cs
11
c
examenopgaven
t>/Q
V.
Examen voor landmeetkundig ambtenaar A
van het Kadaster 1982
BESCHRIJVENDE OPGAVE Tijd: 154 uur
Maak een opstel over één van de navolgende onderwerpen:
1. Het gebruik, de voor- en nadelen van het ARAK-systeem.
2. Hoe denkt u over één buitendienst waarin de metingen voor mu
taties, ruilverkaveling, hermeting en GBKN zijn geïntegreerd?
3. Wat is de maatschappelijke betekenis van het Kadaster? Hoe
heeft deze zich in de afgelopen 150 jaar ontwikkeld en hoe ziet
u de toekomst?
LANDMEETKUNDE
Tijd: 3 uur
1. Deze opgave is identiek aan opgave 1 van kaartvervaardiging.
2. a. Wat zijn de hoofdpunten van een cirkelboog en welke gege
vens zijn nodig om deze in het terrein te kunnen uitzetten?
b. Hoe kan een uitgezette cirkelboog worden gecontroleerd?
3. Hoe constateert u een systematische fout in de lengtemeting
(bijv. een te korte meetband) van een gesloten veelhoek?
4. a. Welke punten kunnen en welke moeten bij een fotogram-
metrische opname worden gesignaliseerd?
b. Waarmee moet bij het signaliseren rekening worden gehou
den?
5. Wat verstaat u onder de volgende begrippen:
- afsluitrichting
- overgangsberekening
- achterwaartse snijding
- transformatie
- richtlijn
- repetitietheodoliet
- micrometer
- hoekwaarde
6. Gegeven:
A ABC met zijden:
AB 93,67 m
BC 134,54 m
AC 125,95 m
Gevraagd: Door middel van twee cirkelbogen met B als middel
punt AABC in drie delen te splitsen, zodat:
opperviakte sector BPQ 1 /6 oppervlakte AABC en
oppervlakte sector BRS V2 oppervlakte AABC.
Bereken de uitzetgegevens van de punten P, Q, R en S. Welke
controle(s) past u toe?
Vermeldt onder de afgebeelde afleesmicroscopen de soort
naam en de aflezing.
Ill i' II II !i II
M I I 'I
3 6 7 9 0
13 W
Soort
Afl
Soort
Afl.
F1
i
F2
F1 en F2 zijn de hoofdbrandpunten en 0 is het optisch mid
delpunt van de lens.
9. Zijn de onderstaande beweringen juist of onjuist? Geef bij elk
antwoord een korte toelichting.
a. Met een sterk ontregeld buisniveau kan de eerste as van een
theodoliet niet verticaal worden gesteld.
b. Symmetrie-instelling is nauwkeuriger dan coïncidentie
instelling.
c. Het meetbereik van de Kern DM 501 is groter dan van de
Wild DI-3.
d. Een scheve stand van de eerste as van een theodoliet beïn
vloedt het resultéat van de verticale hoekmeting niet als
men telkens het alhidadeniveau laat inspelen.
Maak door middel van een korte beschrijving of een schets het
principe duidelijk van het prismasysteem van Wild.
Wat zijn de voordelen van dit systeem ten opzichte van een ge
woon niveau?
10.
COÖRDINATENBEREKENING
Opgave 1.
Tijd: 2% uur
Soort
Soort
70
Afl.: Afl.:
8. a. Welke soort lens is in onderstaande figuur in doorsnede af
6
777777TiTT7Ts
gebeeld?
b. Construeer in de figuur het beeld B van het voorwerp V.
c. Is het beeld reëel of virtueel en motiveer dit antwoord.
d. Wat is de lineaire vergroting? Bepaal deze uit de figuur.
1
NGT GEODESIA 83
241