Plaatsbepaling met behulp van richting en afstandmeting naar satellieten su door Rob L. Boekhold, 4e klas landmeetkunde aan de HTS te Utrecht. SUMMARY Geodetic Positioning by Direction and Range Measurements to Artificial Satellites Following an excursion to the Kootwijk satellite observatory a term paper has been written describing the principles of geodetic positioning using either directional or range measurements to artificial satellites. Differences between the geometric and dynamic analyses of satellite data are pointed out. 1. Inleiding Alvorens in te gaan op enkele aspecten van de satelliet- geodesie is het van belang de plaats van de satelliet in het maatschappelijk leven en in het wetenschappelijk onderzoek aan te geven. Er bestaan verschillende soor ten satellieten, die qua vorm ook weer zijn te onder scheiden. Vorm en soort zijn afhankelijk van de functie die men eraan heeft toegekend. Enkele functies zijn: in het maatschappelijk leven: het doorseinen van be richten, beeld (tv) en geluid (telefoon) van het ene continent naar het andere; de satelliet wordt gebruikt als communicatiemiddel, in het wetenschappelijk onderzoek: het verrichten van allerlei soorten metingen; men gebruikt de satel liet als „meetobject". Deze laatste functie vindt onder andere haar toepassing in de satellietgeodesie. Hierachter gaat het woord geo desie schuil, de wetenschap die zich bezighoudt met de vorm- en groottebepaling van de aarde, alsook haar ver vorming. In de satellietgeodesie bestudeert men het zelfde, met dien verstande dat men gebruik maakt van satellieten. Deze tak van geodesie is nog een vrij jonge wetenschap; begin zestiger jaren verrichtte men de eerste metingen. De resultaten werden (en worden) doorgespeeld aan en geïnterpreteerd door andere we tenschappen, zoals de geofysica, de geologie en de oceanografie. In de geofysica tracht men de natuurkundige oorzaken, die de invloed van de inwendige massaverdeling der aarde heeft op de vorm van de geoïde, op te sporen en tevens de verschijnselen te verklaren. Dit gebied grenst nauw aan de geologie, de leer van de geschiedenis van de aardkorst. Oceanografie is de wetenschap die de diepte en samenstelling van de zeeën en de stromingen en het leven daarin bestudeert. 2. Een „wereldnet van punten" De satellietgeodesie maakt het mogelijk om met behulp van satellieten een wereldwijd net van punten op grote afstanden aan elkaar te koppelen. Dit biedt weer de mogelijkheid nationale driehoeksnetten aan elkaar vast te binden. Om de doelstelling een „wereldnet van punten" te kun nen realiseren, zijn twee rekenmethodes ontwikkeld, waartussen uiteraard ook varianten mogelijk zijn: 1. Zuiver-geometrische methode. 2. Dynamische methode. Geometrische methode De zuiver-geometrische methode wordt gekenmerkt door het feit, dat de satelliet bij de meting slechts als hulppunt in de ruimte wordt gebruikt. De methode be rust op het gelijktijdig (simultaan) meten naar de over vliegende satelliet vanuit verschillende meetstations. Fig. 1Vanuit vier verschillende meetstations zijn alleen afstand metingen verricht. Veronderstel dat de punten A, B en C ten opzichte van elkaar in een stelsel bekend zijn. Vanuit de meetstations A, B, C en D worden op eenzelfde tijdstip afstand metingen naar de satelliet gedaan. Men construeert vanuit A een bol met als middelpunt A en als straal ASi, dit is de gemeten afstand naar de satelliet. Hetzelfde doet men vanuit B. De twee bollen met stralen ASi en BSi snijden elkaar volgens een cir kel. Er is nog een derde bol nodig (bol met straal CS]) om S, ruimtelijk vast te leggen. Op een ander tijdstip bevindt de overvliegende satelliet zich in S2 en worden de afstanden AS2, BS2, CS2 en DS2 gemeten. Opnieuw construeert men drie bollen, waarbij S2 ruimtelijk wordt vastgelegd. Na de derde constructie ligt ook S3 vast. Nu gaat men vanuit Si een bol construeren met DS] als straal. Hetzelfde verricht men vanuit S2 en S3 met respectievelijk DS2 en DS3 als straal. Op deze manier is het punt D naar een ruimtelijk assenstelsel gerelateerd. D ligt nu dus vast via S1; S2 en S3 in het stelsel A, B, C. Fig. 2. De overvliegende satelliet wordt vanuit twee stations gefo tografeerd tegen de achterliggende sterrenhemel. NGT GEODESIA 83 145

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1983 | | pagina 3