Tabel 2. Resultaten van drie onafhankelijke interpretaties bij het opsporen van iepeziekte onder 667 laanbomen met behulp van FC foto's op schaal 1 9600 (ontleend aan Fairweather e.a., 1978). terrein ziek (36) gezond (631) 10. kolom 2 foto ziek gezond gezond ziek 1. goed fout goed fout als kolom 8 resultaat foto-interpretatie 2. aantal 3. 4. aantal 5. 6. aantal 7. 8. aantal 9. A 16 44 20 56 557 84 74 16 22 B 16 44 20 56 582 87 49 13 33 C 18 50 18 50 566 85 65 15 28 3. Van opsporen naar monitoren Kijken of meten Hoewel FC-fotografie al tien jaar in gebruik is bij ge meentelijke plantsoenendiensten, bestaat er nog geen algemeen gangbare of tot volle tevredenheid stemmen de aanpak. De toepassing is bovendien geleidelijk ver schoven van het opsporen van ernstige gevallen naar het volgen (monitoren) van de ontwikkeling van de vitaliteit gedurende een reeks van jaren. Daarbij is de vraag stelling verlegd van „gezond of ziek" naar „gezonder of zieker". Een voor de hand liggende, maar volstrekt onuitvoerbare methode van monitoren is om voor elke boom de kleur op een FC-foto van jaar X visueel te vergelijken met die op een dito foto van jaar Y. Door niet een subjectieve visuele kleurbeoordeling toe te passen, maar een objec tieve meting uit te voeren met een densitometer, is een vergelijking in principe wel mogelijk. Meten van reflectie; reflectiecurven Zelfs voor een voorwerp dat wit, zwart of neutraal grijs van kleur is, vertoont de reflectie niet dezelfde waarde voor alle golflengten van het zichtbare spectrum van 400 - 700 nano meter. Dit blijkt wanneer met een spectrometer de reflectie wordt gemeten in golflengtebandjes van enkele nano meters. De reflectieve eigenschappen van objecten laten zich alleen met dergelijke verfijnde apparaten vaststellen, met het blote oog is dit uitgesloten. Ook kleurenfilms zijn voor dat doel ongeschikt, omdat daarmee slechts drie golf lengtebanden beschikbaar zijn, die bovendien elk een breedte hebben van 100 nanometer of meer. Omdat ver anderingen in de reflectie van planten zich voordoen over zulke relatief brede golflengtebanden, zijn kleurenfilms al leen maar geschikt voor het aantonen van verandering in de reflectie. Het hoeft geen betoog dat het meten van de reflectie van een volwassen loofboom aanzienlijk lastiger is dan een re flectiemeting aan een of meer afgeplukte bladeren. De ervaring heeft geleerd dat deze directe methode bij de uitvoering stuit op de nodige complicaties. De metho de heeft een analogie in het draaien van een snelliuspunt vanaf een niet verankerde roeiboot. De situatie laat zich namelijk als volgt schetsen: 1. Voor een zinvolle toepassing is het noodzakelijk dat een subtiele verandering in de reflectie van een boom kan worden afgeleid uit de kleur op twee FC-foto's van verschillende datum. Het gaat derhalve om, in absolute zin, kleine verschillen in densiteit tussen de twee foto's. 2. Zonnestand, bewolking, atmosferische conditie, windsnelheden (bladstand) en mate van bestoffing zijn allerminst constant in de tijd en hebben invloed op de kleur van het FC-beeld. 3. Lichtafval naar de rand van de foto, gevoegd bij het verschijnsel dat objecten dus ook bomen niet in alle richtingen in gelijke mate reflecteren, leidt tot een niet-uniforme kleur over het beeldvlak van de foto. NGT GEODESIA 83 Omdat de positie die een boom op een foto inneemt, van opname tot opname verschilt, krijgt die boom daarom ook nooit precies dezelfde kleur op twee ver schillende opnamen. 4. De eigenschappen van het fotografische materiaal, en het verloop van het ontwikkelproces vertonen van film tot film altijd grote of kleine verschillen. De onder 2, 3 en 4 genoemde verschijnselen leiden bij opnamen van verschillende data tot een kleurverschil, dat ten opzichte van het onder 1 genoemde verschil rela tief groot is. Directe vergelijking van densiteiten die niet zijn gecorri geerd voor storende factoren, heeft geen enkele zin. Correctie is nogal lastig (waarover meer in het derde arti kel van deze serie). Densitometer Naarmate transparant materiaal minder licht doorlaat, is de kleur ervan donkerder. Door de transmissie te meten, is het mogelijk om de kleurdichtheid de densiteit in een getal uit te drukken. De relatie van densiteit (D) met transmissie (T) is als volgt: D log (1/T) Bij T 1 (volledige transmissie) is D - 0. Bij T 0,1 is D 1. Voor interpretatiedoeleinden dient de densiteit meestal te liggen tussen 0,5 en 2,0. Een densitometer meet in feite de transmissie, maar geeft de uitkomst in de vorm van een densiteit. Een kleurendensitometer is uitgerust met drie filters (blauw, groen en rood), wat het mogelijk maakt om te meten hoe veel blauw, groen en rood licht de drie kleurstoffen, die in de film zitten, op een bepaalde plaats samen doorlaten. De uitkomst hiervan zijn de integrale densiteiten: Db, D0 en D,. Het is niet mogelijk om de densiteiten voor elk der kleur stoffen afzonderlijk te meten. Zulke analytische densiteiten laten zich wel onder bepaalde voorwaarden berekenen uit de gemeten integrale densiteiten. Dit onderwerp komt in deel 3 uitvoeriger aan de orde. Gangbare methode De noodzaak tot correctie van densiteitsmetingen wordt doorgaans omzeild door het opstellen van een klasse indeling naar vitaliteit voor elke opnamedatum afzonder lijk. Vervolgens dienen de beide klasse-indelingen voor het vaststellen van vitaliteitsveranderingen per boom tussen de twee opnamedata. Deze relatief simpele en doeltreffende aanpak staat of valt met de deugdelijkheid van de klasse-indelingen. Omdat er, zoals hiervóór is betoogd, een ongelijkmatige kleurverdeling in de foto optreedt, kan correctie van dit verschijnsel ook bij de hier geschetste aanpak nodig zijn. De daartoe gebezigde techniek bestaat doorgaans uit het berekenen van ratio's in alle mogelijke combinaties van de uitkomsten van de drie densiteitsmetingen die per boom zijn gedaan. Bij nadere beschouwing van deze ratiotechniek (in het derde artikel) zal blijken, dat niet elke ratio even zinvol is, ook al heeft de samenhang van 225

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1983 | | pagina 7