landmeetkunde leidingenregistratie ingenieurs- en adviesbureau ,i fs fc BEDRIJFSKUNDE Tijd: 150 min. 1. a. Geef het onderscheid aan tussen privaatrecht en publiek recht. b. Wat verstaat men onder jurisprudentie? c. Wat houdt formeel recht in? 2. a. Wat wordt beoogd met het maken van huwelijkse voor waarden? b. Welke voorwaarden gelden ten aanzien van het maken van huwelijkse voorwaarden tijdens het huwelijk? 3. a. Wat regelt het erfrecht? b. Geef het verschil aan tussen een rechtsverkrijger onder al gemene titel en een rechtsverkrijger onder bijzondere titel. c. Wat verstaat men onder een legaat? 4. a. Wie hebben recht op een legitieme portie uit een nalaten schap? b. De heer P is in gemeenschap van goederen gehuwd met mevrouw Q. Er zijn vier kinderen en het echtpaar bezit 200 000 m2 grond. De heer P overlijdt en laat per testament 40 000 m2 grond na aan zijn echtgenote. Hoeveel m2 ont vangt een ieder der erfgenamen uit de nalatenschap? 5. a. Wat is het kenmerk van een zakelijk recht? b. Waarin kunnen we de zakelijke rechten onderscheiden? c. Geef enkele voorbeelden van originaire eigendomsverkrij- ging. 6. a. Geef een definitie van het recht van opstal. b. Kan een opstalhouder zijn opstal splitsen in appartementen? Verklaar je antwoord. c. Op welke wijze wordt het recht van opstal gevestigd? 7. a. Wat verstaat men onder administratieve rechtspraak? b. Noem drie beroepsinstanties met betrekking tot publiek rechtelijke geschillen. 8. a. Art. 165 van de Grondwet stelt drie eisen voor onteigening. Hoe luiden die eisen? b. Tot de administratieve procedure van onteigening behoort het z.g. onteigeningsplan. Wat omvat dit onteigeningsplan? 9. a. Kan men tegen een onteigeningsvonnis van de rechtbank in beroep gaan? Zo ja, waar? b. Op welke wijze komt een wijziging in de eigendomstoestand van een perceel ten gevolge van onteigening ter kennis van het Kadaster? 10. a. Een burgerlijke gemeente kan uit meerdere kadastrale ge meenten bestaan. Verklaar dit verschijnsel en geef een voorbeeld van zo'n gemeente, b. Waardoor ontstonden er ongenummerde percelen en cul tuurpercelen bij het Kadaster? 11. Wat verstaat men onder: a. het beginsel der publiciteit? b. redres grootte? c. een kadastrale grens? 12. Op de provinciale directie van Kador treffen we de afdeling Mu taties aan. a. Waaruit bestaan de werkzaamheden van deze afdeling Mu taties? b. Hoe komt een overdracht van een gedeeltelijk perceel ter kennis van de afdeling Mutaties? 13. a. Wat verstaat men onder „een post" in de Staat no. 75? b. Wat houdt het z.g. „oude stand trekken" in met betrekking tot de Staat no. 75? c. Stel dat tegen de uitkomsten van een kadastrale opmeting door de betreffende persoon een bezwaarschrift bij Kador wordt ingediend. Wat is dan de procedure die wordt ge volgd door Kador? 14. a. In Nederland kennen we het z.g. „negatieve stelsel". Wat houdt dit in principe in? b. Waarvoor dient het register 69a en hoe is het register opge maakt? 15. a. Geef, naar thans geldende opvattingen, een definitie van ruilverkaveling. b. Ter realisering van een ruilverkaveling dienen ook cultuur technische werken te worden uitgevoerd. Noem vier van deze werken. 16. a. Elke provincie heeft een Grondkamer, ingevolge de Pacht wet. Wat is de taak van die Grondkamer? b. Hoe worden bij een ruilverkavelingsstemming de stemmen van pachter en eigenaar van eenzelfde onroerend goed ge rekend? 17. a. Wat verstaat men, met betrekking tot de ruilverkaveling, onder „eigenaren" als zodanig vermeld op de lijst van recht hebbenden? b. Wat zijn de z.g. „artikel-dertien gronden"? 18. a. Waarom ontbreekt de verwijzing in de ruilverkavelingsstaat no. 75? b. Wat is de taak van het Bureau Beheer Landbouwgrond (voorheen SBL)? 19. Wat verstaat men onder (met betrekking tot ruilverkaveling!: a. een exclave? b. het landschapsplan? c. het ATOR-systeem? 20. Nederland is een staat. a. Aan welke voorwaarden moet men voldoen om te kunnen spreken van een staat? b. Welke waarborgen voor geestelijke vrijheid hebben de bur gers in ons land? c. Wat is de grondslag van ons parlementaire stelsel? 21. a. De Provinciewet is een organieke wet. Wat betekent dat? b. Wat is het voordeel van een decentralisatiebeleid? 22. a. Wie is door de Gemeentewet aan het hoofd van de gemeen te gesteld? b. Kan een landmeter, in dienst van een gemeente, ook lid van de gemeenteraad in die gemeente zijn? Verklaar je ant woord. A Hoofdkantoor: Dordrecht - tel. 078 - 14 70 53* Afd. landmeten - tel. 078 - 14 58 38 Bijkantoren: Utrecht, Den Haag, Dordrecht NGT GEODESIA 84 19

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1984 | | pagina 21