mede aan nieuwe wetten, zoals de Kadasterwet en de Wet Lei- dingbeheerdersregistratie; toetsen van voornemens tot automatisering van de voorge stelde informatiestructuur met bijbehorende taakverdeling; verbeteren van de mogelijkheden tot gegevensuitwisseling door het vaststellen van landelijke richtlijnen en voorschriften, bij voorbeeld een classificatiestelsel van topografische elementen en technische standaards. Aan het structuurplan liggen naast de reeds genoemde algemene ordeningscriteria de volgende principes ten grondslag: bij de informatievoorziening met betrekking tot topografie en leidingen is samenwerking tussen Rijk, provincies en gemeen ten noodzakelijk; basisgegevens en de mutaties daarop dienen slechts één keer te worden verzameld; basisinformatie dient over het gehele land uniform en consistent te zijn, dat wil zeggen uit te gaan van het hanteren van dezelfde begrippen en dezelfde methoden van registratie en vastlegging; gebruik dient te worden gemaakt van bij bestaande organisaties aanwezige ervaring, zoals bij Kadaster, gemeenten en nuts bedrijven. Rekening dient te worden gehouden met een zo gedecentraliseerd mogelijke uitvoering van het verzamelen van gegevens binnen daartoe landelijk te stellen en te bewaken regels. De beschreven knelpunten en de zojuist genoemde doelstellingen en principes hebben geleid tot het Structuurplan Topografie en Lei dingen met een voorstel tot een taaktoewijzing naar bestuurlijke en organisatorische eenheden, die er als volgt uitziet: Rijk: de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Mi lieubeheer coördineert en treedt regelgevend op, na hiertoe advies te hebben ingewonnen van een breed samengestelde raad. De uit voering van de werkzaamheden wordt geconcentreerd bij de direc ties van het Kadaster in de provincies, die zullen gaan fungeren als verzamel- en informatiecentra voor grootschalige topografie en leidingbeheerdersregistratie. Gemeenten: kunnen de verzamel- en informatiefunctie verrichten in samenwerking met het Kadaster. De gemeenten die deze functie gaan vervullen, zullen hierbij aan nog nader te bepalen voorwaar den moeten voldoen. In de praktijk zal vooral moeten worden ge dacht aan de gemeenten, die over een daartoe uitgeruste land meetkundige dienst beschikken. Provincies: zijn vooral afnemers van de gegevens die bij de verzamel- en informatiecentra aanwezig zijn; tevens leveren zij mutaties, die ontstaan door hun eigen activiteiten op het gebied van bijvoorbeeld weg-, water- en milieubeheer, aan deze centra. Dit geldt ook voor de waterschappen. Nutsbedrijven: zijn voor wat de verzamel- en informatiecentra be treft, afnemers van grootschalige topografische kaarten; daarnaast leveren zij gegevens ten aanzien van leidingbeheerders en leidingen aan de informatiecentra, en dragen zorg voor de uitvoering van de leidingenregistratie, dat wil zeggen het registeren en vastleggen op grootschalige topografische kaarten van de liggingsgegevens van leidingen, en het verstrekken van informatie hierover aan belang hebbenden. advies schriften adviesraad leiding beheerders informatie centrum gemeente Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Bestuurlijke regeling voor de informatievoorziening m.b.t. leidin genregistratie. Wanneer voor de taakverdeling niet de bestuurlijke en organisato rische eenheden als uitgangspunt worden genomen, maar de te vervullen functies, ziet het beeld er als volgt uit: Grootschalige topografie: het Kadaster alsmede gemeenten die aan nader vast te stellen criteria voldoen, gaan fungeren als verzamel en informatiecentra. Mutaties van landelijk, regionaal of lokaal werkende instanties worden aan deze centra toegeleverd. Kleinschalige topografie: de Topografische Dienst is het landelijke verzamel- en informatiecentrum. Leidingbeheerdersregistratie: het Kadaster alsmede gemeenten die aan nader vast te stellen voorwaarden voldoen, fungeren als verzamel- en informatiecentra. Leidingenregistratie: de leidingbeheerder (nutsbedrijf, gemeente) is verantwoordelijk voor de registratie van de ligging van de in beheer zijnde leidingen. Deze registratie dient zoveel mogelijk op basis van de Grootschalige Basiskaart van Nederland plaats te vinden. 