selte. De vereffeningen voldeden aan de gestelde crite ria: standaardafwijking primair hydrostatisch waterpassen 0,5 mm//? km standaardafwijking primair optisch waterpassen 0,6 mm//? km standaardafwijking NAM-net (secundaire waterpassing) 1,0 mm//? km Gedwongen vereffening Op grond van de verschillen tussen de resultaten van de vrije vereffening in de eventuele aansluitpunten werd besloten, evenals bij de vorige waterpassing, om de ge dwongen vereffening aan te sluiten aan tien ondergrond se merken en één nulpaal nl.Murmerwoude, Sellingen, Gasselte, Oranjewoud, Westernieland, Bunder Neuland, Zuidhorn, Vries, Appelscha, Drachten en nulpaal Lau- wersoog. ad. b. De nieuw berekende hoogten van de peilmerken contro leren en opnemen in de nieuwe databank ORSNAP is nu een kwestie van enkele dagen. De lijsten van peilmerken van de negende uitgave op het NAP kwamen in maart 1982 gereed. 4. Resultaten Als gevolg van aardgasonttrekking en lokale invloeden heeft er een bodemdaling plaatsgevonden van 10 tot 15 cm in het centrum van het gasveld. Deze bodemdaling is weergegeven in een drietal figuren. In figuur 1 zijn enige peilmerken opgenomen, die een stabiliteit één hadden voor de aanvang van de aardgas winning. Stabiliteit één wil zeggen: een beweging van het peilmerk van 0,5 mm/jaar ten opzichte van het dichtstbijzijnde ondergrondse merk. De eerste controle meting in de periode 1968/69 geeft over het algemeen een lichte daling te zien. De metingen daarna geven per 1964/ /(SS 1958 197? j19|75 1978 pALINGS-GRAFIEKEN ;PEILMERKEN GRONINGEN MEI. .STABILITEIT TL- I7H-096 BC-01E 7G-007 Fig. 1. Dalingsgrafieken van enige peilmerken in het gasveld. NGT GEODESIA 83 371

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1983 | | pagina 9