Er werd een voerman gevonden die de wagen donder
dags zou transporteren. Personenvervoer schijnt wel
mogelijk te zijn geweest, want Wildeboer arriveerde die
donderdag in Roermond, maar de transportwagen niet:
,,Te Roermond aangekomen vind ik bericht dat de
voerman te Heerlen is blijven steken en aan Meentz
verklaarde, dat de wagen voor zijne bespanning te
zwaar is. Meentz had dadelijk maatregelen genomen
om een anderen voerman te krijgen, die echter niet
voor aanstaanden Maandag de wagen te Roermond
kan bezorgen
Viel dit tegen, erger nog waren de financiële gevolgen,
want.
tengevolge van deze omstandigheden zal de
som waarvoor het transport moest plaats hebben en
die aanvankelijk op 20 Gulden was getaxeerd wel met
eenige Guldens overschreden worden.
Volgens het dagboek arriveren wagen en instrumenten
op 3 oktober zonder verdere problemen, de wagen
wordt gestald maar.storm en regen maken het meten
onmogelijk.
Vertraagd door veel slecht weer werd het werk voortge
zet en op 26 november beëindigd. Na enige vastleg
gingswerkzaamheden dacht men met pakken te kunnen
beginnen, maar wat lezen we in het dagboek?
Donderdag 1 Dec. Des morgens zouden wij den wa
gen gaan pakken, doch toen ik aan den verhuurder
van de staanplaats het geld aanbood weigerde deze
het in ontvangst te nemen en beweerde, dat met hem
was overeengekomen, dat hij f 7, per dag zou mo
gen rekenen en niet f 1,— per week. Natuurlijk was
ik niet genegen dit geld te betalen en wilde mij tot een
advocaat om advies wenden; vooraf echter begaf ik
mij naar den Heer Kwisthout, lid der Commissie 13],
wiens advies ik vroeg en die mij eveneens raadde
eenen advocaat te vragen hoe ik de zaak moest aan
pakken. De Heer Mr. Verschuere gaf mij twee midde
len aan de hand
Ie. Te trachten de zaak in der minne te schikken en
wanneer dit geen resultaat gaf 2e. den verhuurder
J. B. Reulen bij deurwaardersexploit tot afgifte te
sommeeren. Hielp ook deze maatregel niet dan zoude
tot eene procedure moeten worden overgegaan.
Tot den eersten maatregel (eene schikking in der min
ne) besloot ik overtegaan en toen deze poging geen
resultaat gaf seinde ik om nadere orders aan Profes
sor Schots, die mij gelastte ook de sommatie per
deurwaardersexploit te proberen, maar, voor het ge
val dat dit niet hielp, de geeischte som te betalen.
Vrijdag 2 Dec. Bij deurwaardersexploit Reulen ge
sommeerd om den wagen af te geven tegen betaling
van f 1,— per week dus totaal f9,—.
Hij weigert en dus wordt overeenkomstig de ontvan
gen orders van Prof. Schots de som van f 61, be
taald en de wagen afgehaald en geladen en daarna
verzonden".
Zo zien we, dat er ook in die tijd eenvoudige mensen wa
ren die zich niet lieten intimideren door autoriteiten. On
danks ingenieur en deurwaarder hield Reulen vol en.
hij kreeg zijn 61 gulden!
Een jaar eerder: Problemen bij de verkenning
Dat Wildeboer niet de enige was die moeilijkheden on
dervond bij het werk ten behoeve van de driehoeksme
ting, toont ons het dagboek dat ingenieur Heuvelink [4]
NGT GEODESIA 84
bijhield over het jaar 1891 en ook hij ondervond vooral
problemen in Limburg.
Het verslag van de Rijkscommissie over 1891 is, zoals
gebruikelijk, zakelijk en vrij sober, alhoewel hier en daar
wat meer uitgebreid dan men gewend was. We lezen
dat.
,,De eerste ploeg, bestaande uit den ingenieur Heu
velink als chef en uit de twee ingenieurs Van Eyk Bij-
leveld en Visser, werd belast met de voortzetting van
de verkenning en de inrichting der stations.
.In het zuidelijk gedeelte van Limburg was eene
uitvoerige verkenning noodig tot het vaststellen van
de noodige tusschenpunten ten dienste van de se
cundaire driehoeksmeting, daar het terrein ten zuiden
van Sittard groote moeilijkheden voor de driehoeks
meting oplevert.
Fig. 4. Sommige signalen gebouwd t.b.v. de driehoeksmeting
waren indrukwekkende bouwwerken. Foto Heuvelink.
Er volgt dan verder een beknopte geografische beschrij
ving en de vermelding dat een viertal secundaire punten
nodig zijn. Drie leverden volgens het verslag ,,geene bij
zondere bezwaren op". Dat waren de kerktoren te
Schimmert, een punt op de Overberg ten zuidoosten van
Brunssum en een punt op de Sint-Pietersberg bij
Maastricht. Bij het vierde punt, dat lag bij het gehucht
Reymerstok (gemeente Gulpen), zou een signaal moe
ten worden geplaatst en enige bomen moeten worden
opgeruimd. Tegen het eind van het jaar werd dan ook
aan Heuvelink opgedragen.
te trachten van den eigenaar de beschikking te
verkrijgen over het noodige terrein voor het plaatsen
van een signaal en verder voor het bouwen daarvan
en voor het opruimen der boomen te zorgen. Al deze
pogingen werden echter verijdeld, doordat geen van
de eigenaren van de daar gelegen terreinen, die voor
het doel geschikt zijn, daarvan iets wilden afstaan".
3