Classificatie van gedetailleerde
topografische elementen*)
De Stichting tracht haar doel te bereiken door het instellen van pro
jectgroepen ter bestudering van vastgoedinformatieproblemen, het
verrichten van wetenschappelijke onderzoekingen, het geven van
aanbevelingen, het uitbrengen van publikaties, het houden van stu
diedagen en het bevorderen van internationale wetenschappelijke
betrekkingen op het gebied van de vastgoedinformatie.
Voor wat betreft het programma van de Stichting, daarin wordt
gewezen op de noodzaak het bestaande materiaal zodanig te orde
nen en te standaardiseren, dat er basisbestanden met vastgoed
informatie ontstaan die voor zoveel mogelijk toepassingen bruik
baar zijn. Naast dit standaardiserend onderzoek is dan het toe
passingsgerichte onderzoek van belang. Hierdoor worden de spe
ciale eisen aan de vastgoedinformatie zichtbaar. Tenslotte dient
dan het innovatieve onderzoek te worden genoemd. Hier zal steeds
meer het zwaartepunt van het onderzoek komen te liggen. Men
tracht daarbij, inspelend op de maatschappelijke behoeften, kennis
te ontwikkelen die een commercieel afzetgebied heeft. Veel is hier
over te zeggen, maar moet in het kader van deze inleiding onver
meld blijven. Wie nader geïnformeerd wil zijn, verwijs ik naar het
rapport „Vastgoedinformatie in de jaren tachtig" dat een jaar gele
den uitkwam en bij de Stichting is te verkrijgen.
Tot slot nog iets over wat tegenwoordig bij praktisch iedere activi
teit moet worden genoemd, nl. de financiën. De participanten in
In het dagelijks leven komen we een tijdverdrijf tegen waarbij de
oplossing sterke overeenkomsten vertoont met de oplossing, die
wij zoeken bij het classificeren van gedetailleerde topografische ele
menten. Dit tijdverdrijf betreft kruiswoordpuzzels. Elke dag staat er
wel één in de krant en er worden zelfs speciale tijdschriften aan ge
wijd.
Als u dan ook zou worden gevraagd pen en papier te pakken en de
oplossing te geven voor: ,,1 horizontaal: Werktuig om mee te klop
pen of spijkers mee te slaan", dan zou er in 99% van de gevallen
zijn opgeschreven: „hamer". Met bovenstaande definitie heeft u
zich een begrip gevormd, en in het Nederlands behoort daarbij het
woord „hamer".
Hiermee wil ik aangeven dat wij dagelijks bezig zijn met het classifi
ceren van onze waarnemingen en ervaringen c.q. gebeurtenissen
met behulp van onze taal als belangrijkste middel.
In de definitie van het voorbeeld worden een aantal kenmerken ge
noemd:
In de definitie worden een aantal kenmerken aenoemd:
a. werktuig,
b. kloppen en/of slaan,
c. spijkers.
Deze kenmerken dragen bij aan de begripsvorming van het alge
meen geaccepteerde woord „hamer". Het voordeel van een alge
meen geaccepteerde benaming is duidelijk. Met behulp hiervan zijn
wij in staat te communiceren of informatie uit te wisselen.
In een aantal gevallen blijkt onze natuurlijke taal niet voldoende om
tot een goede informatie-uitwisseling te komen. Er zullen dan for
mele afspraken moeten worden gemaakt. Zulke afspraken bestaan
reeds op vele vakgebieden en worden gemaakt over een aantal be
grippen met dezelfde kenmerken. In het geval van informatie
uitwisseling wordt men geacht zich aan deze afspraken te houden.
Inleiding gehouden op 28 oktober 1983 tijdens het 12e NGL
congres.
het bestuur van de Stichting dragen ieder jaar bij in de dekking van
de kosten die niet bij de onderzoeksprojecten zijn onder te brengen.
