nederlands geodetisch tijdschrift Rotterdamse grondslag in een nieuwe jas door J. Rietman, ir. B. Spigt en ir. C. ZeiHemaker, respectievelijk chef Vastgoedbestanden, chef Reken kamer en chef Stafbureau Bedrijfs voering en Ontwikkeling bij de Dienst Gemeentewerken te Rotter dam, afdeling Landmeten en Kar- tografie. SUMMARY In 1971 an important step was made in the automation of activities concerning the framework of control points (f.c.p.). This step was made with the intention to computerize the process of large-scale-mapping of topography and cable and pipe-line networks. The automation caused fundamental changes in the organization structure. Besides a change in tasks and (re)education, a subdepartment was established especially for the f.c.p.-measurements. Also from a technical point of view differences with the previous system can be noticed; these differences concern the method of calculation and the computerized registration. According to the latest views densification-networks in built-up areas are designed in a mesh-like fashion and adjusted in two phases due to the W-test of observations. The mesh-like networks are of a high quality (precision and reliability). The centre of the registrationsystem is the data-base in which technical and administrative information is stored. The central registrationsystem is called ARTOL. Besides the design of modem integrated networks, attention was paid to the preservation of the realised control points. Nowadays they are secured in buildings and other fixed objects. The way of preserving these points, combined with the polar measurement system and the computerized least-squares adjustment, results in less time consuming preparations for the topography measurement afterwards approximately 10 to 15%. Lastly it's worth mentioning the tremendous amount of work that had to be done to reorganize the old registers before storing the coordi nates in the data-base. 1. Samenvatting Het doel van dit artikel is het openbaar maken van de huidige geautomatiseerde werkwijze met betrekking tot de grondslag in de gemeente Rotterdam. Deze nieuwe, geautomatiseerde werkwijze heeft gestalte gekregen in het kader van een meer omvattend vernieuwingsproces bij de gemeente, nl. het proces van de geautomatiseerde registratie van topografie en leidingen het systeem ARTOL. Dit systeem impliceert afzonderlijke bestanden van topografie, leidingen, (kadastrale) grenzen en plan situaties te managen en heeft o.a. tot doel om, in relatie tot andere systemen, de gemeente een veelheid aan (grafische) informatie met betrekking tot vastgoed te verschaffen. Het fenomeen „landmeetkundige grondslag" is voor de landmeter van fundamentele betekenis. Dit vormt im mers de basis van landmeetkundige opnamen in het ter rein, maar ook voor uitzettingen ten behoeve van de rea lisering van objecten en voorzieningen. De grondslag is het mathematisch stramien, waaraan de plaatsbepaling van de genoemde vastgoedsystemen is gerelateerd. In dit licht bezien heeft de voormalige werkgroep ARTOL in haar rapport „Inhoud en Eisen"1) met recht de nodige Uitgave gemeente Rotterdam 1972. NGT GEODESIA 83 aandacht aan de grondslag besteed en de geautomati seerde registratie van de grondslag als voorwaarde in het ontwerp meegenomen. Het opstarten van het automatiseringsproces bij de ge meente heeft fundamentele veranderingen teweegge bracht. Zowel de organisatiestructuur als het werk pakket per onderafdeling is aangepast aan de gewijzigde situatie. Zo is een rayon Topografiemetingen in het leven geroepen, dat zich uitsluitend bezighoudt met de op metingen voor de kaart en de algemene grondslag meting; verder heeft de Tekenkamer invloed ondergaan (minder tekenaars) en is een onderafdeling Vastgoed bestanden gevormd. Voormalig landmeetkundige teke naars zijn bijgeschoold en functioneren als medewerkers in geautomatiseerde processen. Een met name te noemen werkzaamheid, die direct voortvloeit uit de automatiseringsaanpak, is de grond slagsanering. Met veel inzet en toewijding is bereikt, dat het bestaande grondslagarchief, geschoond van onvol komenheden en dubbelzinnigheden, is omgevormd tot een uniform en eenduidig systeem. Voorts is een nieuwe grondslagfilosofie geboren. Vaste (verstarde) meetlijnpatronen zijn doorbroken. In de plaats daarvan wordt polair gemeten, hetgeen veel vrijheid in het kiezen van de meetopstelling tot gevolg heeft. 301

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1983 | | pagina 3