(n-
AR (n-l)ds
W
mosfeer, strekt zich uit boven de 40 km en wordt geken
merkt door een veranderlijke brekingsindex, waardoor
de voortplantingssnelheid van de radiogolven ook veran
derlijk is.
Voor de ionosferische refractie bestaan vrij goede
modellen: de vertraging is bij benadering omgekeerd
evenredig met het kwadraat van de frequentie. Zij kan
worden berekend door gebruik te maken van de twee
draaggolven L, en L2. Het aangenomen model maakt
gebruik van corrigerende parameters, die worden be
paald door het hoofdcontrolestation en nadien worden
opgeslagen in het geheugen van de satelliet.
De vertraging van de golf heeft tot gevolg, dat de geme
ten afstand Rm moet worden gecorrigeerd. Het eerste
orde effect kan als volgt worden uitgedrukt:
Ar. Fr
i m.
R Fl -
(15)
waarin Rm, en Rm2 de gemeten afstanden zijn, verkre
gen via respectievelijk de draaggolven L, en L2.
7.3.2. De troposferische componenten
De troposfeer strekt zich uit van 0 tot 40 km en is samen
gesteld uit een gasmengsel, waarop de vorige beschou
wingen niet van toepassing zijn. De troposfeer wordt in
derdaad gekenmerkt door de verschillende samenstel
lende delen en zijn heterogene karakter.
Een zeer bekend model is dat van Hopfield (1969). Het
vereist de kennis van de meteorologische parameters in
het waarnemingsstation: druk, temperatuur en vochtig
heidsgraad.
Het voor GPS gebruikte model is een versie van het
Hopfield-model en is toegeschreven aan Anderle (1974).
Het eerste orde effect kan als volgt worden uitgedrukt
(zie fig. 5).
Fig. 5. Waarnemer W, satelliet A onder zenithoek x.
NGT GEODESIA 83
waarin:
w
d
n
r
k
x
d
1r
2 2 -
(r -k
dr (16)
de afstand OW Iwl
de afstand OA Id I
de brekingsindex in het waarnemingspunt
de afstand begrepen tussen w en d (w r d)
w sin x
de zenithale afstand van de satelliet met cos x
De brekingsindex wordt als volgt bepaald:
(n-l
waarin
m N
M. M„
2 2
w -ri
en m„
2 2
r "r2
2 2
w -r2
(17)
N,
N2
n
r2
T
P
E
met E
H
(0,776.10 4) P/T (droge component)
(0,373) E/T2 (natte component)
w 40,1 0,149 T (in km)
w 12,0 (in km)
temperatuur in graden KELVIN
de druk in millibar
de dampspanning
H
100
(- 37,2465 0,213166 T - 0,000256908 T2)
de relatieve vochtigheidsgraad
Het verloop van ARt kan grafisch worden voorgesteld
(fig. 6).
AR,
0 1Q 20 30 40 SO 80 70 80 90
Fig. 6. Afstandcorrectie in meters als functie van de elevatiehoek
boven de horizon 90° x).
8. Bijkomende waarnemingsmogelijkheden
8.1. De Doppler-methode
De Doppler-methode is reeds voldoende beschreven
sedert het gebruik ervan in het TRANSIT-systeem. Het
is echter belangrijk deze methode te vergelijken in de
twee systemen.
161