De initiatiefnemers tot het onderzoek dragen vanzelfsprekend bij in
de kósten van het project, waaraan overigens deskundigen, zo men
die heeft, deel kunnen nemen. Tevens wordt op subsidies gehoopt,
welke echter niet gemakkelijk te verkrijgen zijn in deze tijd. Gezien
het innoverende karakter van een belangrijk deel van het onder
zoek, behoeven wij hierover echter niet zo somber te zijn. Innovatie
is een belangrijk hulpmiddel om uit de huidige economische proble
matiek te komen en wellicht dat hiervoor subsidies beschikbaar
komen.
In het zojuist genoemde rapport is aan innoverend onderzoek ruime
aandacht besteed. Met name noem ik hier het project FRANK dat
staat voor Fotografische Registratie ten behoeve van Analoge
Kaartvervaardiging en Beeldpresentatie. In een volgende lezing zal
hier wellicht meer aandacht aan worden besteed.
Het feit dat in de drie jaar van het bestaan van de Stichting een
twintigtal onderzoeken is gestart, waarvan een deel inmiddels is af
gerond, mag ook tot enig optimisme leiden. Dit optimisme zal nog
toenemen, indien binnen de drie bestuurslagen Rijk, provincie
en gemeenten de bereidheid om bij te dragen in onderzoeks
projecten op het gebied van de vastgoedinformatievoorziening zal
toenemen.
In de scheikunde is het periodiek systeem der elementen van
Mendelejev een voorbeeld van zo'n stelsel van afspraken. Een
tweede voorbeeld is het Systema Naturea van Linnaeus: een stelsel
van over de gehele wereld geaccepteerde (Latijnse) benamingen
voor elke plant en elk dier.
Deze formele afspraken bestaan ook binnen de landmeetkunde en
de geodesie. De vaktaal die hier wordt gesproken, is immers voor
een leek niet te volgen. Met behulp van deze taal zijn wij als land
meters en geodeten in staat om, zelfs over de grenzen heen, onder
ling met elkaar te communiceren over specifieke problemen of
nieuwe ontwikkelingen.
Echter juist voor de topografie zelf, datgene dat door de landmeter,
fotogrammeter of geodeet moet worden afgebeeld op een kaart of
vastgelegd in een digitaal bestand, bestaan dit soort afspraken niet
of nauwelijks. Ze bestaan wel, doch vaak alleen binnen een be
paalde dienst of een bepaald bedrijf. Tot voor kort werd ook weinig
aandacht besteed aan de totstandkoming van een stelsel van over
koepelende, algemeen geaccepteerde afspraken.
De oorzaak hiervan is duidelijk. Het wordt echter steeds meer
noodzakelijk zulke afspraken te maken vanwege de toenemende
automatisering in de landmeetkunde.
Topografische informatie werd meestal, en wordt vaak, weer
gegeven op kaarten. Kaarten vormen analoge afbeeldingen van de
werkelijkheid. Zo'n afbeelding is door de mens simpel, vaak zonder
enige hulpmiddelen of uitleg, te interpreteren. Voordeel is dat de
gegevens, welke op de kaart zijn afgebeeld, eenvoudig zijn te com
bineren, te aggregeren of uit te wisselen.
De toenemende automatisering houdt in, dat er meer en meer digi
tale topografische gegevensbestanden worden opgebouwd. Dit
zijn digitale afbeeldingen van de werkelijkheid.
Een digitale afbeelding van een sloot bestaat uit een reeks getallen
van enen en nullen, terwijl de sloot analoog als een rechte of gebo
gen lijn wordt afgebeeld. De digitale afbeelding is voor de mens niet
meer interpreteerbaar. Informatie-uitwisseling wordt daardoor
moeilijker, evenals het combineren of aggregeren van de gegevens
in het digitale bestand.
door E. P. F. Schol, werkzaam bij Fugro BV te Leidschendam.
38
NGT GEODESIA 84