tTwdeef* Uit de begintijd van de Rijksdriehoeks meting: de menselijke kant nederlands geodetisch tijdschrift J*BU jP HP'Ip IPPlsP wl- W door H. C. Pouls, adjunct-secretaris van de Rijkscommissie voor Geodesie. SUMMARY The human-side of triangulation work In 1885 commenced the survey of the triangulation on which present-day surveys in the Netherlands are based. Using two diaries of surveyors written in 1891 and 1892 the real story, behind the few sentences in official reports, is told. The difficulties encountered, the terrain, the insects, the weather, transportproblems, hostile popu lation and obstinate owners, who refuse to sell a small part of their property for the building of survey-signals. It sounds all familiar to those of us, who have been working, or are working in developping countries! Bij het lezen van de titel van dit artikel zullen sommige lezers zich misschien afvragen of er ook een onmense lijke kant is aan het werk bij de Rijksdriehoeksmeting. Maar zo is deze titel niet bedoeld. Wel dat er naast een zakelijke kant, die in het algemeen naar voren komt in rapporten, verslagen, overzichten e.d., ook nog andere zaken vermeldenswaard zijn. Nemen we als voorbeeld het „VERSLAG der Rijkscom missie voor Graadmeting en Waterpassing aangaande hare werkzaamheden gedurende het jaar 1892" [1].*) In dit verslag is sprake van twee meetploegen, nl. een eerste bestaande uit ingenieur Heuvelink (chef) en de in genieurs Visser en Doublet, en een tweede ploeg bestaande uit de chef ingenieur Wildeboer en ingenieur Van Eyk Bijleveld. Begin september van het verslagjaar werd een wijziging aangebracht en wisselden Van Eyk Bijleveld en Doublet van ploeg. In het verslag lezen we onder Primaire driehoeksmeting o.a. het volgende: Door de tweede ploeg werd eerst gemeten in Venray, daarna in Klifsberg en eindelijk in Ubagsberg Na afloop van deze metingen ging deze ploeg naar Roermond tot het uitvoeren van de metingen, waarover onder de secundaire driehoeks meting nader gehandeld zal worden". Dat is de zakelijke kant, maar wat er allemaal gebeurde, wat zo'n 90 jaar geleden de problemen waren, welke moeilijkheden men ondervond, dat komt niet naar vo ren. Het is een geluk dat het Dagboek van Wildeboer over het jaar 1892 is bewaard gebleven en het is hoogst interessant en soms zelfs vermakelijk in zo'n dagboek te bladeren. Niet alleen komen we meer aan de weet over het werk en de werkomstandigheden, maar vooral ook over de personen die de metingen uitvoerden; ze komen als het ware tot leven. Zo'n dagboek bevat niet alleen de De noten [1] t.m. [4] zijn opgenomen op p. 5 aan het eind van deze inleiding. Heete /OvjJUnsbeek V Peet frilok Henri Fig. 7. Deel van het hoofddriehoeksnet met tussenpunten. Enige van deze punten worden in dit artikel genoemd. dagverslagen, maar ook een brievenboek, een kasboek en een inventarislijst van materieel. Tot beter begrip van het gebeuren moet even worden vermeld, dat een ploeg van de Rijkscommissie destijds de beschikking had over een transportwagen, echter zonder paarden. Deze wagen bevatte de theodolieten (een 35 cm, 21 cm, 14 cm en een 9 cm theodoliet), hulp- apparatuur (waaronder 12 heliotropen), gereedschap (spaden, koevoeten, ladders, planken, zeilen, enz.) en tot slot kampeermateriaal, zoals veldbedden, handdoe ken, wasbakken, een spiritustoestel en insectenpoeder met spuit. NGT GEODESIA 84 1

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1984 | | pagina 3