Remote Sensing en straat
bomen (III)
Remote Sensing en straatbomen (III)
In het derde deel gaan de auteurs als gebruiker-wetenschapper in op de theoretische achtergronden van het gebruik
van false-colour foto's bij de kwaliteitsbewaking van straatbomen. Daarbij kan niet worden ontkomen aan de noodzaak
om wat verder in de groene keuken te kijken. Het blijkt dan dat het blad een overheersende rol speelt bij de kwaliteits
bepaling van boom of plant.
Verder wordt de lezer bekend gemaakt met begrippen als de spectrale signatuur" van een blad, zijn ,,energie-
absorptie" en hetmeten van energieverschillen", welke te zamen een koortsthermometer" moeten opleveren voor
zieke en gezonde bomen. Dat hierbij bijvoorbeeld de gedurige wisseling van het (hemel)licht een grote barrière vormt,
zal duidelijk worden.
In het huidige onderzoek in 's-Gravenhage moet echter met meerdere variabelen worden gerekend. Hierdoor is het
nodig om vele ijkingen uit te voeren. Het gebruik van referentiepanelen" (panelen met kleurvlakken met bekende
spectrale eigenschappen), welke worden meegefotografeerd, is hier een voorbeeld van. In dit verband kan worden
gedacht aan de rol die paspunten spelen in de fotogrammetrische kaartering.
Tenslotte kan worden vermeld dat de auteurs bereid zijn nader te rapporteren over toekomstige onderzoeksresultaten.
In een nieuw artikel zal hieraan aandacht worden besteed. In de tussentijd kijken wij uit naar reacties en eigen bevin
dingen van andere groene gebruikers van false-colour foto's.
De redactie
(Straatbomen en false-colour fotografie)
door Gertjan Eikenaar, werkzaam bij de Dienst der Ge
meenteplantsoenen te 's-Gravenhage en
Janhein Loedeman, verbonden aan de Bosbouw- en
Cultuurtechnische School te Velp en de Landbouwhoge
school te Wageningen.
1. Inleiding
In het voorgaande artikel (NGT Geodesia, 1983, no. 7/8)
werd opgemerkt, dat het monitoren (volgen en registre
ren) van de gezondheidstoestand van straatbomen een
kwantitatieve benadering vergt. Voordat echter tot dit
monitoren kan worden overgegaan, dienen de volgende
vraagstukken nader te worden belicht:
- Wat is het verband tussen de gezondheidstoestand
van straatbomen en hun reflectieve eigenschappen?
- Wat is het verband tussen deze reflectieve eigen
schappen en de op de false-colour (FC-) foto geme
ten densiteiten.
In dit artikel worden deze vraagstukken en iets van de
oplossing ervan benaderd vanuit een theoretisch uit
gangspunt, en toegelicht met enkele voorbeelden. De
volgende punten worden daarbij behandeld:
- verband tussen gezondheidstoestand en spectrale
verschijnselen;
- fotografisch registreren van energieverschillen;
- fotografische emulsies en hun eigenschappen;
- van integrale densiteit naar ontvangen energie;
- van ontvangen energie naar gereflecteerde energie;
- van gereflecteerde energie naar spectrale signatuur.
2. Verband tussen gezondheidstoestand en spec
trale verschijnselen
Gezondheidstoestand
Bomen zijn levende, ruimtelijke structuren, die tot een
bepaalde, vrij hoge leeftijd in omvang toenemen. Bij de
verdeling over de ruimte hebben zij zich ingesteld op de
exploratie van de bodem en de atmosfeer. Tussen de
boom en zijn omgeving bestaat een continue wisselwer
king, waarbij de boom voortdurend naar evenwicht zal
streven. Die omgeving is echter niet constant en de
boom zal dan ook steeds reageren op de veranderingen.
Hiervoor heeft hij een aantal mechanismen ontwikkeld.
Het reageren op veranderingen geschiedt, indien de
druk (stress) die de omgeving uitoefent bepaalde tole
rantiegrenzen niet overschrijdt, zonder veel problemen
(bijv. het openen en sluiten van de huidmondjes in het
blad). De boom manifesteert onder deze condities het al
gemene adaptiesyndroom.
Deze gezondheidstoestand kan als referentieniveau die
nen; Murtha en McLean [24]*) definiëren dan ook een
„standard normal tree" als een boom zonder waarneem
bare ziekteverschijnselen. Ziekteverschijnselen treden nl.
op wanneer de druk van de omgeving de tolerantie
grenzen overschrijdt. De boom geraakt dan in een toe
stand van overspanning (strain).
Kenmerken
Zoals uit het voorgaande al min of meer duidelijk is ge
worden, is de gezondheidstoestand van een boom niet
direct vast te stellen of te meten. Deze wordt hierom
veelal afgeleid uit een aantal fysiologische en morfolo
gische kenmerken.
Voordat een boom aan overspanning te gronde gaat,
manifesteert hij namelijk een opeenvolging van syndro
men, die ieder afwijken van het algemene adaptiesyn
droom.
Een toestand van overspanning uit zich in bepaalde ken
merken, welke afwijken van die van een gezonde boom.
De noten (1) t.m. 131] zijn opgenomen op p. 281 onder „Litera
tuur".
266
NGT GEODESIA 83