Dit verhaal heeft onvermijdelijk een „politiek-aandoend" karakter;
het gaat ook over de rol die de overheid op het terrein van topogra
fie en leidingen zegt te willen spelen.
Het zal u uit de door mij ingebrachte stellingen duidelijk kunnen zijn
geworden, dat ik een heroverweging van de functie van de over
heid in ons land urgent vind. Tot die overheid reken ik gekozenen,
bestuurders en ambtenaren. Het heeft mij te denken gegeven dat
prof. Steenkamp bij zijn formatiewerk van het kabinet „Van Agt
III" (19821 uitriep, dat bij zijn karwei grote haast was geboden, aan
gezien elke dag dat we geen kabinet hebben, het aantal werklozen
met honderden toeneemt. Die stijging heeft zich in dat interregnum
inderdaad voorgedaan, doch blijkt ook voor te komen als er wèl een
kabinet is.
Omdat dit gevaarlijke verschijnsel zich voordoet over de gehele
westerse wereld, doet de politieke kleur weinig ter zake en zal de
oplossing wel door de politiek kunnen worden beïnvloed in zeer
globale zin, doch niet door haar worden gegenereerd. En wat vindt
u van de ,,Ster"-spot: „Hebt u een goed idee. naar de overheid
ermee!"
Wij dichten de overheid dikwijls onbewust veel te veel regelmoge
lijkheden toe, en laten haar toe zich met te veel zaken bezig te hou
den 11 en 2].2)
Deze overwegingen mocht ik u niet onthouden, omdat ze de
achtergrond vormen van een aantal van mijn stellingen. Om daarbij
misverstand te beperken, wil ik nog wel graag opmerken dat het
voor ons allemaal van groot belang is, dat de overheid een aantal
functies vervult, en dat in acht te nemen belangen van groepen
mensen in onze samenleving vergen, dat die overheid ook neemt
van deze en geeft aan gene. Dat hoeft echter niet een alsmaar
verdergaande bemoeienis van de overheid te betekenen; daarmee
wordt de levenskracht aangetast, of die levenskracht uit zich als
een soort sport om regels te ontduiken of die bewust anders te ge
bruiken dan waar ze voor zijn bedoeld. Ik meen dat wij in ons land
een lange weg hebben te gaan om tot betere verhoudingen te
komen; daarbij laat ik in het midden of de aanzetten die het kabinet
thans geeft, juist zijn, doch ik vind, als ik kijk naar het Structuurplan
Topografie en Leidingen, dat de rechterhand blijkbaar onwetend is
van de verrichtingen van de linker.
Coördinatie door de overheid, nota bene met gebruikmaking van
wettelijke maatregelen zoals dit Structuurplan Topografie en Lei
dingen voorstaat, zou mijns inziens dan ook alleen al vanwege het
voorgaande een zeer aansprekend doel moeten dienen om aan
vaard te kunnen worden. Het is typerend voor de tijd waarin wij
leven, althans voor de vermeende machtsverhoudingen in ons
land, dat omtrent het Structuurplan Topografie en Leidingen een
enigszins gekwantificeerde wenselijkheidsanalyse ontbreekt en on
danks herhaalde aandrang tot dit moment zelfs niet in overweging
is genomen.
Automatisering
Coördinatie van informatievoorziening is thans een gespreksthema,
omdat automatiseringsmogelijkheden zich voor ieder en op elk ter
rein zó overduidelijk aandienen, dat vluchten niet meer kan. Ik heb
zelfs de indruk, dat het inzicht overheersend wordt, dat het een
levensbelang is voor veel bedrijven, en dus ook voor ons land, om
het zich aandienende instrumentarium heel serieus op z'n langere
termijn-merites te beoordelen. Het daarbij noodzakelijke ver voor
uitkijken is moeilijk, ook voor deskundigen, zeker als men op dat
(in)zicht concrete beslissingen van vérstrekkende betekenis moet
nemen. Als je enige ervaring hebt opgedaan met een moeizaam in
gevoerd systeem, ben je al aan de volgende generatie van syste
men toe en hoe houd je deskundigheid op peil. Juist in deze tijd
met allesbehalve vanzelfsprekende economische vooruitzichten is
het voor veel bedrijven bijna onmogelijk in kostbare projecten te in
vesteren, als daar grote risico's aan zijn verbonden. Het is veel
zeggend dat het toch gebeurt.
Ik meen dus dat het van groot belang is automatisering in principe
te bevorderen en geen onnodige belemmeringen te bedenken.
Automatiseren is noodzakelijk! Bedrijven kunnen zich niet veroor
loven achter te blijven bij ontwikkelingen; veel creativiteit en werk
lust zijn nodig om bij te blijven.
1) Inleiding gehouden op 27 oktober 1983 tijdens het 12e NGL
congres. De titel van de inleiding heeft betrekking op het door
de „Bestuurlijke Overlegcommissie voor Overheidsautomati-
sering" uitgebrachte rapport no. 10 (uitgave Staatsuitgeverij,
's-Gravenhage 19831. Als inleiding werden achtereenvolgens de
pagina's 20, 12, 13 en 48 geprojecteerd en toegelicht, met het
doel een samenvatting van het BOCO-TL advies te geven.
21 De nummers [1] t.m. [5] verwijzen naar „Literatuur" op p. 11
aan het eind van deze inleiding.
