Fotogrammetrie en Geodesie*) Enige kritische beschouwingen over hun onderlinge relatie door prof. Dr.-lng. F. Ackermann, hoogleraar aan de Universiteit van Stuttgart. 1. Inleiding Jubilea van gezelschappen of organisaties zijn gewoon lijk gelegenheden, waarbij een terugblik of beschouwing in algemene zin wordt gehouden. Ook in de hierna volgende bijdrage wordt het 50-jarig jubileum van de Nederlandse Vereniging voor Fotogrammetrie benut om over de ontwikkeling van de fotogrammetrie vanuit het gezichtspunt van de relatie met geodesie na te denken. Daarbij is het niet de bedoeling diepgaande programma tische samenhangen te beschrijven of zelfs nieuwe bloot te leggen. Wat betreft de samenhang met de geodesie, zullen uitsluitend de algemeen bekende ontwikkeling van methoden, produkten en operationele eigenschap pen van de fotogrammetrie worden belicht vanuit het standpunt van de fotogrammeter. Bovendien zal worden uiteengezet hoe de fotogrammeter de ten dele tegen strijdige relatie heeft ervaren. Allereerst moet duidelijk worden benadrukt, dat hier het begrip geodesie niet in de enge zin van aardmeting, maar als totaal begrip voor de gehele landmeetkunde („surveying en mapping") wordt bedoeld, echter wel binnen de conventionele afbakening. Daarbij richten de overwegingen zich voornamelijk op de ambtelijke land meetkunde, met als zwaartepunt topografische kaarten, geodetische netwerken en kadastermetingen. Aan de andere kant wordt de fotogrammetrie ook beke ken vanuit zijn door geometrie en nauwkeurigheid ge kenmerkte harde kern, die zonder twijfel tot voor kort in principe het belangrijkste en centrale deel van de foto grammetrie uitmaakte. Men kan echter andere aspec ten, bijvoorbeeld die van de foto-interpretatie, hiertegen over plaatsen. Deze beperkingen in de beschouwingswijze zijn hier met het oog op het naar voren gebrachte thema bewust ge kozen om bepaalde aspecten van de ontwikkeling syste matisch te kunnen nagaan. Duidelijk moet evenwel wor den gesteld, dat het om willekeurige beperkingen gaat. Met een andere keuze van prioriteiten zouden geheel andere aspecten van de fotogrammetrie of haar relatie met andere disciplines kunnen worden belicht. De wezenlijke inhoud van de fotogrammetrie en haar be langrijkste ontwikkelingsrichting, die tot de nauwe rela tie met de landmeetkunde hebben geleid, worden al in Inleiding gehouden op 23 september 1982 te Delft, tijdens de door de Nederlandse Vereniging voor Fotogrammetrie georga niseerde studiedag ter gelegenheid van haar 50-jarig bestaan. De vertaling van deze inleiding werd verzorgd door ir. B. J. Beers en mevr. M. E. Kruyt-'s Jacob. hun benamingen vastgelegd en zijn vanaf het eerste begin duidelijk zichtbaar. De aanduiding „fotogrammetrie", die na ongeveer 1870 in Midden-Europa begon in te burgeren, definieert, evenals de eerder gebruikte aanduidingen „iconografie" of „metrofotografie", de fotogrammetrie als een (geo)- metrische meettechniek die aan de fotografische afbeel ding als wezenlijk element is verbonden. Het Duitse woord „Bildmessung" benadrukt die betekenis nog directer. Sindsdien wordt de fotogrammetrie aangeduid als een met (fotografische) afbeeldingen werkende indirecte meetmethode, die een onderdeel vormt van de gehele discipline van de meettechniek. Deze ook nog tegen woordig algemeen geldende karakterisering vertoont op het eerste gezicht geen bijzondere affiniteit met de land meetkunde. Vooral ook, omdat de fotogrammetrie niet werd uitgevonden met het oog op bepaalde behoeften van de landmeetkunde! Dienovereenkomstig zijn toe passingen in principe mogelijk buiten of op de grens van de landmeetkunde, evenals binnen anders georiënteerde disciplines. Nochtans is de fotogrammetrische methode vanaf het begin zeer dicht naast de landmeetkunde komen te staan door de technische mogelijkheden van de foto grafie, de bereikbare afbeeldingsschalen, het primair geometrisch concept, de eigenschap van overzicht over grotere oppervlakken en de algemene operationele voor waarden, welke later doeltreffend werden uitgebreid naar luchtfoto's. Toepassing op dit gebied was niet direct de opzet, maar heeft zich als hoofdgebied van de fotogrammetrie ontwikkeld. Deze constatering vormt het uitgangspunt van de vol gende beschouwingen, volgens welke de fotogramme trie, ondanks de in principe wezenlijk breder gerichte, en ten dele ook verwezenlijkte mogelijkheden, niet alleen als belangrijkste toepassing de landmeetkunde heeft ge vonden, maar dat dit toepassingsgebied ook de centrale drijfveer voor haar ontwikkeling heeft gevormd. Tenslotte beschouwen we daarom de fotogrammetrie aan de hand van het gedurende tientallen jaren belang rijkste toepassingsgebied en de belangrijkste van de in strumentele en methodische ontwikkelingen tot nu, in de eerste plaats als meet- en kaarteringsmethode. In dit verband is het interessant, dat reeds de allereerste historische toepassingen van de fotogrammetrie dit uit gangspunt duidelijk laten zien. Reeds binnen 20 jaar na de uitvinding resp. de bekend making van de fotografie (1839) heeft kolonel Lausse- dat, de beroemde Franse pionier van de fotogrammetrie, NGT GEODESIA 83 313

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1983 | | pagina 15