irp deze vraagstellingen moeten reeds via andere methoden zijn op gelost. Op die manier kan men dan een goed vergelijk maken tussen de oude en de nieuwe werkwijze en hiervan een kosten/ baten analyse opstellen; er moet bij de gemeenten een duidelijke behoefte aanwezig zijn om de thans gehanteerde werkwijze ter discussie te stellen en de invoer van lijnsegmenten in overweging te willen nemen. De proeven zijn uitgevoerd op bestaande systemen die qua hard ware kunnen worden gerangschikt onder de dure systemen. Daar om wilde de projectgroep zich ook bezighouden met een onderzoek naar de gebruiksmogelijkheden van goedkopere figuraties. Door tijd- en geldgebrek is zij daartoe niet gekomen. De verwachte resul taten op basis van de uitgevoerde proeven zijn: 1. uitspraken doen over de kwaliteit van de informatievoorziening met behulp van de toegepaste technieken; 2. uitspraken doen over de economische haalbaarheid van de toe gepaste technieken; 3. aanbevelingen doen ten aanzien van de verdere ontwikkeling van de gebruikte software; 4. het aanbieden van een aantal functionele modellen, waaruit de toekomstige gebruikers een keuze kunnen maken. Deze uitgangspunten hebben geleid tot de keuze van de volgende proefprojecten: Voor de gemeente Apeldoorn: 1. voetgangerstelling, waarbij telpunten van voetgangers zijn ver taald in vervoersstromen en afgebeeld op thematische kaarten; 2. woningvoorraadgegevens, waarbij gegevens uit het woning bestand zijn geteld en voor twee verschillende gebiedsinde lingen afgebeeld op thematische kaarten; 3. scholenplanning, waarbij leerlingadressen voor verschillende scholen zijn geïnventariseerd en op verscheidene manieren af gebeeld op thematische kaarten. Voor de gemeente Den Haag: 4. werkgelegenheid, waarbij het bedrijfsregister en het vastgoed- register onderling zijn gekoppeld, en waarbij berekende karakte ristieken zijn afgebeeld op thematische kaarten; 5. parkeerplaatsen, waarbij het aanbod van parkeergelegenheid is geïnventariseerd en op thematische kaarten afgebeeld; 6. verzorgingstehuizen, waarbij op grond van historie een selectie is gemaakt van beschikbare woningen binnen een straal van 400 meter loopafstand over de weg. Voor de gemeente Deurne: 7. kiesdistricten, waarbij nieuwe kiesdistricten zijn gevormd, reke ning houdend met capaciteitsgrenzen van de stembureaus en minimalisering van de af te leggen afstand van de kiezers; 8. groenvoorziening, waarbij gegevens van de plantsoenendienst zijn geautomatiseerd en selecties zijn afgebeeld op thematische kaarten. De acht proefprojecten dienden te worden uitgevoerd binnen het ter beschikking staande budget in tijd en geld. De daarmee op gelegde beperking betekende dat van de vraagstellingen slechts enkele aspecten konden worden belicht. Zo is bij de parkeer plaatsen van Den Haag alleen aandacht besteed aan het aanbod van parkeergelegenheid, terwijl de vraagzijde hiervan buiten be schouwing bleef. Bij de scholenplanning voor Apeldoorn zijn alleen een aantal leerlingrelaties met hun scholen getoond, terwijl het afleiden van de verzorgingsgebieden van die scholen buiten de be schouwing moest blijven. Kortom, de proeven beschrijven onder delen van en aanzetten tot plannings- en beleidsvraagstellingen. Het lijnsegmentenbestand is de basis voor de acht proeven. In geen van de drie gemeenten was zo'n bestand aanwezig. In het kader van dit project zijn voor bepaalde gedeelten van de drie gemeenten lijnsegmentenbestanden aangemaakt. Voor Apeldoorn waren dat de wijken „Centrum" en „West". In Den Haag is voor het cen trum, wijk 23 en 24 een dergelijk bestand gemaakt. Voor Deurne is bijna de gehele hoofdkom van een lijnsegmentenbestand voorzien. De grootte van de gebieden is zodanig gekozen, dat in alle gevallen het lijnsegmentenbestand uit 600 segmenten bestaat. Dit komt overeen met een gebied van ongeveer 20 000 inwoners. Het aanmaken van een lijnsegmentenbestand betekent het digitali seren van een kaart van het desbetreffende gebied, en het toe voegen van straatcodes en het bereik van de huisnummers (nomi- nalisering) langs de segmenten. Het digitaliseren is op de Afdeling der Geodesie uitgevoerd met be hulp van een Interactief Grafisch Systeem. Het beschikbare kaart materiaal was: Apeldoorn 1 10 000, Den Haag 1 5 000 en Deurne 1 2 000. Daarbij zijn ook studenten ingeschakeld. Door gebruik te maken van geschikte software kunnen op eenvoudige wijze de geo- code en de coördinaten van de knooppunten en tussenpunten wor den vastgelegd èn gecontroleerd. Dit kostte 18 a 24 manuren per bestand. De meeste tijd was nodig voor het digitaliseren van de grootschalige kaarten. Het overzicht is daarbij veel moeilijker te be houden. NGT GEODESIA 84 152 182 176 183 135 127 Fig. 8. Fragment van een gedigitaliseerd straatsegmentenbestand. Het toevoegen van straatcodes en huisnummers is zowel door de Afdeling der Geodesie (Den Haag) als door het PSC/TNO (Apel doorn en Deurne) gedaan. Hiervoor waren huisnummerkaarten van de gemeenten beschikbaar. Volledig manuaal zijn aan de lijnseg menten de nominale aanduidingen toegevoegd. Dit was onder de gegeven omstandigheden het snelste. Het aantal manuren dat hier mee was gemoeid, bedroeg 24 tot 40. De totale aanmaak van een lijnsegmentenbestand besloeg 42 tot 60 manuren. Een lijnsegmentenbestand behoeft maar één keer te worden aange maakt. Wanneer het klaar is, is het voor een veelheid van verschil lende proeven en vraagstellingen te gebruiken. Het betekent der halve dat bijvoorbeeld voor alle drie de proeven in Den Haag het zelfde lijnsegmentenbestand is gebruikt (fig. 8). Het gedigitaliseerde straatsegmentenbestand is op zich niet ge schikt als kaartondergrond. Wel kunnen uit dit bestand eenvoudig zowel enkellijnige als dubbellijnige stratenpatronen (fig. 9 en 10), of kaarten op een hoger aggregatieniveau worden vervaardigd (zie bijv. de ondergrond van kaart 2 op p. 48). De keuze is afhankelijk van het doel van de kaart. Fig. 9. En keil ij nig stratenpatroon. 47 Fig. 10. Dubbellijnig stratenpatroon.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1984 | | pagina 13