Het bovenstaande houdt in, dat ten gevolge van de na
tuurlijke beweeglijkheid van de kust ook de LLWS aan
verandering onderhevig is en daarmee ook de binnen
grens en de buitengrens van de territoriale zee. Artikel
5.3.6. van het nieuwe Burgerlijk Wetboek, dat het
bovenvermelde art. 576a BW moet gaan vervangen, er
kent deze beweeglijkheid door te verwijzen naar het
volkenrecht. Het artikel luidt: De bodem van de zee is,
binnen de door het volkenrecht gestelde grenzen, eigen
dom van de staat.
De plannen om de driemijlsgrens uit te breiden naar
twaalf mijl verkeren in een vergevorderd stadium.
d. (Pseudo-)delimitatiecontracten
De staat heeft sedert ongeveer honderd jaar met oever
eigenaren delimitatieovereenkomsten gesloten. Een der
gelijke privaatrechtelijke overeenkomst houdt enerzijds
in de erkenning door de staat, dat landwaarts van een
overeengekomen lijn de eigendom aan de oevereigenaar
toebehoort en anderzijds erkent de wederpartij, dat de
waterwaarts van de lijn gelegen schorren en/of slikken
eigendom van de staat zijn. Met zo'n overeenkomst
wordt elke vorm van aanwasrecht terzijde gesteld en is
de overeengekomen lijn vaste eigendomsgrens gewor
den. Voorbeelden van oude delimitatielijnen zijn een
overeenkomst uit 1847 van de staat met de NV Wester-
schelde in het land van Saeftinge en in de Oosterschelde
met de Bathpolders ten noorden van Rilland.
Op gelijke wijze zijn in zogenaamde pseudo-delimitatie-
contracten tussen de staat en particuliere belangheb
benden, grenzen aan het aanwasrecht gesteld. Land
waarts van de overeengekomen lijn heeft in zo'n geval
de eigenaar van het ambachtsheerlijke aanwasrecht of
de oevereigenaar eerst recht op de aanwas, indien de
gronden boven de laagwaterlijn respectievelijk boven de
hoogwaterlijn zijn gelegen. Zolang dit niet het geval is,
blijven de gronden eigendom van de staat.
Pseudo-delimitatielijnen hebben nogal eens aanleiding
gegeven tot een onjuiste kadastrale tenaamstelling in die
zin, dat het gedeelte landwaarts van de overeengeko
men lijn op naam van de particulier was gesteld, zonder
dat reeds van aanwas sprake was. Dit is voorgekomen
nabij Terneuzen voor de zeedijk bij Dow Chemical, waar
een strook ter breedte van 150 meter ten onrechte stond
op naam van een aantal particulieren, waaronder het
waterschap. Ook kwam dit voor nabij Kats in de mon
ding van de Zandkreek, waar jarenlang 32 ha foutief
was gekadastreerd ten name van de ambachtsheer van
Kats, en bij Wissenkerke, waar een pseudo-delimitatie-
lijn uit 1881 1200 a 1300 meter uit de zeedijk tot 1973 een
onjuiste kadastrering heeft veroorzaakt. Het in 1881
gevormde perceel was zelfs in de verkeerde burgerlijke
gemeente gekadastreerd (Wissenkerke in plaats van
Veere).
e. Deltawet
Delimitatiecontracten zijn ook gesloten met het doel, dat
ten tijde van de voltooiing van een afsluitingswerk over
eenstemming bestaat tussen de staat als eigenaar van de
rivier en de aanwasgerechtigde over een vaste en onver
anderlijke eigendomsgrens. Onzekerheid op dit punt be
tekent namelijk een extra complicatie bij de toepassing
van artikel 7 van de Deltawet. Ingevolge dit wetsartikel
worden, indien door de uitvoering van de Deltawerken
buitendijkse gronden of wateren in waarde veranderen,
de waardeveranderingen verrekend met de staat.
