thodiek, die de kosten en complexiteit kan doen af nemen, is van grote praktische waarde. False-colour fotografie In het begin van de jaren zeventig werd voor het eerst door een aantal groenbeheerders (Amsterdam, 's-Gra- venhage) gebruik gemaakt van luchtfotografie. Hierbij werd de toen recent voor civiel gebruik vrijgegeven kleu- reninfrarood film (false-colour film) gebruikt. Door de gevoeligheid van deze film voor het reflectief (nabij-) infrarood zijn de straatbomen (in het algemeen vegeta tie) goed te onderscheiden (fig. 5). 100 gras 70 berk 40 spar 20 den 10 7 4 2 X Cu 1 8 .9 .6 .7 5 Fig. 5. Spectrale reflectie van vegetaties met verschillend gebla derte (Manual of Remote Sensing p. 932). In de jaren zestig en zeventig traden lekkages op in het stedelijke gasleidingnet, die te wijten waren aan de om schakeling van stadsgas op aardgas. Hierdoor stierven veel straatbomen als gevolg van zuurstofgebrek in de bodem. Deze straatbomen waren op de kleureninfrarood dia's herkenbaar aan een verschuiving naar een lichte tint. Door het overzicht over een groot gebied en de ge noemde verkleuring was het mogelijk door middel van fotografie in korte tijd met redelijk succes zieke bomen van hun gezonde soortgenoten te onderscheiden. Dit maakte gerichter beheer en onderhoud mogelijk. De laatste jaren heeft het gebruik van kleureninfrarood opnamen bij het opsporen van zieke straatbomen zich ontwikkeld in de richting van het in de tijd volgen en registreren (monitoren) van de gezondheidstoestand van straatbomen via herhaald uitgevoerde luchtfotografie (kwaliteitsbewaking). Hoewel dit een logische voortzet ting lijkt, is gebleken dat monitoren gemakkelijker is ge zegd dan gedaan. Multi-temporele luchtfotografie levert namelijk alleen objectieve en reproduceerbare uit komsten, indien aan de afgebeelde bomen getalswaar den kunnen worden toegekend, die van opnametijdstip tot opnametijdstip vergelijkbaar zijn en een oorzakelijk verband hebben met de gezondheidstoestand. NGT GEODESIA 83 Echte en onechte kleuren Kleurendiafilms zijn schematisch opgebouwd uit drie afzon derlijke emulsies, die over elkaar zijn aangebracht op een laagje transparante kunststof. Deze lagen vertonen hun maximale gevoeligheid voor licht bij drie verschillende golf lengtebanden uit het spectrum. Voor de gewone („echte") kleurendiafilm is dat bij het blauw, het groen en het rood. Bij de infraroodgevoelige („onechte") kleurenfilm zijn die gevoeligheden verschoven naar respectievelijk het groen, het rood en het nabij-infra- rood In beide films onstaan tijdens de ontwikkeling drie kleur stoffen, die respectievelijk het blauw, het groen en het rood in het beeld bepalen. Bij het gewone kleurenbeeld wordt het blauwe licht van het object dientengevolge omgezet in het blauwe licht van het beeld, enz. Het kleureninfrarood beeld bestaat ook uit blauw, groen en rood; hoewel respectievelijk groen, rood en infrarood werden opgenomen. Dit heeft merkwaardige „onechte" kleuren tot gevolg. Vandaar de Amerikaanse aanduiding „false-colour" (FC). Vegetatie reflecteert zeer sterk in het nabij-infrarood (veel sterker dan in het groen) en zeer zwak in het rood (fig. 5). Dit heeft tot gevolg, dat in het FC-beeld het rood het sterkst is en het groen het zwakst. Daarmee is verklaard waarom vegetatie op kleureninfrarood film zo'n paarsrode kleur ver toont. 2. Theorie en praktijk Hoe het niet zit Een „zieke" boom waarmee hier een boom met een sterk verminderde vitaliteit is bedoeld vertoont op false-colour (FC) foto's een opvallend kleurverschil ten opzichte van ernaast staande gezonde soortgenoten. De FC-fotografie dankt het gebruik in de civiele sector dan ook aan de slagzin „rood is gezond en rose is ziek". Het „ziek zijn" zou gepaard gaan met een verlaagde infra rood reflectie, nog voordat er van een zichtbare bladver kleuring sprake is. Hoewel de bovenstaande gedachtengang gemeengoed is, valt het gestelde moeilijk te rijmen met de grondbe ginselen van de fotografie. Het is nu eenmaal zo, dat een object donkerder wordt afgebeeld naarmate de reflectie van de straling, waarvoor de film gevoelig is, afneemt. Dat een infrarood film hierop een uitzondering zou kun nen vormen, is uitgesloten. De strekking van de bedoelde slagzin is derhalve minder juist dan de overtuigingskracht ervan doet vermoeden. Bovendien vertonen gezonde bomen op FC-foto's kleu ren, die al naar gelang de soort, uiteenlopen van wit voor licht geelgroen loofhout, tot donkerpaars voor donker groen naaldhout. Of een zieke boom daadwerkelijk minder infrarode stra ling reflecteert dan een gezonde, valt met het blote oog niet te controleren. Daarentegen is tijdens elke herfst duidelijk te zien dat afstervend blad geleidelijk verkleurt van groen via lichter groen en geelgroen naar geel, rood of bruin. Aan bomen waarvan het blad om minder na tuurlijke redenen afsterft, zijn vergelijkbare kleurveran deringen waar te nemen. Hoe het wèl zit Een boom met gelig blad reflecteert bij een gelijkblijven de reflectie van blauw en groen licht meer rood licht dan een soortgenoot met groen blad. Volgens het beginsel van de fotografie leidt een hogere reflectie tot een lichter (positief) beeld. FC-film is ver krijgbaar in 35 mm (kleinbeeld) uitvoering, zodat het voor een ieder mogelijk is een en ander proefondervinde lijk vast te stellen. Wie genoegen neemt met het bestuderen van ander mans werk, kan in brochures die Kodak over infrarood 223

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1983 | | pagina 5