Automatisering van de registratie bij het waterpassen door R. H. Masee en ing. H. A. Schok, beiden werk zaam bij de vakgroep Landmeetkunde van de Land bouwhogeschool Wageningen. SUMMARY Automatic registration for levelling Automatic registration for levelling has been investigated. Two designs were constructed, based on registration of a vertical paral lel shift of the line of sight by means of a pentaprism. The first design was used in combination with a Wild-ZL. The second design was adapted Jo be fitted to every current levelling instrument. A programmable electronic notebook stores the registered values. The first experiences look promising. Inleiding De ontwikkeling van het waterpasinstrumentarium heeft zich in enige millennia voltrokken. De gangbare praktijk bij het bepalen van een hoogteverschil is steeds, dat op twee plaatsen verticale afstanden tot een horizontale lijn of een horizontaal vlak worden gemeten. Het verschil tussen de waargenomen afstanden levert het hoogtever schil. In alle oude culturen was het gebruik van het schietlood en het stilstaand water als referentielijn of -vlak bekend. Ongeveer 100 v. Chr. beschrijft Heron van Alexandrië in een publikatie „Over het dioptra" een universeel meet instrument. Met een deel van dit instrument konden richtingen worden bepaald en met een ander deel hoog teverschillen. Omstreeks 1700 begint de ontwikkeling van het water pasinstrument zoals we dat nu kennen: een instrument dat bestaat uit een kijker, een draaiingsas, een kruis- dradendiafragma en een buisniveau. Een paar hoogte punten uit de verdere ontwikkeling zijn de introductie van het doosniveau, het reversieniveau, het coïnciden tieniveau, de planparallelle plaat, de centrale instellens en de automatische instelling van de vizierlijn. Een uitge breid en interessant overzicht van de ontwikkelingsge schiedenis van geodetische instrumenten geeft onder andere [Kiely, 1947]. Automatische registratie is een technische ontwikkeling die momenteel grote opgang maakt op allerlei gebied (zie bijvoorbeeld [Speksnijder, 1982]). Toepassingen van deze technologie bij het waterpassen zijn tot op heden nauwelijks van de grond gekomen. Enige ideeën uit de literatuur Als we het gangbare waterpasinstrument vervangen door een roterende laser, die een horizontaal vlak be schrijft, en de baak voorzien van een groot aantal licht gevoelige dioden, dan blijkt het mogelijk, met behulp van enige elektronika, bij de baak waarnemingen in digi tale vorm te verkrijgen [Wedding, 1979]. Voor toepassingen van lasers bij hoogtebepaling met be hulp van een elektronische baak is in Nederland door de Technisch Physische Dienst TNO-TH een bijdrage ge leverd [Van Noortwijk, 1974]. Een ander idee om de betrouwbaarheid van de resulta ten te verhogen, is al eens gelanceerd door Klamer. Als we in staat zijn de vizierlijnhoogte in NAP in te stellen en af te lezen op de baak, dan kunnen we zonder rekenwerk de NAP-hoogte van andere punten aflezen. Dit blijkt met enige aanpassingen aan het instrument en de baak mogelijk te zijn. De hoogte van de vizierlijn moet daarbij over één decimeter kunnen worden gewijzigd en de baak moet zijn voorzien van een instelbare decimeterbecij fering [Klamer, 1961]. In de Duitse literatuur wordt ook een dergelijke oplossing besproken [Meckenstock, 1971], Mogelijkheden om gegevens in te voeren met de hand in een geprogrammeerd elektronisch veldboek, bestaan reeds. Over een dergelijk registratiesysteem voor nauw keurigheidswaterpassingen is al uitgebreid verslag ge daan [Beckers e.a., 1979], Het blijkt mogelijk in een waterpasinstrument een baak verdeling op schaal 1 100 op een verplaatsbare drager aan te brengen. Als de verkleinde baakverdeling samen valt met het beeld van de baak uit de voorwerpsruimte, kan men de stand van de drager registreren [Zetsche, 1966], Een oplossing De oplossing die wij hebben gekozen, is analoog aan het principe van een waterpasinstrument met een planplaat- micrometeraflezing. Hierbij wordt de vizierlijn ingesteld op een merkteken van de baak en daarna kan de vizier lijnverschuiving worden afgelezen op de micrometerver deling. In plaats van een interval van een hele of halve centimeter tussen de merktekens, kiezen wij een interval van 30 centimeter. Om de verticale verschuiving van de vizierlijn over deze grote afstand mogelijk te maken, plaatsen we twee pentagoonprisma's voor het instru ment (zie fig. 1). Eén prisma wordt direct voor het objec tief geplaatst en het andere komt daar verticaal boven. De verplaatsing van dit laatste prisma levert direct een maat voor de verticale verschuiving van de vizierlijn. De ze verplaatsing zou op een maatlat kunnen worden afge lezen. Samen met de aflezing van het volgnummer van het merkteken op de baak zijn we dan in staat om de hoogte van de vizierlijn boven het nulpunt van de baak verdeling te bepalen. Wanneer in plaats van een waterpasinstrument gebruik wordt gemaakt van een zenitlood, kan worden volstaan met één pentagoonprisma. Voor de aflezing op de maat lat maken we gebruik van een meetsysteem met een digitale uitvoer; dit resultaat wordt, samen met het inge toetste volgnummer van het merkteken op de baak, op geslagen in een geprogrammeerd elektronisch veldboek. 374 NGT GEODESIA 83

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1983 | | pagina 12