kartograaf kaartlezer kaart het geocode deel, met knooppunten „van" en „naar", even tueel met verwijzing naar knikpunten voor de kromming van de straten, en met gebieds- (of blok-)verwijzing voor de identifica tie van de linker- en rechterzijde van het segment; het metrische deel, waarbij de knooppunten en/of knikpunten in coördinaatvorm zijn weergegeven. Daaraan worden toegevoegd: het nominale deel, met benoeming van het straatstuk door straatnaam en straatcode, waarbij voor de linker- en rechterzijde het bereik van de huisnummers is toegevoegd; het attributen deel, met de codering van administratieve ge biedsindelingen en segmentklasse voor de typering van de soort straat. De administratieve bestanden vormen de tweede component van een ruimtelijk informatiesysteem. Veelal bepaalt de plaatsaandui ding de wijze waarop deze gemeentelijke bestanden toegankelijk zijn. Onderstaande lijst geeft een opsomming van de meest voorko mende plaatsaanduidingen: straatnaam huisnummer; straatcode huisnummer; straatnaam/code willekeurige plaatsaanduiding (semi-adres); straatwand; straat; blok; wijk-buurt-subbuurtcode of andere gebiedscode; plaatscoördinaten; vierkantaanduiding. Indien mag worden aangenomen dat deze locatie-aanduidingen in een geografisch basisbestand zijn opgenomen, dan is het een noodzakelijke en tevens voldoende voorwaarde voor toepassing in een ruimtelijk informatiesysteem, dat een geautomatiseerd gege vensbestand beschikt over minstens één van deze locatie-aan duidingen. Het geografisch basisbestand is dus de basis van een ruimtelijk in formatiesysteem. Het dient als overzichtsbestand voor de koppe ling en uitwisseling van gegevens, omdat de diverse locatie-aan duidingen er noodzakelijkerwijs in vertegenwoordigd zijn. Daaren boven fungeren de segmenten van de GBB als informatiedrager voor de gegevens, waardoor deze snel en efficiënt zijn te verwerken voor een grote hoeveelheid van toepassingen op het gebied van onderzoek, planning en beleidsvoorbereidingen. Door die eigen schappen van de GBB is een dergelijk informatiesysteem als het ware een „spin op poten" (zie fig. 6). De grafische weergave Ten aanzien van de presentatie van de informatie ligt de nadruk in dit onderzoek sterk op een grafische weergave in de vorm van kaar ten. Omdat de informatie een sterke relatie met de ruimte heeft, verdient deze vorm van presenteren de voorkeur boven de presen tatie van de informatie in tabelvorm, waarbij elke relatie met de ruimte zoek is. De grafische methoden en technieken die zich hier voor lenen, zijn bekend. Er bestaat echter behoefte aan de ontwik keling van geautomatiseerde technieken voor de grafische weer gave. Dit geldt te meer, daar gebleken is dat bestaande grafische software-pakketten, die gekoppeld zijn aan lijnsegmentenstructu- ren, onvoldoende mogelijkheden bieden. Ten aanzien van administratieve informatie, die wordt opgeslagen, verwerkt en gepresenteerd, kan er een onderscheid worden ge maakt tussen registratieve en statistische informatie. Dit onder scheid kan ook wel worden gedefinieerd als gedetailleerde en geag gregeerde informatie. Hier spitst het onderzoek zich toe op het weergeven van zowel geaggregeerde als ook gedetailleerde informatie op schematische ondergrond. Deze ondergrond kan worden afgeleid uit het lijn- segmentenbestand, zoals een geschematiseerd stratenpatroon. Het onderzoek heeft aangetoond dat de eigenschappen van de topologische lijnsegmentenstructuur het mogelijk maken om een snelle, eenvoudige en goedkope thematische grafische weergave te realiseren. De meest geschikte schaal voor representatie lijkt schaal 1 5 000. In het kader van dit project is ook nader onderzoek verricht naar het kartografisch verantwoord zijn van zowel de grafische weergave van het stratenpatroon als de presentatie van de thematische infor matie. De kaart kan, wanneer goed gepresenteerd, een uiterst doel treffend medium zijn om informatie over te brengen. Hoe de kaart in de communicatietheorieën is ingepast, laat het eenvoudige kar- tografische communicatiemodel in fig. 7 zien. woningen bedrijven bevolking topografische gegevens gebiedsgrenzen netwerken NOMINALE CODE basis l bestand I METRISCHE CODE ATTRIBUTEN CO DE straatkenmerken verkeersgegevens openbaar vervoers kenmerken wijk-en buurtindeling verzorgingsgebieden Fig. 6. De samenhang in de ruimtelijke informatiesystemen. Een aldus opgebouwd systeem kan snel en efficiënt de diverse ge gevensbestanden koppelen, de gewenste bewerkingen uitvoeren en de verlangde informatie verstrekken. Te noemen zijn onder meer: registratie van adres- en semi-adresgerichte gegevens, en de af beelding daarvan op thematische kaarten; afbeelding en verwerking van administratieve en statistische gegevens op volkomen willekeurig te kiezen subgebieden van het betrokken gebied; bepaling van nieuwe gebiedsindelingen volgens criteria van homogeniteit, bereikbaarheid, afstandsberekeningen e.d.; berekening van verzorgingsgebieden voor scholen, winkels, hal ten openbaar vervoer e.d.; bepaling van de optimale locatie van openbare faciliteiten, zoals zwembaden, brandweergarages e.d.; toedeling en aggregatie van administratieve en statistische ge gevens op bepaalde gebiedsindelingen en de afbeelding van de resultaten daarvan. Fig. 7. Het kartografisch communicatiemodel. Enig commentaar bij deze figuur is gewenst. De over te brengen in formatie „i" wordt door de kartograaf bewerkt tot een kaart. Deze kaart wordt gelezen door de kaartgebruiker, die hieruit zijn conclu sies trekt ,,i' Deze „i" en overlappen elkaar niet voor 100%. Dit is niet vreemd, want uit onderzoek is gebleken dat bij de overdracht van informatie, via welk medium dan ook, altijd informatie verloren gaat. Om de „i" en ,,i'elkaar zoveel mogelijk te laten overlappen, moet de kartograaf met een aantal dingen rekening houden, namelijk: de aard van de over te brengen informatie (de informatie kan zeer complex zijn of heel eenvoudig); het goed toepassen van de kartografische grammatica (om de kaart zijn rol van informatiemedium optimaal te laten spelen, is een grammatica ontwikkeld); de doelgroep, aan wie de informatie moet worden overgedra gen (een groep schoolkinderen zal anders op een bepaalde kaart reageren dan een groep met het onderwerp vertrouwde ge meenteambtenaren). Deze uitgangspunten hebben geleid tot keuze van het kaarttype, de symbolen, de ondergrond e.d. om, vanuit kartografisch oogpunt bezien, tot een optimaal eindprodukt te komen. De proefprojecten De projectgroep had zich tot doel gesteld experimenteel onder zoek, op basis van een aantal praktijkproeven, uit te voeren. Daarbij werden een aantal uitgangspunten geformuleerd: de proeven moeten gebaseerd zijn op concrete vraagstellingen vanuit de gemeenten; 46 NGT GEODESIA 84

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1984 | | pagina 12