landmeetkundig
opzichter (m/v)
gische kernbeslissingen (PKB) en de operationele gebiedsaanwij-
zing (OGA) (hoewel de laatste nog in advies/ontwerpstadium ver
keert). De weerstanden die men soms verneemt ten aanzien van de
OGA komen mij als landinrichter onbegrijpelijk voor, aangezien uit
de praktijk blijkt, dat een gecoördineerde planmatige aanpak van in
richting en beheer op wettelijke basis met invulling van organisato
rische en financiële voorwaarden, uitstekend voldoet.
Hoofdstuk drie behandelt de planologische organen en ruimtelijke
planning op provinciaal niveau. Belangrijkste onderdeel (van de be
schrijving) vormt het streekplan, waardoor reeds, hoewel beschei
den, het directe werkterrein van de landinrichter wordt geraakt. In
een apart subparagraafje wordt de relatie hiermee behandeld,
waarbij op de nieuwste ontwikkeling wordt gewezen dat streekplan
en landinrichtingsplan gelijktijdig worden opgesteld.
Ten aanzien van het verschuiven van bevoegdheden naar de pro
vincie (p. 65), zal moeten worden afgewacht in hoeverre dit land
inrichting zal raken.
Een groot deel van het boek gaat over de ruimtelijke ordening op
gemeentelijk niveau en met name over het bestemmingsplan. Be
grijpelijk uiteraard, omdat dit op het dagelijkse gebeuren het meest
van invloed is. Hier kan men dan ook tal van aanknopingspunten
vinden met het werk van een landinrichter. In eerste instantie onder
het thema van de gebruiksvoorschriften, o.a. aanlegvergunning,
werken in strijd met bestemming, meest doelmatig gebruik, struc
tuur agrarische bedrijven, intensieve tuinbouw en veehouderij,
pseudo-agrarische bebouwing en agrarische bebouwing. Wil men
echter deze voorschriften in de praktijk kunnen plaatsen, dan is het
zonder meer nodig inzicht te hebben in de aard, vorm en rechts
kracht van het bestemmingsplan (p. 83 e.v.).
Uiteraard is voor de kadastrale landinrichters de rechtsbescherming
interessant. Wat dan opvalt is, dat schadevergoeding als vorm van
rechtsbescherming in het boek veel aandacht krijgt. Van dat onder
werp kunnen zij dunkt me nog wel wat opsteken.
Om een snel inzicht te krijgen in de praktische toepassing van een
en ander, kan men het best de knelpunten in het functioneren
opsporen. Door prof. De Haan wordt niet voorbijgegaan aan de
knelpunten rondom het bestemmingsplan. Zo zijn te noemen:
de rechtskracht van met name de kaart;
bouw en aanleg van werken (in feite geen vorm van gebruik,
veeleer inrichting voorafgaand aan gebruik);
toepassen van een algemene bepaling van verbod van gebruik
in strijd met de bestemming;
aanlegvergunning (wanneer nodig);
de spanning tussen rechtszekerheid en flexibiliteit.
De eerste vier punten hangen daarbij samen met het verschil van
inzicht tussen de Hoge Raad en de Afdeling Rechtspraak van de
Raad van State. Op p. 96 is zelfs sprake van het vergroten van de
verwarring door de Afd. Rechtspraak. Jammer genoeg wordt door
de wijze van indeling (in subparagrafen die voor het overige wel
handig werken) de verwarring niet weggenomen c.q. verduidelijkt,
doordat dit verschil van inzicht in verschillende subparagrafen tel
kens weer aan de orde komt. Met name geldt dit voor de lezer die
niet in z'n dagelijkse werk hiermee te maken heeft.
Apart wil ik nog het punt handhaving vermelden, omdat dit meestal
weinig wordt belicht in publikaties, maar van grote betekenis kan
zijn bij de uitvoering.
Aan de opzet van het boek het geven van een compacte uiteen
zetting van het ruimtelijk ordeningsrecht wordt in ruime mate
voldaan. Veel aandacht is geschonken aan het begrippenkader en
het systematiseren van de onderwerpen. Verder worden veelvuldig
de verschillende meningen en gezichtspunten weergegeven die in
het vakgebied voorkomen. Dit zal zeker het inzicht van de lezer in
deze complexe materie vergroten.
Daarnaast geeft het de meest actuele stand van zaken in de ontwik
keling weer. Mogelijk dat dit als leerboek een beperking inhoudt.
De stof wordt beschreven in subparagrafen met een kopje als the
ma. Hierdoor worden telkens korte, voor de lezer overzichtelijke
stukjes, behandeld, hetgeen af en toe een nadeel is (zie ook hier
boven).
Het boek dient te worden beschouwd als een inleiding op de vol
gende twee delen, nl. inrichting en beheer, waarbij het de bedoe
ling is dat de ruimtelijke ordening opnieuw ter sprake komt. Met
belangstelling zie ik beide delen tegemoet.
Het boek wordt uitgegeven door Uitgeverij Kluwer BV; de prijs be
draagt f 40,— (abonnees op de volledige serie krijgen 20% kor
ting).
ir. M. P. Moolenaar
ROVU
DIENST VOOR RUIMTELIJKE ORDENING
De ROVU is een gemeentelijke diensten
structuur in Utrecht, werkzaam op de ter
reinen Ruimtelijke Ordening, Openbare
Werken en Volkshuisvesting. Er werken
1200 mensen.
De afdeling Landmeten en Kartografie
registreert topografische gegevens en
zorgt voor het opslaan, bijhouden en re
produceren daarvan.
De buitendienst zoekt een
De buitendienst doet opmetingen en zet
verder uit.
Er wordt voornamelijk gewerkt met auto
matische tachymeters.
Functie-inhoud alle voorkomende
landmeetkundige werkzaamheden voor
het opbouwen van een topografisch
bestand uitvoeren alle soorten uitzet-
werkzaamheden verrichten leiding
geven aan twee landmeet-assistenten.
Functie-eisen H.T.S.-Landmeetkun
de enige jaren ervaring met en be
langstelling voor moderne geautomati
seerde puntsbepalingstechnieken strekt
tot aanbeveling leidinggevende ca
paciteiten.
Salaris Het salaris bij indiensttreding is
afhankelijk van opleiding en ervaring.
Het maximum salaris van deze functie be
draagt f 3.688,- bruto per maand.
Bijzonderheden De gemeente Utrecht
wil graag meer vrouwen benoemen.
Daarom worden vooral zij uitgenodigd
te solliciteren.
Inlichtingen Meer informatie wordt
gaarne verstrekt door het hoofd van de
afdeling ir. J.B. van Reij,
telefoon 030-919616.
Sollicitaties binnen 15 dagen na
verschijnen van dit blad
in te sturen aan het hoofd
Personeelszaken van de ROVU,
Postbus 8200, 3503 RE UTRECHT,
ondervermelding van nr. 12205A.
286
NGT GEODESIA 83