3. duplicatie van verzameling, opslag en verwerking moet om redenen van doelmatigheid, kwaliteit, onderlinge afstemming e.d, zoveel mogelijk worden vermeden; 4. het onderling relateren en het gebruik van informatie over indivi duele objecten moeten eveneens in principe op zo laag mogelijk bestuurlijk niveau plaatsvinden, waarbij het relateren wordt be perkt tot specifieke operationele taken die formeel zijn toe gewezen en van tevoren geregeld; 5. informatie die op hoger bestuurlijk niveau nodig is, moet, waar mogelijk, worden geëxtraheerd en geaggregeerd van informatie die op lager niveau beschikbaar is. Ook dit moet beperkt blijven tot informatie die nodig is voor formeel toegewezen taken, die van tevoren zijn geregeld. Hogere eenheden zullen in principe geen informatie ontvangen over identificeerbare individuele ob jecten om redenen van bescherming van de persoonlijke levens sfeer, bestuurlijke autonomie en economische doelmatigheid. Het belang van een goed gestructureerde en doelmatig opgezette informatievoorziening is groot en stijgt op vele terreinen boven de individuele belangen van bestuurs- en organisatie-eenheden uit. In haar derde rapport [5] noemt de Commissie Hoofdstructuur Rijks dienst, beter bekend als de Commissie Vonhoff, informatievoorzie ning als de kern van de besturingsproblematiek van de overheid. Deze commissie noemt als knelpunten onder meer: het gebruik van niet met elkaar in overeenstemming zijnde infor matie over gelijksoortige of zelfs gelijke beleidsobjecten, als ge volg van het onafhankelijk van elkaar opzetten van afzonderlijke informatiesystemen bij verschillende onderdelen van de centrale overheid, bij de lagere overheden en bij de semi-overheids- lichamen, met alle gevolgen van dien in het beleidsvoorberei dingsproces, bijvoorbeeld bij overleg en onderhandelingen; duplicaties (ondoelmatigheid) en/of hiaten (ondoeltreffendheid) van de informatievoorziening als gevolg van onvoldoende af stemming van de informatiesystemen op elkaar; het niet of niet tijdig beschikbaar zijn van informatie die relevant is voor de beleidsvoorbereiding, en het nemen van geen of on voldoende maatregelen om te voorzien in de behoefte aan in formatie, die nodig is voor de beleidsevaluatie en de eventueel benodigde beleidsbijsturing; onvoldoende toegankelijkheid van informatie (bereikbaarheid, snelheid, kosten, selectiviteit), met name van gestructureerde informatie; het achterhouden van informatie of het manipuleren met infor matie in het onderlinge verkeer van overheidsinstanties, ten ein de daarmee tactische voordelen te bereiken tijdens het onder handelen over bepaalde beleidszaken en bij het nemen van beslissingen. 3. Achtergronden van het Structuurplan Topografie en Leidingen De taak die de Overleggroep Topografie en Leidingen van de BOCO heeft gekregen, kan als volgt worden samengevat: 1inventariseer de overheidsacitiviteiten op het gebied van de ver vaardiging van topografische kaarten en van de leidingen registratie, de onderlinge relaties van deze activiteiten, en geef daarbij een overzicht van plannen of werkzaamheden tot auto matisering van de verzamelde informatie; 2. geef aan hoe, gelet op de onderlinge relaties tussen de verschil lende informatiebestanden, de genoemde automatiseringsacti viteiten op elkaar kunnen worden afgestemd c.q. geïntegreerd. Het BOCO-rapport „Informatievoorziening en automatisering op het gebied van topografie en leidingen binnen de overheid. Een analyse van de huidige situatie" [6] is de weerslag van het eerste gedeelte van de taakopdracht. Het tweede gedeelte heeft vorm ge kregen in het hierna te bespreken structuurplan voor de informatie voorziening op het gebied van topografie en leidingen. In 1975, het jaar dat de BOCO van start ging, was het niet voor het eerst, dat aandacht werd besteed aan topografie en leidingen als object van informatievoorziening in de openbare sector. Twee van de vele voorbeelden zijn: in 1970 organiseerde de toenmalige Nederlandse Landmeetkun dige Federatie een studiedag over leidingenregistratie naar aan leiding van een door een studiecommissie uitgebracht rapport [7]Deze conferentie heeft ertoe geleid, dat in 1971 de Staats secretaris van Financiën, onder welk ministerie toen het Kadaster ressorteerde, de Werkgroep Leidingenregistratie in stelde, met als opdracht een nadere uitwerking te geven aan de eerste fase van een leidingenregistratie, te weten de leidingbe- heerdersr^gistratie; in 1972 besloten de Nederlandse Vereniging voor Geodesie en de Rijkscommissie voor Geodesie tot het instellen van een com missie, die moeten nagaan of een grootschalige basiskaart voor het gehele land kon