voor het voldoen aan de informatiebehoefte van de
moderne maatschappij, of het nu metrische gegevens
zijn, gegevens over natuurlijke hulpbronnen of gegevens
voor het plannen en uitvoeren van projecten. En welke
maatschappij wil niet modern zijn?
Helaas laat dit axioma zich niet omdraaien. Een land dat
luchtfoto's laat opnemen, schaart zich louter daardoor
niet in de groep „moderne landen".
Vele landen worden geregeerd op basis van gebrekkige
of foutieve informatie, die soms is gebaseerd op die
zelfde hooggeprezen luchtfoto. Zo heeft onlangs de bos-
bouwkaarteringsdienst van Kenya het aan de stok gekre
gen met president Arap Moi, omdat de dienst, die op zijn
verzoek het totale bosareaal berekende, op 3% uitkwam
(gebaseerd op enigszins overjarige luchtfoto's en kaar
ten), terwijl KREMU, de Kenya Rangeland Ecological
Monitoring Unit het op 2% begrootte, op basis van
recente satellietbeelden van het gehele land.
Het sleutelwoord in een eerder genoemde bewering is in
formatiebehoefte. Natuurlijk bestaat die behoefte wel,
maar het is een secundaire. Primair staat de noodzaak
om beslissingen te nemen (bijv. inzake de brandhout
situatie in een land), en als de tijd dringt, worden die ge
nomen op basis van de beschikbare informatie, hoe ge
brekkig die ook is.
Overigens wordt beschikbare informatie lang niet altijd
gebruikt, en dit gebeurt niet alleen maar onbewust; meer
informatie kan nl. ook lastig zijn voor diegenen die de
beslissingen moeten nemen.
Een ander punt is: Zal een land plotseling beter of zelfs
anders worden geregeerd als het door een geconcen
treerde inspanning m.b.v. buitenlandse „aerial survey
companies" binnen een tijdsbestek van enkele jaren zou
beschikken over een vrij complete set topografische en
thematische kaarten op de gebruikelijke schalen? Nee,
want daar is tijd voor nodig. Daarom zijn kaarten, en dus
ook luchtfoto's, niet nuttig als zodanig, maar pas in de
context van het hele maatschappelijke gebeuren in het
betrokken land. Daarom werd gekozen voor de maat
schappelijke betekenis" en niet voor het ,,nut". Ik kom
hier in hoofdstuk 5 nog op terug.
Juist in verband met deze constatering is het heel be
langrijk, dat het werk thuis, in eigen land door de eigen
mensen wordt uitgevoerd. Het verhoogt de kans, dat de
produkten van zo'n dienst of departement in het netwerk
van relaties een rol vervullen en niet voor altijd de kast
ingaan. En er zit, voor een deel maatschappelijk hoog
gekwalificeerd, werk in, vooral in de Derde Wereld
landen; werk in de metrische sector (in de fotogramme-
trische, topografische en kartografische hoek), werk in
de thematische sector (de foto-interpretatie voor discipli
naire aardkundige toepassingen), en werk i.v.m. plan
ning en uitvoering van bijv. civiele werken.
Een regel die is gebaseerd op de situatie in de westerse,
geïndustrialiseerde landen, stelt dat één op de tien
duizend inwoners is aangesteld in elk van de ongeveer
tien surveydiensten die een rijk land bezit. Als deze regel
t.z.t. ook voor de Derde Wereld-landen zal moeten op
gaan, dan zullen er straks in de Volksrepubliek China één
miljoen mensen in deze sector werken. Daarvan zouden,
voorzichtig geschat, tussen één en tien procent (dus
10 000 a 100 000) wat van doen kunnen hebben met
luchtfoto's.
De meeste ontwikkelingslanden kunnen zo'n relatief
groot aantal kaarteringsmensen niet voeden uit de
staatsruif, vooral niet als surveying slechts met dure in
strumenten en met hoog gespecialiseerde krachten kan
geschieden. Gelukkig werken niet alle employées van
een kaarteringsdienst aan een eerste orde plotter van,
pakweg, 150 000 dollar. Velen doen ander werk, terwijl
aan één instrument 2 a 3 operateurs direct een job vin
den, tenminste als er in „shifts" wordt gewerkt, zoals
bijv. in Zuid-Korea gebeurt.
Voor de foto-interpreteur ligt de investering in instru
menten veel lager. Thematische interpretatie vooral in
de vele disciplines van de aardwetenschap is meer
een investering in de opleiding van mensen dan in ma
chines. Helaas worden deze specialisten na de foto
interpretatie geconfronteerd met het tijdrovende over
dragen van de op een „overlay" geschetste kaart naar
een „base-map", een werkje waarvoor zij eigenlijk te
„duur" zijn. Dat is jammer, want de fotogrammetrie
heeft allang het gereedschap en de werkmethoden in
huis om deze kopzorgen weg te nemen voor hun gebrui
kers.
Nu, twee generaties na de eerste orthofoto-printers,
wordt er op het ITC en elders gewerkt met stereo-ortho-
foto's, met een soort ,,base-map"-achtige „gevertica-
liseerde" foto's (dus met correcte planimetrie), plus
daarbij een of twee stereomates, waarin de hoogte is ge
codeerd (de globale hoogte-informatie) wel te verstaan.
Zo zijn de bokken en de schapen gescheiden plani
metrie en hoogtegegevens elk in één beeld en vormen
samen een stereopaar. Het werk geschiedt nu echt pro
fessioneel op een moderne orthofotoprinter van ook
weer zo'n 150 000 dollar. De resultaten van het werken
met orthofoto's van een gebied in de Pyreneeën t.b.v.
„engineering geology", onder leiding van dr. Rengers,
blijken uitstekend te zijn. Van 1 20 000 luchtfoto's
werden hiertoe door onze fotogrammeters 1 20 000,
1 10 000, 1 5 000 en 1 3 000 orthofoto's en stereo
mates gemaakt op de OR-1. De interpretatie wordt met
een hoge planimetrische nauwkeurigheid gedaan op een
overlay op de orthofoto, vervolgens gedigitaliseerd en
op de hiervoor geschikte schaal 1 5 000 door de inter-
preteur-geoloog op de tekentafel geplot.
De meerwaarde die de fotogrammeter hier aan het basis
materiaal de luchtfoto toevoegt, maakt het opgele
verde produkt meer gebruiksvriendelijk in de context van
deze voordracht. Zou dit dan een weg zijn om een rui
mere gebruikerskring te bereiken of te creëren, en kan
de prijs, de meerwaarde, worden betaald? Het nut mag
dan niet zijn toegenomen, het werk wordt er wel gemak
kelijker door.
76
NGT GEODESIA 83