Licht en Geluid (Kleurbeleven en toonervaring) schikt, bijv. in de vorm van bodemgebruikskaarteringen, of globale opname van bosbestanden. Er bestaat echter geen twijfel over, dat de digitale beeldverwerking in de toekomst in het engere gebied van de fotogrammetrie zal worden betrokken. Deze nieuwe ontwikkelingsfase van de fotogrammetrie kenmerkt zich door een drastische verandering van ar- beidsmethoden en van hulpmiddelen, en tegelijkertijd door een reusachtige uitbreiding van doelstellingen, prestaties en produkten. In de zin van ons thema is als vervolg te verwachten, dat de fotogrammetrie weer ver sterkt eigen en zelfstandige wegen inslaat. De nieuwe methoden en doelstellingen hebben weinig gemeen met de landmeetkunde, zodat voor de naaste toekomst een duidelijke divergentie tussen fotogrammetrie en land meetkunde zal zijn te constateren. Anderzijds zal de werkwijze van de fotogrammetrie sterker de natuur kunde en de signaalverwerking volgen. Gezien het bovenstaande kan men nu en in de nabije toekomst in de fotogrammetrie een zelfstandige ontwik kelingstendens constateren, die naar methoden, hulp middelen en doelstelling zelfstandig is en zich losmaakt uit de nauwe relatie met de landmeetkunde. De klassieke fotogrammetrisch/geodetische opgaven zijn daarbij wel iswaar niet opgegeven, maar de nieuwe fotogrammetrie zal toch veel algemener dan tot nu toe zijn gericht op alle geowetenschappen en sterker dan tot nu toe interdisci plinair zijn georiënteerd. Het trefwoord van de milieu informatie of van de geo-informatiesystemen omvat mis schien het beste de grote spanwijdte van het toekom stige werkterrein van de fotogrammetrie. De nieuwe divergentie tussen fotogrammetrie en land meetkunde is in technisch en inhoudelijk opzicht duide lijk. Desondanks kan men vaststellen, dat het op langere termijn om een voorbijgaande of schijnbare divergentie gaat. Want ook de landmeetkunde moet en zal zich los maken van zijn enge, op zichzelf betrokken klassieke doelstelling en zich sterker interdisciplinair oriënteren, en moet zich bovendien algemeen openstellen voor de eisen van verwante disciplines. Met andere woorden: de tendens van de nieuwe fotogrammetrie overlapt groten deels de te volgen ontwikkeling van de landmeetkunde, Vorig jaar stond in het novembernummer van dit tijd schrift op p. 393 een artikel van R. L. van Renesse over: „Historische en actuele aspecten van het menselijke kleurbeleven". Dit interessante opstel behandelde ver scheidene historische opvattingen en filosofische inzich ten aangaande het „kleurbeleven". zodat beide disciplines zich toch weer gezamenlijk op de zelfde doelstelling richten. Op een andere plaats heb ik in vergelijkbare samenhang gesproken van de uitdaging van de landmeetkunde door de automatisering. Naar mijn mening staat de landmeet kunde met inbegrip van fotogrammetrie en kartografie voor deze uitdaging. Zijn toekomstige plaats resp. zijn bestaan zal op lange termijn ervan afhangen, of en hoe zij tegen deze uitdaging is opgewassen. Onder invloed van de technische ontwikkeling en met de mogelijk heden ervan kan de landmeetkunde toepasbaar zijn: - voor het verzamelen van algemene milieugegevens voor wetenschappelijke, technische, maatschappe lijke, administratieve en gerechtelijke doeleinden; - voor de verwerking, resp. manipulatie van gegevens, van sorteren, opslaan, classificeren van gegevens tot aan ieder gewenst gebruik, verwerking en toepas sing; - voor de opslag van de informatie in databanken, het opvragen (retrieval) en bewerkte presentatie (display) van de informatie. De landmeetkundig ingenieur zal zich dus nu buiten zijn huidige werkterrein moeten begeven als aandrager van milieugegevens, de verwerking, het gebruik en de pre sentatie ervan. Het oppakken van deze ruime opgave is de grote uitdaging, waarmee alle disciplines van de land meetkunde met inbegrip van de fotogrammetrie worden geconfronteerd. De oplossing van deze grote opgave kan alleen slagen, indien hieraan alle disciplines van de landmeetkunde gezamenlijk werken en wanneer alle moderne technische hulpmiddelen worden ingezet. Om gekeerd is de technische ontwikkeling ook voorwaarde en garantie voor het onder de knie krijgen van de op gaven. Zo staan wij aan het slot van onze beschouwingen over de verhouding tussen fotogrammetrie en geodesie weer aan het begin van een nog onafzienbare ontwikkeling, waarbij traditionele begrenzingen van de diverse discipli nes volledig doelloos worden, maar waarbij ook de ge hele landmeetkunde voor veelomvattende opgaven staat, waarbij voor de oplossing ervan alle moderne technische hulpmiddelen en de nauwste samenwerking van alle technische methoden noodzakelijk zullen zijn. Een van de historische opvattingen met betrekking tot „kleur" welke daarbij werd genoemd, was die van Sir Isaac Newton (1642- 1727). Deze had opgemerkt dat, als een bundel wit („gewoon") licht door een spleet op een prisma valt, dit niet alleen door het prisma wordt ge broken, maar zich ook in een „kleurenwaaier" uit- door ir. H. L. Rogge, oud-medewerker aan het ITC te Enschede. NGT GEODESIA 83 319

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1983 | | pagina 21