Fig. 3. Voorbeeld van een kringnet.
c. Veelhoeken
Verdere verdichting kan worden toegepast d.m.v. veel
hoeken (ook wel polygonen genoemd). Veelhoeken die
nen tegenwoordig meestal als laatste verdichting vóór
de opname van de terreinpunten. Vroeger werd de veel
hoek ook wel gebruikt als hoofdveelhoek bij de verdich
ting tussen RD-punten. Ze vervulde toen de functie
waarvoor nu de kringnetmethode wordt toegepast.
d. Gebruik vroeger en nu
Voor wat betreft het gebruik van de verdichtingsmetho
den kan worden opgemerkt, dat de eisen welke vroeger
aan de constructie en rekenwijze werden gesteld, ver
band hielden met het bestaande meetinstrumentarium
en een handmatige rekenwijze. Vaak werden dan ook
benaderingsmethoden bij de berekening toegepast.
In het driehoeksnet uit figuur 2 komen twee centra voor.
Bij gebruik van de toen gangbare benaderingsmethode
was het niet onverschillig waar men begon te rekenen.
Veelhoeken werden omgeven met een aantal verken-
ningsregels t.b.v. de constructie en berekening. Naar
mate de veelhoek belangrijker was, moest daar strenger
op worden gelet. Was naleving daarvan niet mogelijk
(door terreinomstandigheden), dan werd de „truken-
doos" geopend: een aantal kunstgrepen werd toegepast
om toch zo goed mogelijk aan de gestelde eisen te kun
nen voldoen.
De tegenwoordig in gebruik zijnde kringnetmethode
kent een aantal gestandaardiseerde rekenmethoden en
tamelijk eenvoudige verkenningsregels; daardoor is deze
methode zeer flexibel in het gebruik! Dit is zeker ook te
danken aan de ontwikkeling van computers, waardoor
betere rekentechnieken kunnen worden toegepast. Een
vergelijking van de hulpmiddelen voor de meet- en
rekentechnieken ligt daarom voor de hand.
3. Hulpmiddelen voor de meet- en rekentechnieken
Ten aanzien van de meting hadden we vroeger t.b.v. de
grondslagmetingen de beschikking over hoekmeetin-
strumenten en meetbanden of -draden. Later kwamen
daarbij de elektro-optische afstandmeters, zoals de tellu-
NGT GEODESIA 83
rometer en de geodimeter. Deze instrumenten werden
apart en los van de richtingsmeting gebruikt.
Thans hebben we de beschikking over compacte verfijn
de instrumenten voor richtings- en afstandmeting. Ze
kunnen in dezelfde meetgang worden gebruikt en zijn
vaak voorzien van elektronische hulpmiddelen voor
registratie en basisbewerkingen.
De ontwikkeling van moderne afstandmeters heeft twee
belangrijke technische gevolgen voor grondslagmetin
gen:
1. Daar slechts begin- en eindpunt toegankelijk hoeven
te zijn, is men minder afhankelijk van de begaanbaar
heid van het terrein tussen de beide punten.
2. Doordat de afstandmeters zeer nauwkeurig zijn, is er
thans meer overeenstemming met de precisie van de
richtingsmeting; hierdoor zijn meer homogene resul
taten op eenvoudige wijze te bereiken.
N.B. vergelijk deze hulpmiddelen met die van de drie
hoeksmeting in het voorbeeld van figuur 2.
Voor de berekeningen was men vroeger aangewezen op
logaritmentafels (zie voorbeeld bij figuur 2). Later kwa
men de mechanische rekenmachines, zoals de alom be
kende Brunsviga, een voortreffelijk instrument in handen
van de geoefende rekenaar! Dit betekende in het alge
meen wel een verbetering van de rekenresultaten. Door
de handmatige werkwijze kwamen echter betere, meer
exacte rekenmethoden voor grondslagen helaas nog niet
in aanmerking. Dit vanwege de enorme aantallen bere
keningen welke daarvoor nodig zijn.
De ontwikkeling van computers maakt tegenwoordig
een rekenwijze mogelijk volgens exacte wiskundige mo
dellen. Het feit dat computers zeer snel werken, is daar
bij essentieel geweest vanwege de al eerder genoemde
aantallen berekeningen die moeten worden uitgevoerd.
4. Kwaliteit van de meetkundige grondslag
Hieronder kan worden verstaan: precisie, betrouwbaar
heid en actualiteit.
RD-punten van de eerste t/m de derde orde dienen voor
algemeen gebruik; ze dienen als uitgangspunt voor ver
dere verdichtingen en moeten dus voldoen aan hoge
eisen voor wat betreft precisie en betrouwbaarheid.
Actualiteit van deze punten hangt sterk af van de wijze
waarop ze worden verzekerd: de „haan" op een toren
spits is kwetsbaarder dan een vastleggingsbout in de
torenmuur.
Hoofdpunten worden tegenwoordig meestal bepaald
d.m.v. de kringnetmethode. Ze zijn de verdere verdich
ting na RD-punten en dienen eveneens voor algemeen
gebruik. Evenals aan RD-punten worden ook hier hoge
eisen gesteld aan precisie en betrouwbaarheid.
De actualiteit van hoofdpunten is afhankelijk van een
periodieke controle op aanwezigheid en een goede ver
zekering van het punt. Meestal worden hoofdpunten
met messingbouten in gebouwen of kunstwerken verze
kerd. Ze worden op dezelfde wijze gepubliceerd als de
RD-punten.
Kringnetpunten hebben in het net een zeer goede inwen
dige precisie als gevolg van de gekozen modelopbouw
m.b.v. kringen („gesloten veelhoeken"). De betrouw
baarheid is eveneens hoog. Dit komt omdat de toetsing
van de meting gescheiden is van de toetsing van de aan-
sluitpunten.
197