onbamnum van jjcomctria t>macü
in cnuiitic Ja* bViiiutbetiu' punroit-
tien uau' bic tw|cn v-cücCijOc?
mu^rf'h
lÜj£' r'fj.'
«-1- iv,'./.
Fig. 8. Figuur van een indirecte afstandmeting, gestoffeerd met
opstallen van het Westfriese type.
Fig. 7. Eerste pagina van de Euclidische meetkunde.
iS hit ffipKd
f'jvvlVlx Cf hü' wtT*yF
Ktbucm .tacit l2«-\p
>v'v^irbvt>
U«U U stn L <-»*«)*£ ietjnft.
(nitU h.n'h «u hriï.e\
n?c acn c»n jtntiP' ïttDft-
2 lint* lesijtt' yAJ{»|
Jt Ijzjluhn t/jt-Xi i'.'mm»
liftten Lyjett JïirwkU-n
tn unFc
lanttee u' nli an ;iatn ii'nU ah
fcijlUw 5# JlicnLn.ti,
sh tuil* kdk'tfsnAi z.-.v-i
«A cC
C~i.vi.-Jtt ^«.,/v /valt.
<»iut %-!*- ;JiV/4a a a-a
i'u*V W-f- fcyeiilltliH
Se^Uiijtsn ft Ja W<„
.WM j?." t'JZiHHtPi, h*£e»
JUTf /«llt>» >7» >rv
.;7. a.WlT
<n»V Jif vnJtt+L
J.t*U i-.-v suiit tu.i* rt-lJ,
Verwantschap met andere metingen uit dezelfde
tijd
In het Rijksarchief te Haarlem wordt een notitieboekje
van de landmeter Gerrit Hengeveld bewaard, waaruit
H. Schoor! een interessante meting beschreven heeft
[5], Die meting heeft misschien indirect iets te maken
met de meting van Claes Jansz. Ze is precies gedateerd,
nl. op 22 maart 1679 en ligt in hetzelfde gebied tussen
Alkmaar en Egmond aan Zee. Gerrit Hengeveld, gead
mitteerd op 9 september 1692, was dus jonger dan Claes
Jansz. en heeft zijn meting in zijn leertijd uitgevoerd,
misschien als praktijkexamen, mogelijk als leerling van
Claes Jansz. van Schorel.
De jonge Hengeveld heeft een lijn door de duinen uitge
zet, beginnende in een punt A bij de binnenvoet van de
duinen, op de grens van de bannen Wimmenum (waarin
later de gemeente Bergen lag) en Egmond, met een
astronomisch azimut van 270°. Dank zij de publikatie
van Schoorl weten we nu, dat een astronomische azi-
mutbepaling op de zon tot de examenstof voor de 17e
eeuwse landmeter behoorde.
In de lijn met azimut 270° wordt op het binnenduin een
punt B gekozen, waarin richtingen naar de torens van
Bergen, Alkmaar en Heiloo worden gemeten. De lijn
door de duinen eindigt bij een paal C op een duin aan
zee, alleen in richting bepaald, en wordt nog met 30
Hondsbosse roeden verlengd tot de hoofdwaterlijn D.
Vanuit dit punt meet Hengeveld een afstand van 737
Hondsbosse roeden (2,52 km) langs de hoogwaterlijn
160
naar het zuiden tot aan de toren van de kerk van Eg
mond aan Zee, die in dat jaar 34 roe en 3 voet van de
hoogwaterlijn blijkt te liggen.
Waarvoor de meting had kunnen dienen, is niet duide
lijk. Er werd geen afstand door de duinen gemeten. De
lijn door de duinen met azimut 270° is niet door middel
van insnijding uit gegeven punten vastgelegd. Echter,
gaat men vanuit de toren van Egmond aan Zee, met een
azimut van 270° 96° 174° langs het strand, dan is
het uiteinde D van de lijn door de duinen te bepalen.
Hengeveld onderscheidt zich in zijn meting van menig
collega door de afstanden in roeden en voeten te meten,
en door zijn meting van een zonsazimut, waardoor de
correctie van de magneetnaald op het hoekmeetinstru-
ment wordt bepaald. Hij beschrijft de azimutsbepaling
als volgt: ,,Het west of 't oost is gesocht met de sons-
hooghte boven den horisont van 8 g. 34 minuut, mae-
ckende op de 22 maert 1679 de strael van de son met
recht oost ofte west een houck van 10 grad. volgens de
calculie vuyt de spherische triangelen"
De meting van Hengeveld geeft ook een bevestiging van
de uitkomst van de basismeting van Claes Jansz. (en
omgekeerd).
Schoorl concludeert in zijn hier aangehaald artikel: Uit
de nauwkeurige hoekmeting van de landmeter G. Hen
geveld, zowel als uit de richting van de oude straatjes in
de kern van het dorp omstreeks 1940 (Schoorl gebruikte
de stafkaart van vóór 1940, CK) blijkt dat de voormalige
NGT GEODESIA 84