CêeoéwfAr
nederlands geodetisch tijdschrift
Digitalisering Cultuurtechnische
Inventarisatie Nederland
door ir. AC. Visser, werkzaam bij het instituut voor Cultuurtechniek en Waterhuis
houding te Wageningen.
1. Inleiding
De Cultuurtechnische Inventarisatie Nederland (CIN) is
een geautomatiseerd vastgoedsysteem dat vanuit cul
tuurtechnisch gezichtspunt het agrarisch grondgebruik
in een gebied beschrijft (wie gebruikt waar welke grond).
Van elk stuk grond van een agrarische grondgebruiker
wordt vermeld wat de afstand is tot het bedrijf, de op
pervlakte, de randlengte, de cultuurtoestand, de beno
digde tijd voor agrarische bewerkingen, de ligging in ge
bieden met een bijzondere bestemming enz. Tevens
worden relaties gelegd met de bodemkundige en water-
huishoudkundige toestand en met de sociaal-econo
mische situatie. Bovendien kan een verbinding tot stand
worden gebracht met de eigendomsinventarisatie. Het
systeem wordt vooral gebruikt bij de voorbereiding van
landinrichtingsprojecten, doch is ook voor andere plano
logische toepassingen geschikt en reeds toegepast.
De CIN is omstreeks 1967 ontstaan, nadat vele jaren
daarvoor reeds dergelijke, niet-geautomatiseerde en
niet-uniforme inventarisatiesystemen werden gebruikt.
De opkomst van het computergebruik gaf de CIN goede
kansen te komen tot een landelijk, grotendeels uniform
en geaccepteerd systeem voor de beschrijving van de
grondgebruikerssituatie. Informatie over het systeem is
gegeven door de ontwerpers ervan [Van Wijk en Lint
horst, 1977]. [Visser, e.a., 1979] hebben in dit tijdschrift
een korte beschrijving gegeven van de CIN en hebben
ook relaties met andere inventarisatiesystemen aange
duid.
In 1973 is bij de voornaamste gebruiker van het systeem,
de Landinrichtingsdienst, geënquêteerd of de gevolgde
werkwijze en de als resultaat daarvan verkregen tabellen
op dat moment voldeden aan de wensen bij het gebruik
van de gegevens. Dit heeft geleid tot een gemakkelijk
hanteerbaar stelsel van tabellen met informatie over de
grondgebruikerssituatie. In 1981 heeft een dergelijk
onderzoek opnieuw plaatsgevonden, wat wederom tot
aanpassingen leidde. Door steeds kritisch vraag en aan
bod op elkaar af te stemmen, wordt getracht een zo
goedkoop mogelijk produkt te leveren met minstens de
zelfde en zo mogelijk meer informatieve waarde dan het
oudere produkt. Ook het te leveren kaartmateriaal is in
NGT GEODESIA 84
dat onderzoek betrokken. Het sinds 1972 ontwikkelde
digitaliseren van grenzen heeft in 1980 geleid tot de over
gang van een grotendeels handmatige gegevensverza
meling tot één waarbij digitizer, computer en elektro
nische tekenmachine een voorname rol spelen.
Dit artikel gaat in op deze verder geautomatiseerde
werkwijze.
2. Opname per kavel of per perceel
Voor de digitalisering van grenzen wordt uitgegaan van
een inventarisatie van de grondgebruikerssituatie, die
meestal in opdracht van de Landinrichtingsdienst wordt
uitgevoerd door de Stichting tot Uitvoering van Land-
bouwmaatregelen. In het algemeen wordt een kavelge-
wijze inventarisatie uitgevoerd. Een kavel wordt gedefi
nieerd als een aaneengesloten stuk grond van één ge
bruiker, omgeven door grond van anderen. In dit stuk
grond mogen geen doorsnijdingen voorkomen zoals
wegen, waterlopen en spoorbanen.
Soms wordt overgegaan tot een perceelsgewijze inven
tarisatie. Het in de CIN gehanteerde begrip perceel komt
niet overeen met een kadastraal perceel, doch wordt ge
definieerd als een stuk grond van één gebruiker, om
geven door grond van anderen en/of door topografische
grenzen als sloten, houtwallen en dergelijke. Dat niet al
tijd perceelsgewijs wordt geïnventariseerd, komt door
dat de verwerkingskosten circa tweemaal zo hoog zijn
als van een kavelgewijze inventarisatie. De diverse ge
bruiksmogelijkheden rechtvaardigen deze sterke prijs
verhoging niet altijd. Een alternatief kan zijn een per
ceelsgewijze inventarisatie in proefcomplexen uit te voe
ren, en voor de rest van het te inventariseren gebied te
besluiten tot een kavelgewijze inventarisatie.
3. Kaartvoorbereiding
Alvorens tot digitalisering van geleverd kaartmateriaal
wordt overgegaan, is het nodig een goede kaartvoorbe
reiding uit te voeren. De basis voor zowel de opname als
digitalisering van de grondgebruikerssituatie is de topo
grafische kaart schaal 1 10 000, die soms wordt ver
groot tot schaal 1 5 000. Op maatvaste kopieën wordt
de aanduiding van de te meten grenzen overgenomen.
73