Ruimtelijke gegevensstructuren*)
Ook bij de bijhouding levert automatisering veel voordelen op,
vooral wanneer meermalen eenzelfde ondergrond wordt gebruikt
bij verschillende toepassingsgerichte kaarten. Bijvoorbeeld de
topografische ondergrond die zowel bij de kaart van gemeente
werken, bij de kaart van de nutsbedrijven als bij de kaart van het
grondbedrijf wordt gebruikt. Een verandering in de ondergrond be
hoeft dan niet driemaal, maar slechts eenmaal te worden aange
bracht.
Automatisering van de basiskaart geeft ook de mogelijkheid admi
nistratieve gegevens die in geautomatiseerde bestanden zijn op
geslagen, automatisch af te beelden.
Gegeven al deze overwegingen, heeft de tweede deelgroep van de
projectgroep digitale topografie geënquêteerd hoe het nu feitelijk
gaat bij gemeenten die overwegen over te stappen op geautomati
seerde basiskaarten. Er is gevraagd naar de motivering, naar de
technische kant van de automatisering, maar ook naar de organisa
torische, personele en financiële aspecten.
Alle geïnterviewde gemeenten die nu bezig zijn, kopen standaard
software pakketten. Eventuele eigen wensen worden daar later aan
toegevoegd. Sommige gaan de hele gemeente in één keer digitali
seren; andere kiezen voor een stap voor stap benadering: men
begint met gebieden waar toch wat moet gebeuren, zodat de
kosten over een aantal jaren worden gespreid. De meeste gemeen
ten gaan gelijktijdig over op automatisering van het buitenwerk, zo
dat een geïntegreerde aanpak mogelijk is.
Vrij algemeen bleek men de organisatorische en personele aspecten
een groot probleem te vinden. Alleen door een goede project
matige aanpak en veel aandacht voor de motivatie van de betrokke
nen kan zo'n project slagen. De investeringskosten lopen erg uit
een; ze variëren van f 135 000,— voor een eenvoudig systeem tot
f 3 miljoen voor een geavanceerd interactief grafisch systeem.
De exploitatiekosten zullen naar verwachting in het begin ook
hoger liggen dan bij de klassieke aanpak. Naarmate er echter meer
gebruik wordt gemaakt van de toegenomen mogelijkheden, zal de
kosten-batenverhouding gunstiger worden.
6. Bijprodukten
De derde deelgroep van het project richtte zich op de 1 5 000
kaart. De behoefte aan kaartmateriaal op deze schaal komt vooral
uit de hoek van de beleidsinformatie. Bij deze schaal zijn de elemen
ten, zoals de gebouwen, nog in detail af te beelden, terwijl toch een
overzicht wordt verkregen over een behoorlijk gebied. Dit is van
groot belang wanneer men administratieve gegevens wil afbeelden.
Op het ogenblik worden door verscheidene gemeenten al 5 000
kaarten gemaakt en gebruikt. Er is echter geen landelijk project
voor de vervaardiging van de 5 000 kaart. Dat is vreemd, want nu
is er eigenlijk een gat tussen de kleinschalige kaarten van de topo-
Inleiding
Ruimtelijke gegevensstructuren is de korte titel van deze inleiding,
maar staat voor een rapportage van het deelonderzoek „Techniek
en toepassing van ruimtelijke gegevensstructuur" (TTR). Dit
onderzoek is in het kader van het door de Stichting SVI opgezette
onderzoek „Digitale Topografie 2e fase" uitgevoerd. Binnenkort
Inleiding gehouden op 28 oktober 1983 tijdens het 12e NGL
congres.
44
grafische dienst die vanaf schaal 1 10 000 lopen, en de grootscha
lige kaarten zoals de GBKN en de kadastrale kaarten.
Zou heel Nederland al zijn geautomatiseerd, dan was er natuurlijk
makkelijk te voldoen aan de vraag naar 5 000 kaarten. Maar zo lang
dat niet zo is, is het de vraag of er misschien een landelijk project
voor de vervaardiging van 5 000 kaarten van start zou moeten gaan.
Er zijn verschillende mogelijkheden om bestaand materiaal tot
schaal 1 5 000 te vergroten of te verkleinen. De foto's die van ge
heel Nederland zijn gemaakt ten behoeve van de nieuwe maat
staven voor de uitkeringen uit het Gemeentefonds (het project be
bouwing), zouden hier heel goed voor kunnen worden gebruikt.
Maar we kunnen ook denken aan vergrotingen van de 10 000 kaart.
De onderzoeksgroep denkt dus in feite aan een project waarbij de
5 000 kaart als een soort bijprodukt van bestaand materiaal zou
kunnen worden vervaardigd. Op deze manier kunnen de kosten erg
beperkt blijven. De gebruiksmogelijkheden liggen op het terrein van
overzichtsinformatie, of ze kunnen als ondergrond dienen. Ont-
schrankte luchtfoto's op schaal 5 000 zouden bijvoorbeeld heel ge
schikt zijn om als ondergrond te dienen voor een lijnsegmenten-
kaart met een thema. Zo'n schematische kaart gaat daardoor nog
meer leven.
Voorlopig is echter eerst aan de orde: hoe groot is de behoefte aan
een 5 000 kaart, welk soort kaart wordt geprefereerd, en wat heeft
men ervoor over? De onderzoeksgroep heeft daarom een enquête
ontworpen en 22 voorbeelden van mogelijke kaarten gemaakt.
Aan elke kaart wordt een prijskaartje gehangen. Als het onderzoek
doorgaat, is het de bedoeling deze enquête aan een steekproef uit
de gemeenten te sturen en te vragen aan welk soort kaart men,
gegeven de kosten, behoefte heeft. Alleen door een duidelijk beeld
van de behoefte, in verhouding tot de kosten, kan het idee voor een
5 000 kaart in Nederland van de grond komen.
7. Tenslotte
Tenslotte nog een enkele kanttekening over het werkgelegenheids
aspect van vorenstaande ontwikkelingen. Vaak is de ervaring bij
automatiseringsactiviteiten dat er niet zozeer minder werk komt, als
wel ander werk. Dat zal op bepaalde punten ook bij automatisering
van de kaartvervaardiging gelden.
Daar kunnen ook heel goede kanten aan zitten. Met name via de
thematische kaarten krijgen landmeters en geodeten te maken met
de inhoud van die thema's. En vooral ook met de automatische
registratie van algemene vastgoedgegevens.
Woningcartotheken, woningdistributiesystemen en grondbedrijfs
systemen zijn heel interessant. Ook de raakvlakken met het alge
mene automatiseringsbeleid in gemeenten kunnen interessante
perspectieven bieden. Dit soort ontwikkelingen vereist wel wat
meer flexibiliteit; een uitdaging!
zal het eindrapport beschikbaar zijn en voor uitgebreidere informa
tie wordt daarnaar verwezen.
Het doel van het onderzoek is te laten zien hoe gemeenten op be
trekkelijk eenvoudige wijze met behulp van een lijnsegmenten-
structuur door koppeling van administratieve bestanden vragen,
die voor plannings- en beleidsdoeleinden worden gesteld, kunnen
beantwoorden, en tevens hoe deze informatie op een verantwoor
de wijze grafisch kan worden weergegeven. Dit geschiedt door
middel van het uitvoeren van nader experimenteel onderzoek op
basis van praktijkproeven in een drietal gemeenten, te weten: Apel
doorn, Den Haag en Deurne.
NGT GEODESIA 84
door ir. A. APh. J. M. van Lamsweerde, wetenschappelijk hoofdmedewerker bij de
Afdeling der Geodesie van de Technische Hogeschool Delft.