Komt de Vastgoedraad nog op tijd voor
Utrecht?*)
door ir. J. B. van Reij, hoofd Afdeling Landmeten en Kartografie van de gemeente
Utrecht.
Als intro voor deze voordracht neem ik u even mee terug naar de
schoolbanken. De les waarin we terechtkomen, is „Nederlandse
taal" en de klas is net bezig met zinsontleding. De zin die ze onder
handen nemen is: ,,Komt de Vastgoedraad nog op tijd voor
Utrecht?".
Jantje krijgt een beurt. Het is duidelijk, dat hij er niet gelukkig mee
is. Langzaam loopt hij naar het bord, maar hij heeft toch een vlotte
start: gezegde komt op tijd. Wie komt? de Vastgoedraad
onderwerp. En dan is de vaart eruit.
Hij begint te twijfelen, want wat is Utrecht? Meewerkend voor
werp? Lijdend voorwerp? Eén of andere bepaling?
We laten Jantje even twijfelen. In de tijd dat Jantje nadenkt, beste
den wij even aandacht aan een persbericht van het Ministerie van
Binnenlandse Zaken. Het is een persbericht van 15 juni 1983 en is
getiteld: „Informatievoorziening op het gebied van Vastgoed,
Topografie en Leidingen". Omdat dit persbericht ook letterlijk staat
afgedrukt in NGT Geodesia van september 1983 ga ik het nu niet
voorlezen. De teneur van het persbericht, en dus ook van de betref
fende publikaties van de BOCO die op dat moment in de schijn
werpers van de publiciteit kwamen, is: gezegde komen; de Vast
goedraad onderwerp; en de gemeenten en het Kadaster (in
tegenstelling tot Jantje twijfelt de BOCO geen moment) mee
werkend voorwerp.
We kijken nog even hoe de situatie in de klas is:
Jantje wordt wat op weg geholpen door „meneer", maar is er nog
steeds niet uit; hij twijfelt nog steeds. Wij gaan nu maar door met
de voordracht:
,,Komt de Vastgoedraad nog op tijd voor Utrecht
Om samen met mij uw oordeel te kunnen vormen, zal ik u eerst wat
bijpraten over de huidige stand van zaken in Utrecht op het gebied
van de informatievoorziening over vastgoed, topografie en lei
dingen.
Het SOAG-concept
In den beginne was er de SOAG. Deze stichting onderscheidde
vanuit de objecten van bestuur drie basisinformatiesystemen, die
aan elkaar konden worden gerelateerd, te weten: bevolking, vast
goed en activiteiten. Het basisinformatiesysteem vastgoed werd
onderverdeeld in drie deelsystemen: gebouwen grond en water
topografie en leidingen.
Dit is „un peu d'histoire", waarbij de wat ouderen onder u onge
twijfeld een traan zullen wegpinken. De SOAG is immers al ter
ziele! Het is toch wel belangrijk dit te noemen, omdat Utrecht een
volgeling was van SOAG, en de invloed daarvan zich nog steeds
enigszins doet gelden. Hoe zit het dan nu met het vastgoedsysteem
in Utrecht en met de drie deelsystemen?
Gebouwen idee/systeem 1)
Het systeem gebouwen is in Utrecht operationeel. Het zit in de
computer van het CVA/IAM in Haarlem, en wordt eigenlijk alleen
gebruikt op een peildatum voor het innen van de onroerend-goed-
belastingen. Het systeem is star en onvriendelijk, zodat ander ge
bruik te duur en te tijdrovend is. Men gebruikt dan liever de traditio
nele kaartenbak, en laat enkele ambtenaren sorteer- en turfwerk
doen. De Afdeling Comptabiliteit is beheerder van het systeem.
Inleiding gehouden op 27 oktober 1983 tijdens het 12e NGL
congres.
