Van terrein tot kaart bij het Bureau Landmeetkundige
Zaken van de provinciale waterstaat van Noord-Brabant
door M. A. M. Lommers, hoger landmeetkundig ambte
naar bij het Bureau Landmeetkundige Zaken van de pro
vinciale waterstaat van Noord-Brabant en
N. Claij, student aan de Afdeling der Geodesie van de
Technische Hogeschool Delft.
1. Inleiding
In dit artikel wordt de wijze van opname en kaartvervaar
diging beschreven, zoals die sinds 1980 bij het Bureau
Landmeetkundige Zaken is ontwikkeld en wordt toege
past. De benodigde apparatuur die daarvoor vanaf die
tijd is aangeschaft, bestaat uit:
- drie zelfregistrerende tachymeters (twee ELTA's-2 en
een ELTA-3) met toebehoren;
- twee tafelrekenmachines (Hewlett Packard 9845B);
- twee diskettestations;
- twee printers;
- een centraal geheugen van 64 Mb, verbonden aan de
twee HP-9845B's middels een zogenaamd Shared
Resource Management systeem;
- een Summagraphics digitizer, en
- een Benson plotter.
Een belangrijk deel van de werkzaamheden van het bu
reau is de kaartvervaardiging. Daarnaast worden met het
systeem ook dwarsprofielen getekend, oppervlaktes be
paald en landmeetkundige berekeningen uitgevoerd.
Goed kaartmateriaal is onontbeerlijk, wanneer het gaat
om de uitvoering van nieuwe werken, ondersteunende
taken, en het onderhoud en beheer van de provinciale
wegen.
Het zwaartepunt van de kaartvervaardiging bij het Bu
reau Landmeetkundige Zaken ligt op de uitvoering en
begeleiding van nieuwe werken. Hiervoor zijn grootscha
lige basiskaarten nodig, die up-to-date dienen te blijven,
zodat de gebruikers economisch, planmatig en betrouw
baar kunnen werken. Die actualiteit kan worden verkre
gen door de cirkel basiskaart-plannen-uitvoeren-basis-
kaart gesloten te houden. In het navolgende zal worden
beschreven op welke wijze, langs automatische weg,
deze basiskaart wordt verkregen.
2. De basiskaart
Allereerst volgt de omschrijving van het begrip basis
kaart, zoals die bij het Bureau Landmeetkundige Zaken
wordt gebezigd:
Een basiskaart is een kaart met een dusdanige schaal, in
houd, vorm en nauwkeurigheid, dat zij kan dienen als
basis voor de werkzaamheden van de gebruiker. Het is
een strookkaart van een provinciale weg met de daarbij
behorende directe omgeving. De eisen die aan de basis
kaart worden gesteld, zijn de volgende:
- vervaardiging op elke gewenste schaal moet mogelijk
zijn;
- de topografie moet zo volledig mogelijk zijn;
- de nauwkeurigheid moet voldoende zijn;
- de kaart moet up-to-date zijn (de kaartwaarde is af
hankelijk van de actualiteit);
- de provinciale eigendomsgrenzen moeten duidelijk
kunnen worden aangegeven;
- koppeling met de wegendatabank moet mogelijk zijn;
- koppeling en conversie met andere informatiesyste
men dient mogelijk te zijn.
Aan deze eisen kan een door de computer vervaardigde
kaart, met als kenmerken digitale opslag, kaartnauwkeu-
righeid 1 500, interactieve mutatie en kaartvervaardi
ging op elke gewenste schaal, voldoen. Het gebruik van
een overlay-systeem biedt veel voordelen. De gebruiker
kan daarmee een topografische kaart samenstellen van
een door hem gewenste inhoud.
De gegevensinwinning ter realisering van de digitale
kaartbestanden geschiedt met behulp van de zelfregis
trerende tachymeters. Daarnaast kunnen ook bruikbare
(oude) kaarten of kaartmateriaal van derden tot digitale
bestanden worden omgezet. Ook het handmatig intoet
sen van bestanden is mogelijk.
3. Uitgangspunten bij het opzetten van het
systeem
Aan het systeem van kaartvervaardiging liggen de vol
gende uitgangspunten ten grondslag:
- de systeemkosten moeten passen binnen de finan
ciële mogelijkheden;
- de veiligheid in het terrein, met name tijdens het me
ten langs en op wegen, moet worden bevorderd;
- een digitaal kaartbestand moet worden opgezet voor
de vervaardiging van basiskaarten schaal 1 500;
- voor de medewerkers zal de overgang naar geauto
matiseerde kaartvervaardiging een min of meer van
zelfsprekend karakter moeten dragen;
- het systeem moet eenvoudig van opzet zijn en zoveel
mogelijk aansluiten bij de gebruikte meet- en verwer
kingsmethoden;
- het verzamelen van de meetgegevens dient aan de
opnameploeg zo weinig mogelijk beperkingen op te
leggen;
168
NGT GEODESIA 84