Fig. 4. De LAser GEOdynamic Satellite op een hoogte van onge
veer 6000 km vanaf de aarde met een laserbundel aangestraald. De
bolvormige LAG EOS werd in 1976 gelanceerd en heeft een diame
ter van slechts 60 cm, maar een massa van niet minder dan 411 kg.
De nagenoeg uniforme verdeling van de 426 hoekspiegels over het
satellietoppervlak garandeert een berekening van de massacen
trum-correctie tot op enkele mm nauwkeurig (foto: Marshall Space
Flight Center).
aangemeten, bleken enkele aanpassingen van het sys
teem nodig om deze satelliet ook bij daglicht waar te
nemen, hetgeen eerst in januari 1982 lukte. Doordat
SAO zowel baanelementen voor de waar te nemen satel
lieten, als het rekenprogramma AIMLASER om daaruit
voorspellingen te berekenen, ter beschikking stelde,
werd het waarnemen aanzienlijk vergemakkelijkt [Am-
brosius et al, 1976].
Nadat aldus de prestaties van het nieuwe meetsysteem
in het najaar van 1976 waren gebleken, vatte de mening
post, dat het deel zou moeten uitmaken van een netwerk
van SLR-systemen die op soortgelijke wijze in verschil
lende Westeuropese landen werden ontwikkeld of al in
gebruik waren. Zo'n netwerk zou dan gezamenlijk en ge
coördineerd kunnen deelnemen in wereldwijde program
ma's en satellietwaarnemingscampagnes ter ondersteu
ning van geodetisch of geodynamisch onderzoek.
Met het doel de organisatie van zo'n netwerk gestalte te
geven, werd te Kootwijk het initiatief genomen om al
daar in januari 1977 een vergadering te beleggen van ver
tegenwoordigers van de bestaande of in oprichting zijn
de Westeuropese SLR-stations. Bij die gelegenheid
werd inderdaad besloten een samenwerking van die aard
te beginnen en, in het bijzonder om een eerste gezamen
lijke waarnemingscampagne te organiseren, met de rela
tieve plaatsbepaling van de werkende stations door SLR
als doel. De geschiedenis van en de stand van zaken met
betrekking tot de zo begonnen „European Range Obser
vations to Satellites" (EROS) samenwerking werden
voor het laatst beschouwd door [Aardoom, 1981]. De
doeleinden die in 1977 werden gesteld, werden mis
schien niet geheel bereikt, zeker niet op de wijze als
voorzien, maar het initiatief was aanleiding tot diverse
ontwikkelingen die daarna in de lijn daarvan plaatshad
den.
Toen, onder auspiciën van de European Association of
Remote Sensing Laboratories (EARSeL), Europese on
derzoekers, verenigd in de „SEASAT Users Research
Group of Europe" (SURGE), zich opmaakten om deel te
nemen in het Amerikaanse SEASAT-1 programma, nam
EROS dan ook de taak op zich om de Europese bijdrage
tot het volgen van de satelliet met SLR te organiseren.
Het Observatorium te Kootwijk zou, als voorheen, voor
de campagne als voorspellings- en verbindingscentrum
optreden; bovendien zou Kootwijk taken vervullen om
de uitwisseling van SLR-metingen tussen Amerikaanse
en Europese onderzoekers te bevorderen.
Wereldwijd verzamelde SLR-metingen werden be
schouwd als een kritisch onderdeel van de radar-hoogte-
meetmissie van de satelliet, zowel om de baan van de
satelliet te bepalen als voor de ijking van de hoogte
meter. Ongelukkigerwijze beperkten slechte weersom
standigheden en noodzakelijke baancorrecties tijdens de
onverwacht korte werkzame periode van de satelliet (26
juni -10 oktober 1978) de Europese opbrengst aan SLR-
metingen in ernstige mate I Wilson en Aardoom, 1982 al.
Tot de instituten die al in een vroeg stadium inzagen
welke nuttige rol EROS zou kunnen spelen bij het formu
leren van een geïntegreerd Europees onderzoeksvoorstel
aan de Amerikaanse National Aeronautics and Space
Administration (NASA), zulks in antwoord op een „An
nouncement of Opportunity" (AO) tot het gebruik van
metingen op de Laser Geodynamic Satellite (LAGEOS)
INASA, 1978], behoorde ook het Observatorium te
Kootwijk. Zo'n gebundeld antwoord werd geacht in het
belang te zijn, zowel van NASA als van de betrokken
Europese onderzoekers. Twee afdelingen van de THD,
die der Geodesie en die der Luchtvaart- en Ruimtevaart
techniek, droegen gezamenlijk tot het gecombineerde
voorstel bij, dat door tussenkomst van de European
Space Agency (ESA) met succes werd ingediend door
een consortium van „European LAGEOS and STAR-
LETTE Investigators" (ELSI). De praktische regelingen
die een gevolg waren van deze indiening, voorzagen in
een gemakkelijker uitwisseling van SLR-metingen tus
sen NASA enerzijds, en erkende Westeuropese onder
zoekers anderzijds.
Toen NASA het LAGEOS-project, uitgevoerd onder de
AO van 1978 deed opgaan in het breder opgezette
„Crustal Dynamics Project", en in 1980 een nieuwe AO
uitzond, nu tot deelname in onderzoek betreffende aard
korstbewegingen en aardbevingen (NASA, 19801, werd
in Europa de weg van het gezamenlijke antwoord op
nieuw ingeslagen. Door een bijdrage tot het gemeen
schappelijke voorstel te geven, nam de THD, door de
Afdelingen der Geodesie en der Luchtvaart- en Ruimte
vaarttechniek deel in de „Working Group of European
Geo-scientists for the Establishment of Networks for
Earthquake Research" (WEGENER), een nieuw Euro
pees onderzoekersconsortium dat in zekere zin ELSI op
volgde. Een belangrijk facet van de TH D-component van
het WEGENER-voorstel is het inzetten van een nieuw
ontworpen transportabel SLR-systeem (zie onder 5).
EROS aanvaardde de Westeuropese SLR-bijdrage tot de
zogenaamde „Korte Campagne 1980" van project ME
RIT („to Monitor Earth-Rotation and to Intercompare
the Techniques of observation and analysis") als een
campagne van intensieve meetactiviteit. Het Observato
rium te Kootwijk nam daarbij de taak van Westeuropees
verbindingscentrum weer op. Project MERIT wordt
erkend, zowel door de „International Astronomical
Union" (IAU) als door de „International Union of Geo
desy and Geophysics" (IUGG) IWilkins, 19801.
Het Observatorium te Kootwijk zou ook deelnemen aan
onderzoek in het kader van ESA's „LAser Synchronisa
tion from Stationary Orbit" (LASSO) experiment tot ex
treem nauwkeurige tijdsoverdracht over grote afstan
den, een experiment dat zou hebben „gevlogen" op de
satelliet SIRIO-2 ISerene en Albertinoli, 1980], Helaas
mislukte de Ariane L5 lancering die op 10 september
1982 de satellieten MARECS B en SIRIO-2 in hun baan
152
NGT GEODESIA 83