In 1902 werd door G. de Koningh te Arnhem de fabriek Physica" opgericht, waar „wis- en natuurkundige instrumenten" werden vervaardigd. Na in Duitsland te hebben gestudeerd, begint De Koningh in een achterkamer van een pand aan de Nieuwstraat te Arnhem zijn eerste instrumenten te vervaardigen met behulp van een werktafel en een trapdraaibank. Door tussenkomst van een broer die in Nederlands-lndië werkzaam was, werden al spoedig de eerste „Boussoles tranche montagne" geleverd aan het Departement van Kolonieën; vele zouden hierop volgen. Enige tijd later werd de firma Becker Buddingh overgenomen, in clusief een hoeveelheid halfprodukten, zodat voor een korte perio de beide firmanamen op de instrumenten voorkwamen. In 1904 werd door de schoonvader van De Koningh een gebouw gekocht aan de Weerdjesstraat te Arnhem. Dit gebouw was in 1864 gebouwd, in opdracht van het Natuurkundig Genootschap Wessel Knoops, en voorzien van een glazen observatiekoepel op het dak teneinde astronomische waarnemingen te kunnen verrichten. Naar later bleek, kwam deze koepel zeer goed van pas voor het richten van instrumenten op vaste punten in de stad, zoals kerktorens. In oude catalogi vinden we dan ook nog een lijst met de gemiddelde hoekwaarden, die vanuit de koepel werden gemeten. Het bedrijf breidde zich geleidelijk uit, en in 1914 verscheen een lijvi ge „Hoofdcatalogus" van Geodetische en Mijnmeetkundige instru menten, bestaande uit meer dan 100 pagina's, waarin ruim 350 ver schillende artikelen werden vermeld. Het aangebodene varieerde van de reusachtige „universaal theodoliet" met 35 cm horizontale cirkelrand, tot de Smalkalder Boussole voor mijnmetingen, evenals meerdere typen waterpasinstrumenten en de succesvolle Boussole tranche montagne. Wat later ontwikkelt De Koningh de theodoliet met „doorboorde as", waarbij de in verticale stand geplaatste kijker het schietlood overbodig maakt. In 1913 maakt het tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde ge wag van „Een bezoek aan de instrumentenfabriek Physica van de Heer G. de Koningh te Arnhem, ter gelegenheid van de 29e alge mene jaarvergadering". Een waardevol beeld wordt geschetst van het functioneren der fabriek in die dagen, en vol ontzag wordt de „moderne revolverdraaibank" beschreven evenals het vervaar digen van de metalen gietmallen, die de houten exemplaren steeds meer gingen vervangen. Ook werden de houten transportkisten in de fabriek gemaakt. Het was de bezoekers niet toegestaan de afde ling te bezichtigen waar de „fraaie dof-grijze kleur" aan de instru menten werd gegeven (het betrof hier een fabrieksgeheim). Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog heeft de fabriek zwaar te lij den gehad. Men moest in 1945, met behulp van de nog spaarzaam aanwezige machines, de zaak van de grond af aan opnieuw op bouwen. De heer J. J. de Koningh, die zijn vader inmiddels als eigenaar was opgevolgd, heeft het bedrijf tot 1961 voortgezet, waarna het in een naamloze vennootschap overging. De laatste De Koningh-instru- menten verlieten enige jaren later de fabriek. Zoals de lezer begrijpt, is het bovenstaande beknopte relaas slechts bedoeld om de aandacht te vestigen op het onderzoekswerk der Stichting, hetgeen uiteindelijk zal moeten leiden tot een gedetail leerder werk. Ten einde het onderzoek zo volledig mogelijk te kun nen verrichten, wordt het dan ook zeer op prijs gesteld, reacties te mogen ontvangen. Dit kan in de vorm van het ter beschikking stel len van instrumenten, schriftelijk materiaal (als brochures e.d.) of wel het mogen maken van foto's van instrumenten of het inter viewen van oud-werknemers. Inmiddels kon de stichting reeds een vruchtbaar beroep doen op de welwillende medewerking van de volgende personen en instellin gen: Provinciale Waterstaat van Gelderland; De Koningh