Tot zover het verslag over het jaar 1891Dit verslag mag dan vermelden dat er bij drie punten geen bijzondere be zwaren voorkwamen, het dagboek van Heuvelink leert ons dat het ook niet geheel vlekkeloos verliep. ,,24 Augustus. Van Valkenburg uitgaande wordt de omtrek van Schimmert en Oensel onderzocht. Langs Bies wordt teruggegaan tot Schimmert. Daar getracht op den toren te komen. De pastoor kon ons niet helpen daar de koster in het veld aan het werk was. Tegen den volgenden dag zou hij zorgen dat de toegang tot den toren vrij was. 25 Augustus. Via Valkenburg naar Schimmert. De pastoor had thans den sleutel beschikbaar, hij waar schuwde om voorzichtig te zijn daar de ladders nog ai slecht waren. Deze waarschuwing was niet over bodig; ondanks voorzichtigheid viel Bijleveld door een laddersport heen, gelukkig zonder verdere onge lukken. Het punt bij Brunssum leverde weer andere problemen op. Heuvelink schrijft hierover: ,,4 September. Van Amstenrade naar Brunsum en van daar Zuidelijk tot Rumpen. Bewesten Rumpen is vrij hoog terrein, dat gedeeltelijk met boschjes bedekt is. In het oosten wordt hooge kale heide gezien; om daar met rijtuig te komen moet een vrij groote omweg gemaakt worden over Brunsum en Bouwberg. Bij aankomst op die heide was de lucht zoo dampig ge worden dat er op eenigen afstand niets te onder scheiden was. 8 September. Naar de heide ZO van Brunsum; lucht zeer warm en dampig; duizenden insecten, mieren en muggen trachten hunne alleenheerschappij in deze heide te verdedigen door het den menschen lastig te maken. Voorat tegen den avond is het in die heide bij na niet uit te houden; er leeft daar een kwaadaardig soort muggen, wier beten groote gezwellen veroorza ken. Bewoners van den Bouwberg verzekeren dat zij wegens de muggen 's avonds niet dan bij hooge noodzakelijkheid in de heide komen Uiteindelijk werd op een iets zuidelijker gelegen hoge heide, de Overberg, een geschikt secundair punt gevon den. Of zich daar ook die onvriendelijke muggen ophiel den, vermeldt het verslag niet, evenmin of het, in de transportwagen aanwezige, insectenpoeder met spuit nog diensten heeft bewezen. Wel weten we uit het kas boek, dat een hele dag rijtuighuur, inclusief de rit Sittard-Brunssum op 4 september f 3,60 kostte en op 8 september f 5,50.in onze ogen niet veel, maar een ingenieur bij de Rijkscommissie verdiende toen tussen de 100 en 200 gulden per maand en voor een enkele reis Maastricht-Sittard per trein moest men voor de tweede klasse (er waren drie klassen) de kapitale som van 90 centen neertellen! Als men het dagboek doorbladert, heeft men moeite zich te beperken. Zo moesten er allerlei afspraken wor den gemaakt in verband met de bouw van standplaatsen op torens, niet alleen in Nederland maar ook in België, o.a. in Tongeren, Peer en Lommei. In laatstgenoemde plaats waren er problemen met een timmerman, die geen tekening kon lezen. Heel wat tijd heeft het gekost om de bomen te vinden, waarvan de toppen het zicht op de lijn Schimmert - Sint-Pietersberg hinderden. Boven dien moest nog een geschikte plaats worden gelokali seerd bij het gehucht Reymerstok, waarbij gebruik werd gemaakt van een ladder, waarmee men tot op een hoog te van negen meter kon komen. Op 1 oktober werden de terreinwerkzaamheden beëin digd, maar voor Heuvelink was het dat jaar nog niet af gelopen. Reymerstok, mislukte pogingen om grond te ver krijgen Hierboven is al vermeld, dat Heuvelink tegen het eind van het jaar naar het zuiden werd gezonden om te trach ten grond te verwerven voor de bouw van een signaal in de buurt van het gehucht Reymerstok. Het is een koste lijk verhaal over een conflict met stijfkoppige grondeige naars in Zuid-Limburg. Via zijn dagboek laten we Heuve link zelf aan het woord: „7 December. Van Delft naar Maastricht met de vol gende opdracht. 1e. om het noodige terrein voor het geprojecteerde punt Reymerstok te verkrijgen 2e. met den provincialen ingenieur onderhandelingen openen omtrent de opruiming van boom en aan den weg van de Hut naar de Plank. 3e. Met den burgemeester van Meerssen bespreken de opruiming van boomen op perceel A nr. 779 Gmte Meerssen. Na aankomst te Maastricht ontmoet ik spoedig den Provincialen ingenieur den Heer Huenges, met wien ik de zaak bespreek betreffende de boomen. Het komt hem voor dat de Commissie eenvoudig aan Gedeputeerden behoeft aan te vragen de toestem ming tot opruimen van hoogstens 4 boomen langs den weg van de Hut naar de Plank. Gedeputeerden zullen dan waarschijnlijk een prijs per boom vaststel len (12 a 15 gulden) waarvoor de benoodigde boo men het eigendom der Commissie worden. Wanneer het signaal Reymerstok gebouwd is kunnen de boo men dan voor zooveel noodig tegen betaling opge ruimd worden. 8 December. Bij informatie naar de woonplaats van W. Hutschemaekers, eigenaar van perceel B 1260 Gmte Gulpen blijkt dat deze van Reymerstok verhuisd is volgens zeggen naar Mechelen. De reis wordt daar heen voortgezet. Te Mechelen verneem ik dat H. woont te Epen, te Epen dat H. woont op den Smids- berg nog een kwartier per rijtuig verder en dan 10 minuten te voet van den weg af. Op den Smidsberg gekomen blijkt dat ik nog niet den bedoelden H. doch bij zijn broeder ben. Deze moet toevallig den weg uit in de richting van de woning van zijn broeder, die nog een goed half uur gaans (door dik en dun) verder woont op den Cottessenberg. Onder zijn geleide vind ik de woning van den betreffende. Deze persoon was geheel onwillig om een deel van zijn perceel af te staan. Alle aanbiedingen voor de kosten van overschrijving van hypotheek, van uit koop van den pachter enz. konden den man niet doen besluiten een stukje grond af te staan. De daar bij benoodigde formaliteiten zouden hem te veel ge loop geven naar zijn zin". Zo keerde Heuvelink onverrichterzake terug naar zijn ho tel. De volgende dag bezocht hij het terrein bij Reymer stok opnieuw en vond een wat lager gelegen perceel waar de verlangde richtingen ook zichtbaar waren. Dit perceel was het gezamenlijke eigendom van twee broers en twee zusters, die te zamen met hun moeder woon den. 4 NGT GEODESIA 84

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1984 | | pagina 6