1 2
Afname van de bladhoeveelheid blijkt vaak gepaard te
gaan met een afname van de reflectie tussen 700 en 900
nm (IR-reflectie). In figuur 9 wordt dit gedemonstreerd
door de relatie tussen het veel gebruikte IR/R ratio en de
LAL Uit figuur 9 blijkt verder, dat verwelking leidt tot een
schijnbare afname van de biomassa (LAI). Uit tabel 4 en
figuur 10 blijkt tevens dat de al eerder genoemde ratio
I R
R
3 0
2 0
1 5
1 0
0 5
0 0
IR
R
I1
LAI
4.5
40
3 5
3 0
2 5
2 0
1 0
0.5
0 0
100
200 300 400
T I M E hours
500
Fig. 9. LAI (Leaf Area Index) en de ratio IR/R als functies van de
tijd, waarin de drie fasen uit tabel 4 zijn weergegeven (Curran et al
7
IR
~R
3 0
Chlorophyll o
Chlorophyl I
Amount (mgm"2)
600
200 300 400
time 'hours'
Fig. 10. Het chlorofylgehalte en de ratio IR/R als functies van de
tijd, waarin de drie fasen uit tabel 4 zijn weergegeven Curran et ai
I7J).
IR/R goed is gecorreleerd met het chlorofylgehalte; bij
verwelking is de correlatie echter niet meer significant.
Wanneer de biomassa afneemt, zal ook de achtergrond
reflectie (bodem, takken) een rol gaan spelen, omdat
deze straling door de open kroon kan dringen. Wanneer
de kroon steeds minder dicht wordt, zal de spectrale sig
natuur van het object steeds meer op die van de achter
grond gaan lijken.
Spectrale verschijnselen op basis van energiewaarden
Tot dusverre is de reflectie steeds weergegeven als per
centage van de inkomende straling. In werkelijkheid gaat
het om de distributie van de gereflecteerde stralings
energie. De spectrale samenstelling van de inkomende
straling is niet uniform. Wanneer de inkomende stra
lingsenergie wordt uitgezet als de hoeveelheid energie
per golflengte-interval, ontstaat globaal een grafiek als
weergegeven in figuur 11.
De inkomende straling kan echter van minuut tot minuut
variëren (figuur 12) en een algemeen geldige grafiek voor
de gereflecteerde stralingsenergie is daarom niet te
geven. Hoewel de inkomende straling en hierdoor de ge
reflecteerde energie in korte tijd sterk kunnen fluctueren,
blijven de verhoudingen tussen G, R en IR min of meer
bestaan. In figuur 13 is de gereflecteerde energie (Qr)
uitgezet voor één bepaalde situatie.
Het spectrale gedrag van boomkronen hangt sterk sa
men met de stralingsenergie, die door de kroon wordt
onderschept en met de wijze waarop deze energie wordt
benut. Hierbij is een goede relatie gevonden tussen de
bladhoeveelheid en het chlorofylgehalte, dat wil zeggen
tussen de gezondheidstoestand en de IR/R-ratio.
3. Fotografisch registreren van energieverschillen
Hierna zal worden nagegaan in hoeverre de luchtfoto
grafie kan voldoen aan de eisen van het registreren van
energie in de verschillende golflengtebanden. Het ver
loop van de reflectie tussen 650 nm en 800 nm is het
Fig. II. Spectrale samenstelling van de totale zonnestraling Ibo
venste curveen de directe zonnestraling Ionderste curve). Het
gearceerde gedeelte geeft de diffuse zonnestraling weer (Monteith
1221).
Canopy growth
Canopy stability
Canopy wilting
50 - 180 hours
180 - 330 hours
330 - 550 hours
r
Sig. level
r
Sig. level
r
Sig. level
(percent)
(percent)
(percent)
Chlorophyll concentration/LAI
0.893
1
0.810
1
0.720
NS
Chlorophyll concentration/(IR/R)
0.916
1
0.980
1
0.730
NS
LAI (IR/R)
0.924
1
0.926
1
0.933
1
Tabel 4. Correlatie tussen de chlorofylconcentratie, de hoeveelheid blad per oppervlakte-eenheid (LAI) en de infrarood7 rood-verhouding
IIR/R) voor drie fasen: groei, stabiliteit en verwelking van boomkronen (Curran et al. 17]).
0.4 0 5 0.6 0 7 0 8 0 9 1.0 II
Wavelength (p)
270
NGT GEODESIA 83