Deze gang van zaken verklaart, waarom vegetatie (don kergroen overkomt op TC-film, maar fel paarsrood op FC-film. Ter illustratie is in fig. 20 en 21 een praktijkvoor beeld gegeven. De daar weergegeven densiteiten zijn ontleend aan foto's 3 en 4 op p. 274. De chlorose van de linden is op foto 3 (TC) zichtbaar ais bleek-groen, op foto 4 (FC) als bleek-rood („rose"). Uit fig. 20 en 21 valt af te leiden, dat voor chlorotische bomen bij TC de C- vormende laag een geringe(re) densiteit heeft en dat bij FC dit het geval is voor de M-vormende laag. Dit wijst eenduidig op een verhoogde roodreflectie van de chloro tische exemplaren. Dat het FC-beeld contrastrijker is, valt zowel uit de foto's als uit de grafieken af te leiden. Bij de grafieken komt dit tot uiting in grotere fluctuaties. Vergelijk daartoe het verloop van de densiteit in de rood- en groengevoelige lagen van de TC-film met die van de FC-film. Indien we aannemen dat van een zeker densiteitsverschil sprake moet zijn voordat in de foto een zichtbare kleur verandering optreedt, zal chlorose op FC-film eerder waarneembaar zijn dan op TC-film. Floewel TC-film een lagere contrastindex (Cl) heeft dan FC-film, ligt deze nog ruimschoots boven 1,0 (zie fig. 16). Zolang de Cl van een film hoger is dan 1,0, geeft zo'n film kleurverschillen ver sterkt weer. Om die reden is het verklaarbaar, dat op TC- film een nog niet zichtbare chlorose eerder waarneem baar wordt (Gausman c.s., [13]). Spectrale eigenschappen van beeldvormende kleur stoffen De kleurstoffen die bij de drielaags kleurenfilm het beeld vormen, beschikken over specifieke absorptie-eigen- schappen, die globaal neerkomen op hetgeen in tabel 6 is aangeduid. In fig. 22 zijn die eigenschappen aange geven voor TC-film en FC-film. Het verschil tussen beide films is op dit punt miniem. De absorptiecurven voor Y, M en C blijken elkaar deels te overlappen. Het aandeel blauw in het beeld hangt weliswaar voornamelijk af van de densiteit van kleurstof Y, maar zeker ook ten dele van die van de kleurstof M, en enigszins van de densiteit van C. Stel dat de densiteit van Y aanzienlijk lager is dan die van M, dan bepaalt de densiteit van M in belangrijke mate het aandeel blauw in de uiteindelijke kleur. De vorming van de hoeveelheid M hangt af van de energie die de betreffende laag ont vangt. Bij de FC-film is dat in de rode golflengteband; dus juist in die band, waarbij voor vegetatie-opnamen de hoogste densiteiten zullen optreden wegens de extreem geringe reflectie tussen 650 en 690 nm. Het is niet mogelijk om de densiteiten van Y, M en C af- D-- -logt TC FC 400 450 X» 550 600 650 '00 WAVHENGTH Inwil Fig. 22. Verschillen in transmissie van de kleurstoffen in true-colour film t.o.v. die in de false-colour film; bij een neutraal grijs van D 1,0. (Bron: Kodak.I zonderlijk te meten, omdat de betreffende emulsielagen over elkaar zijn aangebracht. Een gemeten densiteit is daarom altijd een integrale densiteit van de drie kleurstoffen samen. Omdat niet in alle densitometers de zelfde filters zijn aangebracht, zijn densiteiten, verkregen met verschillende densitometers, niet zonder meer ver gelijkbaar. De afzonderlijke (analytische) densiteiten la ten zich onder bepaalde voorwaarden uit de integrale berekenen. Eenvoudig is dat in geen geval. Of zo'n bere kening noodzakelijk is, valt te bezien. Gelet op de eigenschappen van drielaags kleurenfilms, is enige voorzichtigheid geboden bij het trekken van con clusies omtrent de spectrale eigenschappen van vegeta ties uit densiteitsmetingen op FC-foto's. Een densiteits meting valt allerminst te beschouwen als een reflectie meting. Een densiteitsmeting kan wèl als uitgangspunt dienen voor een berekening van de reflectie in een brede golflengteband. Daarbij bestaat de eerste stap uit het be palen van de energie (de hoeveelheid licht) die op de film is terechtgekomen. Dit gebeurt met behulp van densito- metrie en sensitometrie. De tweede stap komt neer op het corrigeren van deze ontvangen energie tot gereflec teerde energie. De laatste stap levert uiteindelijk de re flectiefactor voor een of meer golflengtebanden, en daarmee in grove zin de spectrale signatuur. 5. Van integrale densiteit (Dint) naar ontvangen energie (QF) In de voorgaande paragraaf is beschreven hoe de drie densiteitscurven voor een kleurenfilm worden bepaald. Het zal uit de beschrijving duidelijk zijn, dat het hier inte grale densiteiten voor Y, M en C betreft van een reeks grijstinten (grijstrap). Misschien zou de fabrikant analyti sche densiteitscurven kunnen leveren voor elke serie films met eenzelfde emulsienummer, maar dat is van weinig praktisch nut; zeker voor FC-film. In de eerste plaats vermindert in de loop van de tijd de gevoeligheid van de C-laag (IR). De mate waarin dat gebeurt, hangt onder meer af van de wijze waarop de film wordt be waard. In de tweede plaats heeft de werking van de ont- wikkelmachine invloed op het verloop van de densiteits curven. Machines van verschillend type zullen leiden tot een verschillende ontwikkeling. De verschillen treden met name op in het bovenste en het onderste deel van de curven. Het is mogelijk om uit een groot aantal integrale densitei ten de factoren vast te stellen, die nodig zijn voor het be rekenen van een analytische densiteit uit de drie inte grale densiteiten voor Y, M en C. (Brewer, [3]; Morris [23]; Holland, [14]; Simonds, [27]; Scarpace, [25] en [26]; Johansen, [16] en [17]). Voor het simuleren van de kleurvorming in drielaags kleurenfilms kunnen combinaties van kleurcorrectiefil- ters worden gebruikt. Deze CCY-, CCM- en CCC-filters zijn verkrijgbaar in verschillende densiteiten. De spectra le absorptie van deze (Kodak-)filters komt goed overeen met die van de kleurstoffen in de kleurenfilms van het zelfde merk (fig. 22 en 23). De gesimuleerde integrale densiteiten voor Y, M en C worden verkregen door alle filters, die voor een bepaalde gesimuleerde kleur nodig zijn, te zamen door te meten met een densitometer. De gesimuleerde analytische densiteiten volgen uit de combinatie van de CCY-, CCM- en CCC-filters, door deze afzonderlijk door te meten. De uitkomsten voor enkele gesimuleerde FC-kleuren staan in tabel 8. 276 NGT GEODESIA 83

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1983 | | pagina 22