Natuurlijk moeten de ingrijpende consequenties van automatisering
even zorgvuldig worden vertaald in concreet beleid als dat nodig
zou zijn bij afwachten. Hoe lastig het ook is voortdurend te moeten
aanpassen, ons is geen keuze gelaten, want deze ontwikkelingen
behoren niet tot de door Nederland even te stuiten processen. Ver
anderen is een symptoom van vitaliteit, en die levenskracht is op
zijn beurt voorwaarde om een veranderingsproces als „recreatie"
door te maken.
Coördineren
In zijn artikel in Informatie van juni 1983 13] geeft prof. dr. B. K.
Brussaard een betoog dat belangwekkend is en geleerd in die zin,
dat het zich op een hoog niveau van abstractie begeeft. Het aardige
van zulke beschouwingen is gelegen in het meemaken van een
boeiende hersengymnastiek, terwijl vanaf die grote hoogte afstan
den en verschillen in opvattingen verkleinen. Daarmee exposeer ik
dan toch iets van mijn zieleroerselen en meld ik, dat de laatste zin
van dat artikel en de onmiddellijk daaraan voorafgaande, in die
mate mijn instemming hebben, dat daarin de reden was gelegen
waarom ik het artikel ter hand heb genomen. Brussaard zegt daarin
dat, aangezien automatisering zoals die zich thans aandient, ingrij
pende veranderingen tot gevolg heeft voor de gedaante van een
organisatie, het coördineren daarvan in feite hetzelfde is als organi
seren of besturen. Dat interpreteer ik zó, dat het afdwingen door
de overheid van coördinatie bij automatisering een vorm van dé-
tournement de pouvoir kan zijn. Daarmee ben ik het geheel eens en
Brussaard en ik bevinden ons dan in het gezelschap van de toen
malige Minister van Binnenlandse Zaken, drs. E. van Thijn, die in
juni 1982 het voornemen had een rede te houden op de verjaardag
van de Stichting Studiecentrum voor Vastgoedinformatie (SSVI),
doch deze rede door ir. P. A. Tas deed voordragen vanwege „de
plotselinge verandering in de samenstelling van het kabinet".
Na te hebben geconstateerd dat er te weinig aandacht wordt
besteed aan de gevolgen van de ontwikkeling van geautomatiseer
de informatiesystemen, zoals bijvoorbeeld verschuiving van macht
en aantasting van de autonomie, zegt de Minister van Binnen
landse Zaken er nog niet van te zijn overtuigd of de o.a. in het
BOCO-Structuurplan Topografie en Leidingen voorgestelde wette
lijke dwang wel nodig is.
Ik heb vernomen dat het door de BOCO voorgestelde, inclusief
wettelijke dwang dus, inmiddels onveranderd is vastgesteld door
de Raad voor de Rijksdienst. En zo schrijdt de beschaving voort,
daarin begrepen het (de)reguleringsproces.Met Van Thijn is
blijkbaar een juist inzicht in dit opzicht verdwenen.
Automatisering van grafische gegevensbestanden is op zichzelf al
tamelijk complex vanwege de omvang van zulke bestanden. Zolang
het echter alleen om gemechaniseerde tekensystemen gaat, is de
problematiek nog met beperkte ervaring beheersbaar. Dat wordt
wezenlijk anders, indien aan grafische elementen nog allerlei attri
buten worden meegegeven. Daarvoor is grote kennis van het werk-
domein noodzakelijk, en ervaring in het hanteren van complexe
bestandstructuren [4 en 51.
Als het gaat om automatisering van bedrijfsmiddelengegevens,
daarin begrepen die van leidingen, hebben we het over zulke com
plexe systemen. In Europa is de ontwikkeling van zulke systemen
nog nergens verder gekomen dan interessante proef- of deel
projecten. In de USA heeft men in zoverre een voorsprongetje, dat
het instrumentarium automatisering daar meer serieus wordt geno
men en men er met goed management aan werkt.
In een aantal nutsbedrijven zijn daaraan tientallen manjaren ontwik
kelingsarbeid besteed en begint men met systematische invoering.
Daarbij zijn de bedrijfseisen aan zo'n systeem al zo bepalend, dat
het hanteren van voorschriften door de Minister van Volkshuis
vesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, zoals bedoeld in het
Structuurplan Topografie en Leidingen, praktisch onmogelijk zou
zijn. Er is ook veel te veel vanuit handmatige systemen gerede
neerd, als men denkt dat dat zou kunnen op de door de BOCO be
schreven wijze.
Ziedaar mijn tweede reden om coördinatie, zoals in dit Structuur
plan bedacht, af te wijzen. Wettelijke dwang in zulke complexe
systemen belemmert de ontwikkeling ervan.
Samenwerking
Het lijkt me niet geheel uitgesloten dat u, tot hier gekomen, het ver
moeden bekruipt dat mijn geestdrift voor het voorliggende Struc
tuurplan onredelijk gering zou zijn. Inderdaad heb ik daartegen zo
overwegende bezwaren, dat ik er moeilijk iets aardigs van kan
zeggen.
Alvorens nog een inhoudelijk bezwaar te noemen, wil ik mijn twee
de stelling nog graag toelichten. Naar ik meen heeft bij de planont
wikkeling tot en met het zevende concept van het bewuste struc
tuurplan steeds een lijst van te raadplegen betrokkenen behoord.
10
NGT GEODESIA 84