De ruilverkavelingsprocedure*) constant houden van de belichting ten koste van de kwaliteit van de opname zou gaan, kan de belichting worden aangepast door het diafragma bij te stellen. De filmontwikkeling gebeurt op een z.g. doorloop- ontwikkelmachine (fig. 2). Op een dergelijke machine zijn alle parameters van het ontwikkelen instelbaar en kan een film op één constante manier worden ont wikkeld. De fotografische gevoeligheid varieert per film, even als het specifieke ontwikkelprocédé. Om de speci fieke film/ontwikkel combinatie te bepalen, worden z.g. sensitometrische strips aan het begin en eind van iedere film mee ontwikkeld. De strip, een soort grijstrap waarin het gehele bereik aan densiteiten voorkomt, wordt met een gekalibreerde lichtbron aangebracht: de sensitometer (fig. 3). Na de ontwik keling worden door meting van de strips met de den sitometer de ontwikkelscurves (fig. 3, midden) be paald. In het volgende artikel wordt de stand van zaken met be trekking tot straatbomen en kleureninfrarood fotografie geschetst. In het derde en laatste deel wordt nagegaan of, en hoe deze opnametechniek kan worden toegepast bij het bijhouden van de gezondheidstoestand van straatbomen. Publikaties over Remote Sensing in (NGT) Geodesia 1Remeijn, ir. J. M., Niet-metrisch gebruik van luchtfoto's, 1972, p. 179. 2. Morra, ing. R. H. J., Principes en methoden van moderne luchtopnametechnieken, 1974, p. 27. 3. Kan, A. van, Foto-interpretatie ten behoeve van milieu onderzoek, 1975, p. 83. 4. Eckhart, prof. drs. D., Enige basisgedachten over het begrip Remote Sensing, 1977, p. 163, 191, 235. 5. Waalewijn, ir. A., Organisatie van het Remote Sensing-onder- zoek in Nederland, 1981, p. 217. 6. Spitzer, dr. ir. D., Toepassing van Remote Sensing-technieken in het Waddengebied, 1981, p. 221. 7. Stokkom, ir. H. T. C. van, Vegetatiekaarteringen met behulp van luchtfoto's, 1981, p. 477. 8. Stokkom, ir. H. T. C. van, Vegetatiekaarten, grenzen en nauw keurigheid, 1982, p. 130. 9. Loedeman, ir. J. H. en J. Stuiver. Verticaal fotografie met 35 en 70 mm camera's, 1982, p. 323. 10. Beek, prof. dr. ir. K. J., De maatschappelijke betekenis van het gebruik van luchtfoto's, 1983, p. 73. 11. Stokkom, ir. H. T. C. van, Interpretatie van luchtfoto's en Remote Sensing-beelden, 1983, p. 114. Fig. 2. Door/oopontwikkelmachine (Kodak Kleurenversamat (Eu rose rise bv>. door J. H. Schoemakers, staffunctionaris afdeling Projecten van de Dienst van het Kadaster en de Openbare Registers in de provincie Limburg. Bij de landmeetkundige werkzaamheden ten behoeve van een ruilverkaveling ligt dat anders. Ze moeten namelijk dienen ter ondersteuning van het ruilverkave lingsproject en tevens moeten de landmeetkundige ge gevens dienst doen in het kadastrale vastgoedsysteem na de ruilverkaveling. Om de verschillende aspecten van de landmeetkunde in de ruilverkaveling te kunnen belichten, is het gewenst aan te geven, waar in de procedure de landmeetkundige werkzaamheden moeten plaatsvinden en welke doelen ze moeten dienen. Ook is het gewenst om de algehele Landmeetkunde in de ruilverkaveling is een middel om tot een doel te geraken, net zoals landmeetkunde ten be hoeve van uitbreidingsplannen of landmeetkunde ten behoeve van aanleg van wegen. Bij bijvoorbeeld een uitbreidingsplan dient de landmeet kunde alleen ter ondersteuning van het project. Als het project is afgesloten, zijn daarmede ook de landmeet kundige werkzaamheden ten einde. Inleiding gehouden op 14 april 1983 op de NGL studiedag „Landmeetkunde in de ruilverkaveling" te Utrecht. Fig. 3. Densitometer (I.) en sensitometer (r.) om ten behoeve van een latere kwantitatieve interpretatie gegevens over de specifieke film/ontwikkel combinatie te kunnen bepalen (Eurosense bv). 192 IMGT GEODESIA 83

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1983 | | pagina 14