réi 10. Met behulp van de meetlijn PQ moet een rechthoekig perceel worden uitgezet, waarvan de hoekpunten A en C zijn aange meten en waarvan de zijden AD en DC zich verhouden als 3 1 Bereken de uitzetgegevens van de hoekpunten B en D ten op zichte van PQ. METINGENBESTAND 11Wat verstaat u onder de volgende begrippen uit het Systeem Detailmeting '76: a. Puntkenmerk. b. Mutatiecode. c. Middeling. d. Rekencode. e. Element. f. Collineariteit. 12. Bij deze vraag behoren de bijlagen 1 tot en met 3 alsmede een ponsdocument „Metingen" en een ponsdocument „Elemen ten". Met behulp van een Wild DI-3 zijn voerstraalmetingen uitge voerd op de standplaatsen 556 en 557. De metingen (regel 1 10 tot en met regel 1 160) zijn ingevoerd op de Tektronix. Er is een begin gemaakt met de verdere codering. Een eerste berekening is uitgevoerd. Opdracht: a. Maak de verdere codering van de metingen af op het pons document „Metingen". b. Codeer de elementen op het ponsdocument „Elementen". c. Spoor de oorzaak op van de foutmeldingen en geef de ver beteringen aan op het ponsdocument „Metingen". Bijlage 1. VF./i \ssé Bijlage 2. COÖRDINATENBESTAND GEGEVEN PUNTEN PNTNR. K M 555 1 556 1 557 1 154921.07 155000.00 155005.04 463002.27 463000.00 463085.85 BLZ REG CO P K A B M 1 10 01 556 1 20 02 555 .217 1 30 02 557 102.123 1 40 04 19707 1 4.982 60.82 1 50 04 19706 1 24.607 14.97 1 60 04 19705 1 50.835 12.20 1 70 04 19704 1 70.916 15.51 1 80 04 19703 1 90.874 52.60 1 85 04 19710 1 72.847 48.83 1 90 01 557 1 100 02 556 89.262 1 110 04 19703 1 115.058 35.45 1 120 04 19702 1 165.397 71.15 1 130 04 19701 1 164.218 42.86 1 140 04 19708 1 152.621 67.25 1 150 04 19709 1 146.236 56.27 1 160 04 19710 1 128.437 47.48 2 10 40 19701 19702 28.31 2 20 40 19702 19709 21.38 2 30 40 19703 19704 38.14 2 40 40 19706 19704 10.86 2 50 40 19701 19707 48.16 2 60 40 19703 19710 14.79 L 3.19 Bijlage 3. SIGNAALLIJST REKENPROGRAMMA TOEGEPASTE LIJNVER- GROTING: 0 MM/KM FC 809 PUNT 19703 GEMIDDELD BLZREG: 1110 DV: 2.50 TOL: 0.03 FC 809 PUNT 19710 GEMIDDELD BLZREG: 1160 DV: 3.35 TOL: 0.03 FC 823 19702 19709 21.38 BLZREG: 2.20 FL: 5.57 TOL: 0.08 FC 823 19703 19704 38.14 BLZREG: 2.30 FL: 1.01 TOL: 0.08 FC 823 19701 19707 48.16 BLZREG. 2.50 FL: 21.95 TOL: 0.08 FC 809: Tolerantie bij middeling overschreden. FC 823: Toleransoverschrijding bij een controlemaat. COÖRDINATENBESTAND BEREKENDE PUNTEN VOOR MIDDELING GESORTEERD OP PUNTNUMMER BLZ: 1 PNTNR. K M X Y BLZ REGEL 19701 IVI i 154964.56 463071.77 1 130 19702 1 154937.42 463063.72 1 120 19703 1 154993.81 463052.23 1 80 19703 1 154989.18 463054.15 1 110 19704 1 154993.51 463014.09 1 70 19705 1 154991.71 463008.95 1 60 19706 1 154986.28 463005.99 1 50 19707 1 154939.51 463006.29 1 40 19708 1 154946.58 463052.61 1 140 19709 1 154961.00 463050.68 1 150 19710 1 154980.93 463044.95 1 85 19710 1 154975.41 463048.75 1 160 KAARTVERVAARDIGING Tijd: 3 uur 1. Deze opgave is identiek aan opgave 12 van het vak Landmeet kunde. 2. a. Bij het gebruik van transparante tekeningdragers is de door- lichttafel een onmisbaar hulpmiddel geworden. Geef een aantal voordelen van het gebruik van deze tafel met daarbij een korte toelichting. b. Bij de uitvoering van sommige coördinatenberekeningen dient rekening te worden gehouden met de „lijnvergroting". Waarom is dit nodig? Verduidelijk het antwoord eventueel met een schets. c. De papieren bijbladen zijn aan slijtage onderhevig. Het is soms noodzakelijk ze te vernieuwen. De figuratie wordt over gebracht op white opaque. 1. Noem twee reproduktiemethoden die hierbij worden toe gepast. 2. Het werken met zo'n vernieuwd bijblad geeft een aantal problemen. Noem deze problemen en geef er een op lossing voor. NGT GEODESIA 84 99

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1984 | | pagina 29