5. Het advies van de BOCO met betrekking tot het Struc tuurplan Topografie en Leidingen Het Structuurplan Topografie en Leidingen, zoals hiervoor be schreven, is gecombineerd met het Structuurplan voor Vastgoed informatie tot één BOCO-advies. In dit advies gaat de BOCO nader in op volgende punten en structureert deze: a. de taak van een in te stellen adviesraad; b. de samenstelling van deze adviesraad; c. de verdeling van de verantwoordelijkheden tussen de Minister van Binnenlandse Zaken en de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer; d. de uitvoering van aanbevolen onderzoeken. Zoals reeds door mij is aangegeven, stelt de BOCO voor de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer aan te wijzen als coördinerend bewindspersoon voor de informatievoor ziening met betrekking tot onder meer topografie en leidingen. De BOCO vindt het van groot belang, dat deze minister wordt bij gestaan door een breed samengestelde adviesraad, waarin belang hebbende organisaties zitting hebben. Deze raad adviseert onder meer over: het vaststellen van regels voor de informatievoorziening met betrekking tot topografie en leidingen; hierbij zijn inbegrepen regels voor het onderhouden van een structuurplan voor de in richting van de informatievoorziening op dit gebied; het vaststellen van de basisgegevens en de daarbij passende definities met betrekking tot topografie en leidingen; het betreft met name gegevens die voor de uitoefening van taken op het gebied van topografie en leidingen van belang zijn voor de ge hele (semi-)overheid; de wijze van financiële verrekening en het vaststellen van nor men voor tarieven voor gegevensverstrekking binnen het kader van de algemene wettelijke regels, welke ten aanzien van kostenverrekening voor informatievoorziening zijn of worden getroffen. De adviesraad zou, naar de mening van de BOCO, vertegenwoordi gers dienen te bevatten van Rijk, provincies, gemeenten, water schappen en nutsbedrijven. Het voorstel wordt gedaan de advies raad te integreren met de raad die is voorgesteld in artikel 5 van de bij de Tweede Kamer in behandeling zijnde Kadasterwet [10]. Wan neer de taak van de in dit artikel genoemde Kadasterraad wordt uit gebreid tot alle aspecten van de vastgoedregistratie en -informatie voorziening, ontstaat een wettelijk gebaseerde adviesstructuur. Deze raad zou dan de Vastgoedraad moeten heten. Zo zouden dan de Overleggroep voor Topografie en Leidingen alsmede de Over leggroep voor Vastgoed kunnen worden opgeheven, terwijl ook bij voorbeeld de Voorlopige Centrale Kaarteringsraad in de nieuwe Vastgoedraad zou kunnen opgaan. Gelet op de taken die worden toegedacht aan de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer met be trekking tot de informatievoorziening op het gebied van vastgoed, topografie en leidingen, en daarnaast de algemene coördinerende verantwoordelijkheid die de Minister van Binnenlandse Zaken heeft op het gebied van de inrichting van de informatievoorziening in de openbare sector, was het nodig de onderlinge taakverdeling nader uit te werken. Kort samengevat komt het voorstel van de BOCO hierop neer, dat al hetgeen te maken heeft met de specifieke aspec ten van de informatievoorziening met betrekking tot vastgoed, topografie en leidingen, behoort tot de bevoegdheden van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu beheer. Hierbij kan worden gedacht aan het definiëren van basis gegevens, de exacte taakomschrijving van de verzamel- en infor matiecentra, het opstellen van criteria voor overname door ge meenten van de taken van het verzamel- en informatiecentrum, het kostenverdelingsvraagstuk, beveiliging tegen ongeoorloofd gebruik van gegevens, invoering algemeen classificatiestelsel e.d. Onderwerpen die regeling behoeven en die de algemene aspecten van het openbare informatievoorzieningsbeleid betreffen, dan wel te maken hebben c.q. gevolgen kunnen hebben voor de organisatie van het openbaar bestuur, vergen tevoren overleg met de Minister van Binnenlandse Zaken. Tot deze onderwerpen behoren bijvoor beeld de eisen met betrekking tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer, beveiligingsaspecten, de regeling van de informatie voorziening in wetten, de bescherming van de autonomie van be stuurlijke en organisatorische eenheden, de verrekening van kosten bij gegevensuitwisseling, de aandachtspunten die in structuur plannen aan de orde moeten komen e.d. Naast deze bestuurlijke en organisatorische maatregelen vergt de realisatie van de voorgestelde informatiestructuur nog het nodige onderzoek. 8 NGT GEODESIA 84

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1984 | | pagina 10