Artikel 7 van de Deltawet stelt art. 651 BW buiten wer
king. Immers van een aanwas of afslag welke natuurlijk,
langzamerhand en ongemerkt plaatsvindt, is na, en wel
licht ook reeds tijdens, de uitvoering van de werken geen
sprake meer. Ook een gedempte getijdebeweging, zoals
in de Oosterschelde gaat ontstaan, veroorzaakt een blij
vende waardeverandering. De laag- en hoogwaterstan
den wijzigen. Een verhoging van de laagwaterstand
heeft tot gevolg, dat aanzienlijke oppervlakten aan slik
ken blijvend onder de waterspiegel komen te liggen. Op
grond van art. 7 zal door de staat een regeling met de be
trokken (rechts-)personen moeten worden getroffen. Dit
zal vaak een geldelijke regeling inhouden, maar ook deli
mitatiecontracten, waarin een vaste en onveranderlijke
grens wordt overeengekomen, behoren tot de mogelijk
heden.
Dergelijke regelingen kunnen overigens eerst zinvol
worden gemaakt, als alle gevolgen van de afsluiting
bekend zijn. Vergelijking van deze eindsituatie met de
nulfase, zijnde het tijdstip waarop de waardeverandering
ingaat of voelbaar wordt, is noodzakelijk om de waarde
verandering te kunnen quantificeren. Na het tijdstip
waarop de nulfase is ingegaan, worden derhalve de
eigendomsgrenzen welke niet vast en onveranderlijk
zijn, uit de werkingssfeer van art. 651 BW gehaald en
beheerst door artikel 7 van de Deltawet.
f. Ruil (her-)verkavelingswet
In een aantal herverkavelingsblokken in Zeeland zijn ook
buitendijkse gebieden in het blok opgenomen, te weten
in Schouwen-Duiveland, Tholen en de Zak van Zuid-
Beveland. De eigendomstoestand van deze gebieden
werd vóór de herverkaveling beheerst door het recht van
het Burgerlijk Wetboek, met inachtneming van het am
bachtsheerlijke aanwasrecht en van tussen de staat en
particulieren aanwezige (pseudo-)delimitatiecontracten.
In de lijst van rechthebbenden zijn, ook na de bezwaren-
behandeling, in de meeste gevallen de schor- en slik-
gronden geregistreerd al of niet terecht op naam
van de oevereigenaren die voordien ook kadastraal eige
naar waren.
De wet heeft aan de akte van toedeling een titelzuive-
rende werking toegekend. Gebreken die vroeger aan de
eigendom mochten kleven, worden hierdoor gezuiverd.
Deze originaire eigendomsverkrijging is blijkens het ar
rest van de Hoge Raad d.d. 29 oktober 1954 onaantast
baar. Dit wil zeggen dat een recht, dat is gebaseerd op
de akte van toedeling niet meer kan worden aangetast.
Een notaris kan het zogenaamde titelonderzoek voor
zakelijke rechten staken, als hij/zij op een dergelijke akte
stuit. Als gevolg hiervan moet het recht op aanwas van
het BW, en uiteraard ook de afslag, worden geacht bui
ten werking te zijn gesteld voor de binnen het herverka-
velingsblok gelegen gronden. De grenzen zijn vast en
onveranderlijk geworden.
g. Overige regelingen
Overige zaken die de tenaamstelling van buitendijks
gelegen gronden kunnen bepalen, zijn in het verleden
gepleegde rechtshandelingen door de staat. Zo zijn im
pliciet de rechten van particulieren erkend door, middels
aankoop, beneden de hoogwaterlijn gelegen percelen te
verwerven. Ook een waterschap heeft een dergelijk per
ceel van een particulier gekocht. In beide gevallen
bestond het ambachtsheerlijke recht van aanwas niet.
Ook verhuur is een indicatie voor de eigendom. Dit komt
met name voor onder Wemeldinge.
NGT GEODESIA 83
183