BV; de Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat; Stichting Technisch- Historische Verzamelingen; firma Wijnand van Maanen, Lathum; mevr. Middelbeek-Maters, en de heer De Roos, oud-medewerkers van Physica; de gemeente Doesburg; de Technische Hogeschool Delft; Werkgroep Geschiedenis der Geodesie; de Dienst van het Kadaster en de Openbare Registers. Voor nadere informatie: P. de Koningh, Bergstraat 59, 6981 DB Doesburg. Tel. 08334 - 4805. GESLAAGDEN NLF-EXAMENS 1983 Landmeettechnicus M. W. C. de Bree, Leidschendam; M. J. Broers, Oosterhout; P. A. G. Conijn, Anna-Paulowna; R. A. van den Hoek, Zoetermeer; P. Melet, 's-Gravenhage; M. H. Peters, Boskoop. Landmeetkundig tekenaar M. L. van den Akker, Heeswijk-Dinther. TECHNISCHE HOGESCHOOL DELFT Geslaagd voor het examen van geodetisch ingenieur op 27 mei 1983: J. C. Anneveld, J. van de Beek, ing. J. B. Ebbinge en P. C. de Wolf. RUILVERKAVELING TERSCHELLING AANGENOMEN De ruilverkaveling Terschelling is op 9 juni jl. bij de stemming in Midsland aangenomen met 55,5% van de gestemde oppervlakte. Het 1 363 ha grote ruilverkavelingsgebied beslaat vrijwel de gehele polder op het waddeneiland Terschelling. Van de 652 stemgerech tigden brachten 416 stemgerechtigden vertegenwoordigende een oppervlakte van 1 207 ha hun stem uit. In totaal 137 stemgerechtig den vertegenwoordigende een oppervlakte van 670 ha stemden voor. Tegen stemden 279 stemgerechtigden, vertegenwoordigen de een oppervlakte van 537 ha. Wegens de grote natuurwaarde van de Terschellinger polder is het ruilverkavelingsplan voornamelijk gericht op concentratie van de grond en gebeurt er weinig aan waterbeheersing en wegen. Hoe wel in natte perioden veel wateroverlast voorkomt, wordt de water beheersing niet verbeterd, omdat het gebied erg belangrijk is voor weidevogels. Wel krijgen de watergangen in het kader van de ruil verkaveling een eenmalige onderhoudsbeurt. Verder wordt slechts een eenvoudige verbetering van een aantal wegen uitgevoerd, zo dat er geen extra verkeer in de polder wordt aangetrokken. Het is de bedoeling dat zes kilometer zandweg een klinkerverharding krijgt en vier kilometer een zandslakcementstabilisatie. Hierdoor zal alle grond via een verharde of semi-verharde weg bereikbaar zijn. Momenteel is drievierde van de wegen naar de kavels semi-verhard of onverhard. De verkavelingssituatie van de agrarische bedrijven is vrij slecht. Er zijn gemiddeld elf kavels per bedrijf, waarvan de veldkavels op een gemiddelde afstand van 1 900 meter van de boerderij liggen. Ge middeld slechts 9% van de grond ligt bij huis. Er wordt van uitge gaan dat het gemiddelde aantal kavels kan worden teruggebracht tot drie a vier. Hieraan zal ook de verplaatsing van twee boerderijen bijdragen. Een volledige concentratie van de grond is op Terschel ling niet haalbaar, omdat de grond, als gevolg van de verschillen in kwaliteit en hoogteligging, zodanig moet worden verdeeld dat de boeren het hele jaar door in natte en droge tijden een bruikbaar stuk grond hebben. Een probleem voor de samenvoeging van de grond is ook dat een vijfde deel in handen is van biologisch-dynamische boeren, die niet meer dan 15% „vreemde" grond willen hebben bij de nieuwe kavelindeling. Verder wordt de ruiling van gronden bemoeilijkt doordat niet meer dan 120 ha mag worden geëgaliseerd om boeren die vlak land hebben ingeleverd, gelijkwaardige grond terug te geven. De gehele ruilverkaveling is aangewezen als beheergebied. Dit houdt in dat voor alle cultuurgrond, in totaal 1 160 ha, beheerover- eenkomsten kunnen worden gesloten, die tot doel hebben minstens 70% van de huidige weidevogelpopulatie en tevens de vele elzensingels in het gebied te behouden. Instrumentmakerswerkplaats. 244 NGT GEODESIA 83

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1983 | | pagina 26