A'
Am
oco
Tabel. Praktische resultaten verkregen in Brasschaat cp 5173; X 773)
Breedte
Lengte
UTM-coördinaten
Kaarthoek en afstand tot L2 en L3
X
Y
Kaarthoek
Afstand
Punt A
51°21'00:'7
7°33'4319
FS 08793
90043
i-2
46°24'
12
7949
-6
Aflezing
51°21'00: '6
7°33'44!5
08804
90040
46°12'
7955
Verschil
o:1
- 0!'6
i-3
87°48'
6
5675
-5
Verschil
3 m
- 11 m
11 m
3 m
87°42'
5680
Punt B
51°21'03: '0
7°33'59:0
FS 09085
90121
i-2
45°18'
6
7688
9
Aflezing
51°21'03:'0
7°33'59:6
09095
90121
45°12'
7679
Verschil
o:'6
L3
88°24'
0
5379
11
Verschil
0 m
- 11 m
- 10 m
0 m
88°24'
5368
Punt C
51°20'55)0
7°34'03:0
FS 09166
89876
l2
43°36'
0
7811
7
Aflezing
51°20'55!3
7°34'03:6
09178
89875
43°36'
7804
Verschil
- o: '3
I
O
cr>
Verschil
- 9 m
- 11 m
- 12 m
1 m
Bepaald door klassieke geodesie.
Bepaald door GPS-systeem.
c. Bepalen van kaarthoeken: deze werden ook bepaald
tussen de plaats van de waarnemer en punten waarvan
de coördinaten (UTM systeem) eerst door de operateur
werden ingevoerd. De absolute verschillen met de bere
kende kaarthoeken, bepaald uit coördinaten, varieerden
tussen 0' en 12'
d. Andere mogelijke bepalingen met het GPS-systeem.
De snelheid van de waarnemer.
De correctie op de tijdklok van de waarnemer.
10. Besluit
De geodesie zal van het GPS-systeem gebruik kunnen
maken als de huidige modellen en meettechnieken een
verhoogde perfectiegraad zullen hebben bereikt.
Na 1990 zal het GPS-systeem het enige satelliet navi-
gatie-systeem zijn dat ter beschikking staat van de geo
deet, vermits het TRANSIT-systeem niet meer bruikbaar
zal zijn.
In de toekomstige opdrachten zullen zijn opgenomen:
verdichting van geodetische netten;
bepalen van topografische punten;
bepalen van paspunten ten behoeve van de lucht-
fotogrammetrie;
de tijdsbepaling.
Vermits het systeem werkt in alle weersomstandigheden
en daarenboven weinig interventie van de gebruiker
vergt, is het geroepen om in de toekomst een fundamen
tele rol te spelen in de toegepaste geodesie.
Het gebruik van het GPS-systeem in het geval van be
wegende waarnemers (vliegtuigen, schepen, landvoer-
tuigen), zal eveneens van belang zijn in de toekomst bij
de positiebepaling en het meten van snelheden.
Referenties
Anderle, R. J. Transformation of Terrestrial Survey Data to
Doppler Satellite Datum, 1975. Journal of Geophysical Research.
Vol. 79, no. 35.
Milliken, R. J. and C. J. Zoller. Principle of operation of NAVSTAR
and system characteristics, 1978. Navigation. Vol. 25, no. 2.
Bartholomew, C. A. Satellite Frequency Standards, 1978. Navi
gation. Vol. 25, no. 2.
Mo
Jfo
,5 o
3m
1C0
to
Fig. 7. Azimut en elevatie van satellieten 3, 4, 5 en 6 op 8 oktober
1980. Waarnemingsplaats cp 5173 en A 773. Tijd: 9-10 uur
UT.
De absolute verschillen met de bekende waarden va
rieerden voor verschillende punten tussen 0," 1 en
0'6. In meters uitgedrukt varieerden de verschillen
tussen 3 en —11 m.
Voor wat de vlakke coördinaten betreft, varieerden de
absolute verschillen tussen 3 en —12 m.
Bij de bepaling van de lengte schijnt een systematische
fout op te treden van circa 11 m.
b. Bepalen van de afstanden: de afstanden worden
bepaald tussen de plaats van de waarnemer en punten,
waarvan de coördinaten (UTM systeem) eerst door de
operateur op het toetsenbord werden ingevoerd.
De absolute verschillen met de berekende afstanden,
verkregen uit coördinaten, varieerden tussen 5 en 11 m.
NGT GEODESIA 83
165