worden verwezenlijkt. Vervaardiging en bij houding van zo'n kaart werd aanbevolen in het eindrapport in 1974 van deze commissie [81. De BOCO heeft bij de inrichting van de informatievoorziening onderscheid gemaakt tussen groot- en kleinschalige topografie. Onder grootschalige topografie wordt verstaan, kaarten voor de registratie en vastlegging van liggingsgegevens tot schaal 1 2 500. Deze grens is uit praktische overwegingen getrokken. De relatie van de leidingenregistratie met dit soort kaarten is veel hechter dan met kaarten 1 10 000 en kleinere schaal, die worden aangeduid met kleinschalige topografie. De informatievoorziening met betrekking tot kleinschalige topo grafie is uitgediept in een BOCO-rapport [91. Vanaf het begin is dui delijk geweest, dat er maar één belangrijke vervaardiger is van kleinschalige topografische kaarten, te weten de Topografische Dienst. Deze Dienst verstrekt kaarten, welke het gehele land be dekken, aan een zeer groot aantal (semi-)overheidsinstanties. Eén keer in de tien jaar vindt actualisering plaats. Met leidingen wordt vooral bedoeld de liggingsgegevens van leidingen, alsmede gege vens ten behoeve van beheer; weer te geven op grootschalige topografische kaarten. Op grond van de werkzaamheden van de Overleggroep Topografie en Leidingen zijn de volgende knelpunten met betrekking tot groot schalige topografie geanalyseerd: de produktie van grootschalige topografische kaarten (en daar mee de gegevensverzameling) en de bijhouding ervan geschie den nog te ongecoördineerd; een algemeen aanvaarde beschrijving van topografische ele menten, ten behoeve van de informatie-uitwisseling tussen ver schillende instanties, ontbreekt; de automatisering van kaartvervaardiging neemt snel toe. Dit zal invloed hebben op de produktie van kaarten. De mogelijk heid bestaat dat alle instanties zelfstandig langs geautomati seerde weg kaarten gaan vervaardigen. Naast de reeds gesigna leerde doublures zal dit enorme investeringen tot gevolg heb ben, zonder dat sprake is van een maximale benutting van de afzonderlijke installaties; conversieproblemen van topografische bestanden van ver schillende herkomst vormen een belangrijk obstakel om tot een betere en efficiëntere informatievoorziening en -uitwisseling te komen. Met betrekking tot de leidingenregistratie signaleert de BOCO een drietal problemen: er ontbreekt voldoende informatie over de individuele en ge meenschappelijke informatiebehoeften van de verschillende groepen leidingbeheerders met betrekking tot de leidingen registratie; er bestaat geen landelijke uniforme wijze van informatie-uit wisseling met betrekking tot de leidinggegevens tussen de ver schillende instanties; er is verschil van mening over de vraag of automatisering van liggingsgegevens van leidingen kostenbesparend is, en/of de kwaliteit van de informatievoorziening verbetert. Op basis van deze analyses heeft de BOCO geconcludeerd, dat een meer doelmatige en doeltreffende inrichting van de informatievoor ziening over topografie en leidingen, maatregelen vergt voor een betere organisatie van de informatievoorziening. Daarbij komen vraagstukken aan de orde als: door wie en hoe wordt de basisinformatie verzameld? door wie en hoe worden de mutaties op de basisinformatie ver zameld? door wie en hoe wordt de informatie verwerkt, opgeslagen en verstrekt aan andere instanties? Voorts vergt de oplossing van de knelpunten op verschillende punten technisch onderzoek, dat door de BOCO ook is geïnitieerd. Het betreft dan met name onderzoek gericht op het tot stand bren gen van een beschrijving van topografische elementen, uitmon dend in een classificatiestelsel, en onderzoek gericht op de moge lijkheden en kosten van conversie van topografische bestanden en liggingsgegevens van leidingen. 4. Inhoud van het Structuurplan Topografie en Leidingen Het in mijn eerste zin genoemde advies betreffende het structuur plan voor de informatievoorziening op het gebied van topografie en leidingen wil ik nu bezien vanuit de invalshoek van bestuurlijke en functionele taakverdeling. Alvorens dit te doen, volgen enige op merkingen over het doel en de principes die aan het structuurplan ten grondslag liggen. Het structuurplan heeft tot doel: ordenen en stroomlijnen van de huidige situatie met betrekking tot verzamelen, vastleggen en verstrekken van elementaire ge gevens over topografie en leidingen, gericht op een grotere doelmatigheid en doeltreffendheid; bieden van de mogelijkheid om nieuwe taken volgens plan toe te wijzen; te denken valt aan decentralisatievoornemens als- NGT GEODESIA 84 7

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1984 | | pagina 9