behoeft te worden afgedrukt. De invoer van vaste pun
ten in het bestand geschiedt met behulp van ponsdocu
menten. Register 3 vertoont de volgende informatie:
VASTPUNTNR. X-RD Y-RD OBJ. REG. VRIJE-RUIMTE
VASTPUNTNR. puntnummer
X-RD x-coördinaat
Y-RD y-coördinaat
OBJ. objectcode
REG. register
VRIJE-RUIMTE ruimte voor toe te voegen informa
tie.
In de kolommen X-RD en Y-RD staan resp. de x- en y-
waarden van de vaste punten in nieuwe coördinaten in
centimeters nauwkeurig. In de kolom „OBJ." staat een
code die de afbeeldingswijze regelt. Onderscheid wordt
gemaakt tussen gesaneerde punten, bruikbare punten
en vastleggingen. Voor het tekenen van overzichten is
het mogelijk, dat vastleggingen worden weggelaten, zo
dat een opeenhoping van punten wordt vermeden. De
kolom „VRIJE-RUIMTE" geeft de toegevoegde infor
matie weer. In principe kan elke gebruiker van het
systeem deze ruimte naar eigen inzicht vullen met aan
tekeningen. Rotterdam hanteert daarvoor een procedure
(zie fig. 7 op p. 309).
Karakteristieke punten worden genummerd met behulp
van de straat- en huisnummering. Elk puntnummer is op
gebouwd uit tien posities:
ABCDEFGHIKmet
ABODE het straatnummer dat steeds uit vijf posities
bestaat. Het is een willekeurig nummer, dat
voor controledoeleinden voldoet aan de elf
modules.
Dit nummer wordt centraal bepaald en ge
bruikt door vele takken van dienst.
FGHI het numerieke gedeelte van het huisnum
mer; voor zover dat uit minder dan vier posi
ties bestaat, worden voorloopnullen inge
vuld.
K volgnummer van het karakteristieke punt,
indien bij één pand meerdere karakteristieke
punten behoren (maximaal negen KP's per
huisnummer of huisnummergroep).
De bepaling van KP's is reeds aan de orde gekomen in
paragraaf 3.2. Evenals de „echte" grondslagpunten
verkleind model
600490
61243e
Fig. 10. Fragment van een grondslagoverzicht schaal 1 5 000. De werkelijke uitvoering bestaat uit een standaard gekleurde topografische
kaart met een overlay waarop de grondslag Is afgebeeld.
NGT GEODESIA 83 311