maken, en te mikken op resultaten die over een reeks van jaren hun nut afwerpen. Drie zaken vragen achtereenvolgens onze aandacht: de kwaliteit van oude grondslag, de kwaliteit van de nieuw te maken grondslag en de methode van verzekering, d.w.z. het door de tijd heen vasthouden van de grond slag. Oude grondslag Het beoordelen van de kwaliteit van de grondslag die na de sanering is overgebleven, is een moeilijke zaak. De verwachting mag niet bestaan, dat van elk vroeger ge meten punt nu nog kan worden bepaald welke nauw keurigheid/betrouwbaarheid het heeft. De wordingsge schiedenis (hoe is het punt bepaald, tot welk net/poly goon heeft het behoord en hoe staat het met het „voor geslacht") is een onontwarbare knoop. Ook is niets be kend over de verstoring van punten. Toch moet over de kwaliteit iets te zeggen zijn. Mis schien kunnen we een beeld krijgen uit het analyseren van grote aantallen meetlijnen met de daarbij behorende sluittermen. Een dergelijke analyse is voor ARTOL ge maakt om praktische criteria te verkrijgen voor het ac cepteren of verwerpen van de resultaten van detail metingen. Het voert in het kader van dit artikel te ver om daarover uit te weiden. Wellicht is een analyse van be doelde sluittermen ook geschikt om iets te zeggen over de kwaliteit van netconstructies, die qua niveau aan de meetlijnnetten voorafgaan. De praktijk geeft echter geen aanleiding om hier uitvoerig op te gaan studeren, zodat dit onderdeel achterwege zal blijven. Proefproject Schiebroek Wat betreft de opzet en uitvoering van nieuwe grond slagmetingen in het kader van de meerjarenplanning, heeft het kwaliteitsaspect volop aandacht gekregen: in samenwerking met de afdeling der Geodesie van de Technische Hogeschool Delft is een vergelijkend onder zoek gedaan naar twee netverdichtingsmethoden ten behoeve van stadshermeting (proefproject Schiebroek). Het experiment heeft zich gericht op betrouwbaarheids- en precisiebeschouwingen. De volgende methoden wor den onderscheiden: - grofmazige methode, waarbij een grondslagnet in twee stappen wordt verdicht (zie fig. 3 en 4); - fijnmazige methode, waarbij zonder tussenstap een verdichtingsnet wordt gerealiseerd (zie fig. 5). Het onderzoek heeft zijn beslag gekregen in een tech nisch rapport (voor de inhoud wende men zich tot de af deling Landmeten en Kartografie, Gemeentewerken Rotterdam). In de publikatie3) wordt geconcludeerd, dat de precisie van het fijnmazige net beter is dan die waarbij de grondslag in twee stappen wordt verdicht; met name geldt dit voor het binnengebied. Ook wat de betrouw baarheid betreft wordt de voorkeur gegeven aan de fijn mazige opzet: hierbij gaat een nagenoeg gelijkwaardige interne betrouwbaarheid samen met lagere grenswaar den van de gegeven coördinaten. Naast de onzekerheid omtrent de aannamen in het experiment, zoals de keuze van de parameterwaarden ten behoeve van de vervan- gingsmatrix, is het ontbreken van duidelijke vergelij- 3) LGR-rapport R 101. Precisie en betrouwbaarheid van een vaste- puntennet in de bestaande stadswijk Schiebroek (gemeente Rotterdam). Technisch verslag van de uitgevoerde berekenin gen door ing. J. Th. Gravesteijn. 1980. 39 37 punten C0=0 Cl=3 Richting- en afstand met i ng R i ch t i ngme t i ng 100 300 500 meter 200 400 Fig. 3. Grofmazig net; hoog gemeten. Proefproject Schiebroek. 13 63 ven punten CO-O C'=3.7E Richting- en afstond meting Richtingmeting 100 300 500 200 400 Fig. 4. Grofmazig net; verdichting aangepast aan het stratenpa- troon; laag gemeten. Proefproject Schiebroek. punten C0=0 Cl=3 C0=0 Cl=4.6 Richtina- en afstand Richtingmeting 100 300 500 met i ng Fig. 5. Fijnmazig net. Er is geen sprake van een nadere verdich tingsfase. Het gehele net volgt in zijn totaliteit het stratenpatroon. Proefproject Schiebroek. NGT GEODESIA 83 307

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1983 | | pagina 9