waaruit AX, AY, AZ, dRm volgen, en vervolgens: a. de coördinaten van de waarnemer X X AX O Y Y AY o Z Z AZ (11) O b. de correctie van de waarnemersklok, vermits AR AR° dR m m m waarin het tweede lid bekend is, en AR cAt - c (At -At (12) m a w s Later zal worden aangetoond dat c Ata kan worden be rekend. Vermits Ats wordt bepaald door het controlestation wordt de enige onbekende in de vergelijking Atw. Men verkrijgt op deze manier de juiste tijd in het waar nemingsstation. 6. De tijdschalen 6.1. Algemeen Bij de meest stabiele oscillatoren wordt de frequentie gecontroleerd door het fenomeen van de atoomtransitie, waarbij de elektronen van een atoom zich bewegen tus sen specifieke energieniveaus en hierbij energie op nemen of afstaan volgens een frequentie, die evenredig is met het energieverschil tussen de niveaus. Vermits de energieniveaus constante waarden hebben, zal hieruit voortvloeien dat de frequentie ook zeer constant is. Laten we nog opmerken dat de atoomfrequentiestan- daard een kwartsoscillator controleert en dat het de tril lingen zijn van het kwartskristal die als periodieke ver schijnselen zullen worden opgeteld in atoomklokken. 6.2. De GPS-tijdschaal Uit wat voorafgaat is duidelijk gebleken dat de tijdscha len een primordiale rol spelen in het GPS-systeem. Door het controlestation wordt een basistijdschaal bijgehou den door middel van cesiumklokken, waarvan de rela tieve nauwkeurigheid in de orde ligt van 10 12. Om het uur worden de klokken in de satellieten gecontroleerd en wordt voor elk van hen een correctie bepaald ten op zichte van de basisklok. Deze correcties worden via het oplaadstation naar de satellieten doorgestuurd. Deze correcties worden verder, samen met de navigatieinfor- matie, uitgezonden naar de waarnemingsstations ten einde te worden ingevoerd in de berekeningen. De GPS-tijdschaal verschilt van de UTC-schaal; deze laatste wordt jaarlijks gecorrigeerd met betrekking tot de TAI-tijdschaal. De correcties worden gedaan in de vorm van ronde seconden en gebeuren jaarlijks op 1 januari. De verschillen tussen de GPS- en UTC-tijdschalen zijn steeds kleiner dan 100/xs en worden regelmatig gepubli ceerd ten behoeve van de gebruikers. De satellietklok houdt de tijdschaal bij in de vorm van een „teller", die wekelijks op nul wordt gebracht en het aantal seconden telt sedert het begin van de periode. Het is deze tijdschaal, waarop de gebruiker elke „bit" van het ontvangen signaal vastlegt. De klokparameters worden zodanig bepaald, dat de klokfout het best overeenstemt met de te verwachten theoretische fout over de periode van 1 uur. Hierbij wordt een veeltermmodel gebruikt. 7. Foutenanalyse De afstandmeting wordt sterk beïnvloed door de stabili teit van de satellietklok en de waarnemersklok, alsook door de nauwkeurigheid van de satellietefemeriden en de modellen die worden gebruikt voor de atmosferische refractie. 7.1. Klok fouten Onderstellen we een atoomklok waarvan de frequentie niet absoluut stabiel is en waarvan de frequentie op het tijdstip t wordt voorgesteld door fe (t). Onderstellen we eveneens een ideale klok, waarvan de constante fre quentie door f, wordt voorgesteld. ,,t0" is het begintijd- stip van de vergelijkingsperiode. Als model voor de frequentie wordt aangenomen: f (t) f. Af f'(t-t f"(t) (13) ei waarin f, de frequentie van de ideale klok Af fout op de bepaling van f f' frequentiedrift per tijdseenheid f'(t): het toevallig deel van de fout. Deze frequentiefout moet worden omgezet in eeri fout op de tijdsbepaling. Daarvoor wordt als model gebruikt: Af f (t-t 2 At (t) (t-t.) (t-t 5 6 1 f. 2 f. 1 t A® T f"(t)dt (14) f. t 1 O waarin: At(t): de fout op de tijdsbepaling op tijdstip t te: de foutieve tijd t| de ideale tijd A^g het faseverschil tussen de twee kloken op tijd stip t0 A<P0Tfout veroorzaakt door de synchronisatiefout van de twee klokken T periode van de ideale tijdschaal. De ideale tijdschaal is in ons geval de GPS-schaal, die niet rechtstreeks beschikbaar is voor de waarnemer. Bij gevolg heeft At (t) betrekking op de satellietklok, waar voor de correctie op de tijdsbepaling kan worden be paald. Satellietklokken worden gecontroleerd door een rubi dium frequentiestandaard en zijn zeer stabiel. De af wijking ten opzichte van de GPS-tijd zal nooit meer dan 1 ms bedragen. 7.2. Efemeridenfouten Vermits de efemeriden worden afgeleid uit de waar nemingen van de satellietbeweging, zal de nauwkeurig heid ervan afhangen van het aantal en de relatieve posi tie van de monitorstations. De berekeningen worden uit gevoerd door het controlestation, waarbij progressief rekening wordt gehouden met de verschillende storende factoren, zoals de invloed van het gravitatieveld, de zonnedruk, klokfouten en vertraging van het elektro magnetische signaal bij doorgang in de atmosfeer. De efemeridenparameters worden opgeslagen in het geheu gen van de satelliet, die ze ononderbroken doorseint door modulatie op de draaggolven L, en L2. 7.3. Atmosferische vertraging De fout, veroorzaakt door deze vertraging, wordt op gesplitst in de ionosferische en de troposferische com ponenten. 7.3.1. De ionosferische componenten De ionosfeer, het elektrisch geladen deel van de at- 160 NGT GEODESIA 83

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1983 | | pagina 18