Structurering van de informatie voorziening op het gebied van topografie en leidingen1) Achtergronden en inhoud van het advies van de BOCO door J. A. Blommendaal, beleidsmedewerker van de Directie Overheidsorganisatie en -automatisering van het Ministerie van Binnenlandse Zaken secretaris van de BOCO-overleggroep Topografie en Leidingen. Inleiding In het voorjaar van 1983 heeft de BOCO, de Bestuurlijke Overleg commissie voor Overheidsautomatisering, aan de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken een advies uitgebracht over de structure ring van de informatievoorziening met betrekking tot topografie en leidingen [1].2) Alvorens op de inhoud en de achtergronden van het BOCO-advies in te gaan, meen ik er goed aan te doen aandacht te besteden aan taak, samenstelling en werkwijze van de BOCO zelf en de achter gronden waartegen het informatievoorzieningsbeleid in de open bare sector in het algemeen wordt ontwikkeld. De volgende onderwerpen worden in deze inleiding besproken: 1. Taak, samenstelling en werkwijze van de BOCO. 2. Uitgangspunten van het informatievoorzieningsbeleid in de openbare sector. 3. Achtergronden van het Structuurplan Topografie en Leidingen. 4. Inhoud van het Structuurplan Topografie en Leidingen. 5. Het advies van de BOCO met betrekking tot het Structuurplan Topografie en Leidingen. 6. Te verwachten beslissingen en mogelijke maatregelen. 1. Taak, samenstelling en werkwijze van de BOCO De BOCO is in 1975 door de Minister van Binnenlandse Zaken ingesteld met als taak ,,te bevorderen dat de organen van Rijk, pro vincies en gemeenten hun bemoeiingen op het gebied van de auto matisering zodanig coördineren, dat de mogelijkheden worden geschapen de informatievoorziening van hun beleids- en beheers- activiteiten op elkaar af te stemmen en waar zulks gewenst en mogelijk is te integreren" [21. Anders gezegd: door coördinatie van automatiseringsactiviteiten in ruime zin de doelmatigheid en doeltreffendheid van de informatie voorziening bij de overheid en de semi-overheid te bevorderen. Deze taak wordt verricht door het uitbrengen van adviezen en rapporten aan Rijk, provincies en gemeenten. De commissie is be voegd ter voorbereiding van deze adviezen en rapporten overleg groepen in te stellen. De ambtelijke leden van deze overleggroepen worden benoemd in overleg met de daarvoor in aanmerking ko mende organen van het Rijk, met het Interprovinciaal Overleg Infor matievoorziening (IPO-info), wanneer het de provincies betreft, en met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Voorts is de BOCO bevoegd leden te benoemen die naar haar inzicht bij de taken van de groepen dienen te worden betrokken uit hoofde van hun deskundigheid. Voorzitter van de BOCO is q.q. de bewindspersoon die belast is met de coördinatie van de informatievoorziening in de openbare sector, dat wil zeggen de Minister of Staatssecretaris van Binnen landse Zaken, zulks afhankelijk van hun onderlinge taakverdeling. Op dit moment is de Staatssecretaris voorzitter. De vertegenwoordigers van het Rijk hebben zitting namens hun minister. In het algemeen gaat het om secretarissen-generaal of door hen aangewezen top-ambtenaren, alsmede de directeur Over heidsorganisatie en -automatisering van het Ministerie van Binnen landse Zaken. De gemeentelijke vertegenwoordiging bestaat uit bestuurders van 1) Inleiding gehouden op 27 oktober 1983 tijdens het 12e NGL congres. 21 De nummers [11 t.m. [111 verwijzen naar Literatuur" op p. 9 aan het eind van deze inleiding. de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, terwijl voor de provin cies de voorzitter en de vice-voorzitter van het Interprovinciaal Overleg Informatievoorziening zitting hebben. De BOCO houdt zich dus bezig met die aspecten van de informatie voorziening, die de grenzen van bestuurslagen en openbare diensten overschrijden. Overleggroepen zijn ingesteld voor de vol gende informatie-objecten: natuurlijke personen; vastgoed; maatschappelijke objecten; topografie en leidingen. Voorts zijn er nog enige overleggroepen voor algemene onder werpen, die verband houden met geautomatiseerde informatie voorziening. In het kader van deze inleiding staan de werkzaamheden die door de Overleggroep Topografie en Leidingen zijn verricht, centraal. In deze overleggroep hebben naast de vertegenwoordigers van Rijk (Dienst van het Kadaster en de Openbare Registers, Centrale Direc tie PTT, Landinrichtingsdienst), provincies en gemeenten, een af vaardiging uit de wereld der nutsbedrijven zitting (Energiebedrijf Rotterdam, NV Limagas, NV Waterleidingsmaatschappij Oost- Gelderland), zij het onder de bestuurlijke verantwoordelijkheid van provincies en gemeenten. De Topografische Dienst is ad hoe bij de werkzaamheden betrokken. 2. Uitgangspunten van het informatievoorzieningsbeleid in de openbare sector Deze uitgangspunten zijn beschreven in de door de Tweede Kamer aanvaarde nota „Organisatie en informatievoorziening; instrumen ten van bestuur" [31. Uit de ondertitel van deze nota blijkt al, dat informatievoorziening niet als doel op zichzelf wordt gezien, maar wordt opgevat als middel voor een zo doelmatig en doeltreffend mogelijke uitvoering van overheidstaken. Het begrip „overheids taken" moet ruim worden opgevat, en strekt zich uit tot al die taken die geheel of voor een belangrijk deel uit collectieve middelen wor den betaald, waaraan een wettelijke regeling ten grondslag ligt of waarvan de verzamelde informatie van groot maatschappelijk be lang moet worden geacht. Te denken valt hierbij aan de bescher ming van de rechtszekerheid in het economisch verkeer, waarin de Kamers van Koophandel een belangrijke taak vervullen, maar ook aan de liggingsgegevens van leidingen zoals deze worden gere gistreerd door de vele tientallen nutsbedrijven, gemeenten en over heidsbedrijven. Voor de reikwijdte van het informatievoorzienings beleid is dus niet zozeer de juridische vorm van een organisatie eenheid van belang, als wel het belang van de desbetreffende infor matie voor de Nederlandse samenleving als geheel. De in de zojuist genoemde nota vermelde uitgangspunten voor het informatievoorzieningsbeleid zijn onlangs voor de interbestuurlijke aspecten ervan als volgt uitgewerkt in het BOCO-rapport „Struc tuurschetsen voor de interbestuurlijke informatievoorziening" [41: 1. het waarnemen en het registreren van maatschappelijke ver schijnselen en het verzamelen en het evalueren van elementaire gegevens moeten zo dicht mogelijk bij de bron geschieden, in direct en persoonlijk contact met de betrokkenen. Het ligt voor de hand dat deze activiteiten veelal door het plaatselijk bestuur worden uitgevoerd; 2. het behandelen van aanvragen en het feitelijk verstrekken van informatie moeten eenvoudig en doorzichtig gebeuren in de on middellijke nabijheid van de aanvragers. Het ligt voor de hand ook deze activiteiten door het plaatselijk bestuur te doen uit voeren; 6 NGT GEODESIA 84

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1984 | | pagina 8