GLW, de tenaamstelling op naam van de koper kan blij
ven gehandhaafd. De koper heeft immers nu grond op
naam tot aan de GLW, terwijl hij geen ambachtsheer is.
Vanaf de Vijfzoodijk, eerst in oostelijke en daarna in
noordelijke richting tot aan de zuidwestelijke hoek van
de Biezelingse Ham, behoort het ambachtsheerlijke
recht van aanwas toe aan ds. J. van Guchte en consort.
Hier is wel aanwas geconstateerd voor het in de herver
kaveling opgenomen perceel van de staat. Deze aan
was is op naam gesteld van de ambachtsheer, die totaal
25 ha slikken en schorren door aanwas op naam
kreeg.
Het tweede voorbeeld (zie fig. 3) is gelegen in de ge
meenten Terneuzen en Hontenisse, vanaf de stad Ter-
neuzen tot nabij de nol van Ossenisse. Hier doen zich
een aantal verschillende situaties voor.
De percelen 455, 456 en 457 zijn afkomstig uit de oude
gemeente Terneuzen, waar geen ambachtsheerlijke
rechten bestonden. Evenwel heeft Rijkswaterstaat impli
ciet de rechten van particulieren erkend door aldaar een
tweetal beneden de gemiddelde hoogwaterlijn gelegen
percelen aan te kopen. Het betreft de percelen 455 en
457, al is door het feit dat de GLW door de oude percelen
heen liep, nog 10 ha door afslag aan de riviereigenaar
gekomen. Ook het tussen deze percelen gelegen gedeel
te (456) is door het toenmalige waterschap van een parti
culier gekocht. Hiervoor geldt dus hetzelfde; door afslag
is dit perceel 14 ha in oppervlakte verminderd. Aan
was rivierwaarts van de oude perceelsgrens is niet meer
mogelijk, althans de riviereigenaar erkent dit niet (be
halve als de GHW rivierwaarts van de oude perceels
grens komt te liggen).
In de oude gemeente Zaamslag bestonden wel am
bachtsheerlijke rechten. Het perceel, thans 458, is even
eens door Rijkswaterstaat aangekocht van een particu-
Fig. 3. Tweede voorbeeld.
lier, inclusief het recht van aanwas. Aanwas buiten de
oude perceelsgrens is, hier in tegenstelling tot bij de per
celen 455, 456 en 457, daarom wel mogelijk. Van het ge
deelte, thans 459, gelegen voor de Othene en Marga-
retha-polders, is de ambachtsheer de NV Van Hattum en
Blankevoort te Beverwijk. Bij dit perceel is sprake van
een aanwas van 6,24 ha en een afslag van 0,34 ha ten
opzichte van de GLW van 1976.
De ambachtsheer voor het meest oostelijke deel van de
Margarethapolder tot aan de Griete is het waterschap.
De aanwas bedroeg 2,09 ha. Van de Griete tot aan de
Schenkeldijk, gelegen op de grens tussen de Kleine
Huissenspolder en de Eendragtpolder, heeft het Water
schap Axeler Ambacht in 1975 het toenmalige perceel
aangekocht met alle „rechten en plichten" van de erven
Van Hoeve uit Zuid-Afrika. Van Hoeve had het perceel
in 1951 middels een akte van scheiding verkregen van
P. Dieleman en consorten, die ambachtsheer was. Hoe
wel in de scheidingsakte uit 1951 over het ambachts
heerlijke recht van aanwas niets expliciet is vermeld, is
toch aangenomen dat het Axeler Ambacht het recht
heeft verworven. Bij dit perceel is nog 1,6 ha aangewas
sen en 0,88 ha afgeslagen. Het recht van aanwas voor
het westelijk gedeelte van de Eendragtpolder over een
lengte van ongeveer 800 meter is van mevr. O. S. M.
Boerbooms-de Moor (thans perceel 462). Van het oor
spronkelijk gekadastreerde gedeelte is 43 ha rivierin-
waarts van de GLW gelegen en derhalve door afslag
naar de eigenaar van de rivier gegaan.
Oostelijk van het perceel 462 is de NV Van Hattum en
Blankevoort weer ambachtsheer. In het gedeelte dat
nog in de gemeente Terneuzen is gelegen, bedroeg de
afslag 24,27 ha.
In de huidige gemeente Hontenisse bestaat alleen in het
gedeelte dat afkomstig is uit de oude gemeente Zaam
slag nog het recht van aanwas. Een aantal grenzen in dit
gedeelte zijn vast en onveranderlijk, omdat ze in een
notariële akte tussen partijen als zodanig zijn omschre
ven. Dit geldt voor de grillige grens tussen de percelen
956/464 enerzijds en 958/463 anderzijds en voor de
grenzen van het oude perceel 904 (eigenaar de staat),
waarvan de oostelijke begrenzing samenviel met de ge
meentegrens tussen Zaamslag en Ossenisse.
Het perceel 958 is afkomstig uit het oude perceel
551, met als ambachtsheer weer de NV Van Hattum en
Blankevoort. Een aanzienlijk deel van dit perceel, name
lijk 140 ha (77%), is door afslag aan de staat geko
men. Ook het ten name van een particulier staande oude
perceel 550, groot 4.73.60 ha, is in z'n geheel door afslag
aan de staat vervallen. Eventuele aanwas in de toekomst
voor de ambachtsheer NV Van Hattum en Blankevoort
kan geen betrekking hebben op het gedeelte afkomstig
uit het oude perceel 904 en wordt aan de noordzijde be
grensd door de grens tussen de oude percelen 550 en
551.
Vanaf de Hellegatspolder tot aan de nol van Ossenisse
ligt de GHW langs de teen van de Zeedijk. De buitendijks
gekadastreerde percelen zijn door afslag alle aan de staat
gekomen. Het waterschap Hulster Ambacht had een
viertal percelen met een totale oppervlakte van 62 ha
op naam. Eventuele toekomstige aanwas is voor de
oevereigenaar. Evenwel kan de aanwas nooit zover
gaan, dat die afkomstig kan zijn uit het oude perceel 904.
Literatuur
Homan, ir. G. De ambachtsheerlijke rechten in Zeeland en het recht
van aanwas in het bijzonder.
Ketelaar, F. C. J. Oude zakelijke rechten.
186
NGT GEODESIA 83