Een basismeting uit de zeventiende eeuw en de verdronken toren van Egmond aan Zee 2 S m2 2 S m2 156 dan is T b 2 ch. (17) dh Voor de drie hoogtes vindt men respectievelijk: Ti 2 3 a bh, 2,3 ch2, 2 3 Met behulp van deze drie vergelijkingen kan men b en c uitdrukken in de temperatuurverschillen, en deze vor men kan men substitueren in (17). Als men voor h invult de aflezing op de baak (waarvoor z 0), respectievelijk hv en ha voor vóór- en achter baak, dan vindt men de verticale temperatuurgradiënt vóór en achter: Tzv en Tza, waaruit de grootheid Txz een voudig volgt: t Tzv Tza 2S Uitwerking van bovenstaande ideeën geeft: T h2 (- T,v T,a 2T2v - 2T2a - T3v T3a) hv (T,v 2T2v T3v) - ha (T,a 2T2a T3a) T 3v T. 3a T 1V T„ 4 S m (18) Deze methode heeft boven die van hoofdstuk 3.2 het voordeel, dat men de thermometers niet langs de baken hoeft te bewegen. Wel is het ook bij deze methode nodig de temperaturen te registeren (wat elektronisch niet moeilijk is) of over te seinen. Wat betreft de precisie is deze methode volkomen vergelijkbaar met de vorige. Ook wat betreft de systematische effecten zal het ver schil met de vorige methode niet groot zijn. 4. Nabeschouwing In dit artikel zijn een paar methoden genoemd, die mo gelijkerwijs bruikbaar zijn om de refractie-effecten bij precisiewaterpassing te beperken door middel van het meten van temperatuurverschillen. De methode in hoofdstuk 3.3 brengt nauwelijks extra werk of tijdverlies met zich mee, wel enige kosten aan goede temperatuur- opnemers en elektronische verwerkings- en registratie- apparatuur. Het is niet moeilijk om elektrische opnemers te maken, die met voldoende precisie (willekeurige fou ten) de temperatuurverschillen meten. Vrijwel alle instru mentele systematische afwijkingen kunnen waarschijn lijk worden geëlimineerd door verwisselen van onder- en boventhermometers en/of door de gebruikelijke wisse ling tussen vóór- en achterbaken. Wat nog aan gevaarlijke effecten overblijft, zal vooral het systematische verschil zijn tussen de onder- en bovenposities van de thermometers, bijvoorbeeld ten gevolge van straling van de bodem, het afremmen van de wind door de bodem, vochtigheid, invloed van de baakhouders, enz. Het zal zeer moeilijk zijn om de hele meetmethode met voldoende zekerheid te controleren. Wel kan men de invloed van straling en wind op de tem- peratuuropnemers in het laboratorium testen. Verder zou men buiten op een helling van bijvoorbeeld 5% een opstelling kunnen maken, waarbij men gedurende lange tijd (verschillende dagen) temperatuurverschillen verge lijkt met de verticale variaties van twee laserbundels, die door automatische precisiewaterpassen horizontaal wor den gehouden. De waterpassing zou eventueel nog kun nen worden gecontroleerd met een speciaal hydrosta tisch instrument. Literatuur 1. Holdahl, S. R., A model of temperature stratification for correc tion of levelling refraction. Proc. Gen. Meeting IAG, Tokyo 1982. Spec. Issue J. Geod. Soc. Japan 1982, p. 601 -618. 2. Remmer, O., The direct experimental detection of the syste matic refraction error of precise levelling. Geodaetisk Institut, Kopenhagen 1977. 3. Kukkamaki, T. J., Über die nivellitische Refraktion. Publ. Finn. Geod. Instit. 25, Helsinki 1938. 4. Munck, J. C. de, Refractie in de landmeetkunde. Afd. Geode sie, TH Delft 1973. 5. Brunner, F. K., Experimental determination of the coefficients of refraction from heat flux measurements. Proc. Intern. Symp. on Electromagnetic distance measurement and the influence of atmospheric refraction. Wageningen 1977, p. 245 - 260. door prof. dr. ir. C. Koeman, tot 1981 hoogleraar Kartografie aan het Geografisch In stituut van de Rijksuniversiteit Utrecht. SUMMARY A seventeenth century base-line measurement and the submerged tower of Egmond aan Zee A base-line measurement and a triangulation, executed in the province of North Holland about 1680, connects two towers: of the Grote Kerk at Alkmaar and of the church of Egmond aan Zee (in 1680 standing unprotected on the outer ridge of dunes, only a hundred meters from the high water line of the North Sea). This base-line measurement and its calculation were discovered in a manuscript-textbook, written by the chartered surveyor Claes Jansz. van Schorel, who was admitted to the roll in 1660. The site of the base line was reconstructed in the terrain, which is still an open landscape. However, the reconstruction of the triangulation is not possible any more because the tower of Egmond aan Zee has disappeared into the sea in 1741 Apart from a contribution to our knowledge of the level of 17th century landsurveying, the measure ments by Claes Jansz. van Schorel have provided us with an exact method of reconstruction of the position of the coastline in 1680 and of the amount of the landward shift of the coastline since then. Op een los blad in het handgeschreven leerboek over landmeetkunde van Claes Jansz. van Schorel staan de figuur en de berekeningen van een basis-driehoeksnet, gemeten ter bepaling van de afstand Alkmaar - Egmond aan Zee (zie fig. 1). Als hoekpunten van het net dienden de toren van de Grote Kerk van Alkmaar en de toren van NGT GEODESIA 84

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1984 | | pagina 6