12
Grond en water (deelsysteem 2)
In Utrecht is dit systeem niet ontwikkeld. Een gedeelte van de ge
gevens uit dit deelsysteem, met name betreffende de rechtstoe
stand, is opgenomen in het systeem gebouwen, en wordt ook weer
gebruikt ten behoeve van de inning van de onroerend-goedbelas-
tingen.
Topografie en leidingen Ideelsysteem 3)
Dit systeem is operationeel wat betreft het gedeelte topografie. De
Afdeling Landmeten en Kartografie van de Dienst voor Ruimtelijke
Ordening is beheerder van het systeem.
Zes meetploegen met zelfregistrerende tachymeters coderen de
kaart in het terrein. Een combinatie van terrestrisch meten, foto-
grammetrie en bestaande gegevens levert het topografisch be
stand. De afdeling heeft tot nu toe geen eigen computerfaciliteiten
voor de gegevensverwerking.
Het digitaal topografisch computerleesbaar bestand is daarom tot
nu toe opgebouwd met behulp van ingenieursbureaus, die die faci
liteiten wèl bezitten. Dit is gebeurd in de vorm van uitbesteding van
werk. Aan het eind van dit jaar zal de stad Utrecht, wat de topogra
fie betreft, voor 1/3 gedeelte van het gemeentelijk grondgebied „in
de computer zitten". Eind 1986 zal dat voor de gehele stad het
geval zijn. De inhoud van het bestand zal dan de volledige kaart-
inhoud zijn, verdeeld over 63 lagen. De nauwkeurigheid is afge
stemd op verstrekking van kaarten met schaal 1 500.
Per jaar worden ongeveer 66 kaarten (schaal 1 500) van het for
maat 80 x 100 cm geproduceerd. De oppervlakte per kaart be
draagt 20 ha. Het gemeentelijk grondgebied beslaat een opper
vlakte van 350 kaarten. De snelle rekenaar zal nu al hebben bere
kend, dat de bijhoudingscyclus vijf jaar is.
Van de leidingen is te melden, dat een integrale verzamelkaart lei
dingen wel tot het takenpakket van de Afdeling Landmeten en Kar
tografie behoort, maar dat vanwege het ontbreken van financiële
dekking deze opdracht pas op termijn zal worden ingevuld.
Opgemerkt kan worden dat, afgezien van een kleine dwaling ten
opzichte van het deelsysteem grond en water, Utrecht een waardig
volgeling is van SOAG. Dit zal u steeds duidelijker worden in deze
voordracht.
Automatisering Vastgoedsysteem
Het college van B Et W nam in maart 1980 het besluit, dat de pro-
duktielijn van de Afdeling Landmeten en Kartografie moest worden
gemoderniseerd. Er moest driemaal zo snel een topografisch
bestand worden opgebouwd met driemaal zoveel inhoud. Er moest
een computer in eigen huis komen. Op de investeringsplanning
werd hiervoor geld gereserveerd. Er werd gewikt en gewogen welk
systeem het zou moeten worden. In eerste instantie werd gedacht
aan een interactief grafisch computersysteem met niet meer capa
citeit dan voor de kaartvervaardiging nodig was; een soort luxe
trekpen. Dat ook alleen voor kaartvervaardiging automatisering
rendabel is, zal u niet verbazen als ik vertel, dat het graveren van
één kaart van 20 ha stedelijk gebied een werklast is van 6 a 10 uur.
Dit geldt voor een moderne snelle tekenautomaat. En hierbij is alle
kaartcosmetica inbegrepen.
Het college van B&W dacht gelukkig aan meer dan alleen aan
kaartvervaardiging. In de opdracht aan de Afdeling Landmeten en
Kartografie stond nadrukkelijk, dat het geautomatiseerde systeem
topografie en leidingen moest worden ontwikkeld in verband met
een vastgoedsysteem dat bestond uit: topografie en leidingen
gebouwen grond en water. Dat betekent, dat het deelsysteem
NGT GEODESIA 84