nederlands geodetisch tijdschrift Remote Sensing en straat bomen (II) Remote Sensing en straatbomen In deze serie artikelen over Remote Sensing wordt aandacht besteed aan het niet-metrische gebruik van luchtfoto's rond het themahet gebruik van kleureninfrarood foto's bij het onderzoek naar de groeiomstandigheden van straatbo men". In het eerste artikel (NGT Geodesia van juni '83) is door een .producent" (uit de trits producent - gebruiker - wetenschapper) een algemene beschouwing geschreven over de mogelijkheden en verschillen van luchtfotografie en scanning. In het tweede en derde deel wordt de algemene lijn verlaten en wordt de toepassing besproken van false-colour foto's bij de kwaliteitsbewaking van straatbomen in een grote stad. De grote populariteit van de false-colour foto's dateert uit de late jaren zestig, toen in ons land het gewone stadsgas werd vervangen door aardgas. Dit gas werd aanvankelijk gedistribueerd via het bestaande leidingnet. Doordat het droger was dan het stadsgas krompen de zogeheten loodstriktouw-verbindingen van de afzonderlijke pijpen en ont stonden er op grote schaal lekkages. Het ontsnappende zuurstof-consumerendegas kwam in de bodem terecht en veel bomen stierven door zuurstofgebrek. Ongeveer in dezelfde tijd kwamen ook de eerste false-colour films (ook wel kleureninfrarood films genoemd) vrij voor civiel gebruik. Op deze films waren de ,,gasbomen" goed van gezonde bomen te onderscheiden. Bij de inventarisatie van de schade waren de foto's dan ook welkome hulpmiddelen en vele plantsoendiensten gingen er toen toe over om ze van hun verzorgingsgebied te laten maken. Door het aanvankelijke succes met de gasbomen werden aan de foto's echter eigenschappen toegeschreven die zij niet bezitten. Of beter gezegd: de informatie was en is niet zonder meer afleesbaar. Wat wèl mogelijk is, en welke problemen men tegenkomt, leest u in het hieronder volgende artikel: de beide auteurs zijn gebruiker-wetenschapper te noemen. De redactie (Straatbomen en false-colour fotografie) door Gertjan Eikenaar, werkzaam bij de Dienst der Ge meenteplantsoenen te 's-Gravenhage en Janhein Loedeman, verbonden aan de Bosbouw- en Cultuurtechnische School/Landbouwhogeschool te Wageningen. 1. Inleiding Stedelijk klimaat De stad is in de loop van de tijd een steeds belangrijkere plaats gaan innemen in de menselijke samenleving. De vele functies die de stad hierdoor kreeg, hebben niet al leen geleid tot een groter aantal inwoners en auto's per oppervlakte-eenheid, maar ook tot een grotere opeen hoping van steen, beton, glas en asfalt. Voor een deel zijn deze materialen gebruikt voor de opbouw van drie dimensionale structuren. Door het gebruik van deze ma terialen en door de menselijke activiteiten, zoals huis brand, verkeer en industrie, werd het macro-klimaat aanzienlijk beïnvloed. Deze beïnvloeding heeft geleid tot het zogenaamde stadsklimaat en is terug te vinden in een aantal kenmerkende grootheden (tabel 1 en fi guur 1). De stad kan worden gezien als een systeem waarin wordt beschreven hoe mensen hierin kunnen leven, wonen en werken. Het totale resultaat van alle begren zende voorwaarden (stadsklimaat) voor het stedelijke NGT GEODESIA 83 Tabel 1. Klimaatverandering veroorzaakt door urbanisatie en in dustrialisatie (Con rads 1972). Element Eenheid Verschil met omgeving Pollutie SO, 20 tot 200 maal zoveel CO 5 tot 200 maal zoveel Koolwaterstoffen 1 tot 20 maal zoveel stofdeeltjes 5 tot 30 maal zoveel Bewolking 5 tot 10% Mist winter (vaak in voorsteden) 100% zomer 30% Regen totaal 5 tot 10% dagen met 5 mm 10% Sneeuw - 5% Relatieve vochtigheid - 5% Zonnestraling globaal -15 tot -20% UV - 5 tot - 30% Zonneschijn max. mogelijke duur - 5 tot - 15% Temperatuur jaargemiddelde 1 tot +1,5° C in bijzondere gevallen 6 tot +7 0 C Windsnelheid jaargemiddelde -20 tot -30% meer, - minder dan omgeving. 221

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1983 | | pagina 3