I mogelijk overhoop te halen in de programmatuur (m.n. het „rekenprogramma") van het oorspronkelijke Sys teem Detailmeting '76. Echt ingrijpende wijzigingen, die nodig zijn voor aanpassing van het systeem aan de hui dige mogelijkheden van de computerapparatuur, zullen in het kader van het project LKI worden uitgevoerd. Uitgangspunt is geweest, dat de reeds opgebouwde (kadastrale) bestanden zonder enige conversie in het uit gebreide systeem konden worden toegepast. De uitbrei ding van het classificatiestelsel met klassen voor topo grafische objecten is gerealiseerd, zonder dat de reeds bestaande klassen zijn aangetast. Bij de invoering van het systeem LKI zullen de kadastrale en topografische bestanden worden geconverteerd naar het LKI-hoofdbestand, waarbij de objecten via een 1 1-herclassificatie worden ingedeeld naar het LKI- classificatiestelsel [2], De objectclassificatie gegevens- inwinning zal hierbij, als onderdeel van het dan naar ver wachting ingeburgerde invoerprotocol, in principe onge wijzigd blijven. De verwerking van de projecten kan in de provinciale vestigingen van het Kadaster zowel plaatsvinden op de Tektronix 4051/52 tafelcomputer als via de op de cen trale VAX 11 /780-computer aangesloten terminal 1 De geheugenmedia worden op de Tektronix uitgelezen, waarna op diskette het projectbestand metingen wordt opgebouwd en voor de detailpunten, die met lijncode- ring zijn gemeten, het projectbestand topografische ele menten (zie fig. 8). In het laatste bestand worden per lijnnummer de gebruikte volgnummers vermeld met bij behorende lijncode en classificatiecode (zie fig. 9). De gehcu medt gen- UITLE.ES- PROGRAMMA handmatig Coderen en verponsen X project best./ topografikcW elementen projectbest metingen /projectbest. gegaven J coördinaten l projectbest kadastrale REKEN PROGRAMMA projectbest. berekende coördinaten PROGRAMMA lijnstrings projectbest. -mgs TEKEN PROGRAMMA proef kaarterinfi punt nummers kaar tering I oppervlakten Fig. 8. Verwerkingsschema Systeem Detailmeting '76. NGT GEODESIA 84 rwsoo) A/t oo) O terrestrisch opgenomen punt x berekend punt r<*) topografisch elementen bestand lijnstringsbestand 412 00 01 02 03 04 x41200 V41200 1 38 T 13 4 3 2 *01 yoi 3 38 T 38 X y 4 38 B Xs ys 3 38 B 413 00 01 02 03 04 X y 4 38 B 5 5 6 2 5 X02 yo2 3 38 T 21 X y 4 38 B Xs Ys 3 38 B X y 4 38 B X03 yo3 3 38 T xM yo4 2 38 T X y 1 21 B X41300 y4i?oo 2 21 T X01 yoi 2 21 T X y 2 21 B X y 1 21 B X02 yo2 2 21 T X03 yo3 2 21 T X V 2 21 B Fig. 9. Voorbeeld opbouw projectbestand lijnstrings. punten zijn van meetvolgorde in numerieke volgorde tekenvolgorde) gesorteerd. Na berekening van de coördinaten van de topografische en eventueel de kadastrale detailpunten wordt een pro jectbestand gevormd, waarin de topografische objecten als lijnstring zijn opgeslagen. Een lijnstring bestaat uit een keten in tekenvolgorde van coördinaten van de knik- punten van een object, met voor ieder punt een lijncode, een classificatiecode en een ontstaanscode (zie fig. 9). De lijn- en volgnummers van de knikpunten worden niet opgenomen; de coördinaten nemen de rol van punt- nummer over. Behalve de coördinaten van de terres trisch ingemeten punten bevatten de lijnstrings ook de coördinaten van de extra punten, die zijn berekend voor het vloeiend in elkaar overlopen van cirkelbogen en rech ten [3] en voor de aanzetten van zijgevels. Als lijncode kunnen voorkomen de codes 12, 3, 4 en 7 en als classi ficatiecode de codes, zoals die in de derde kolom van fig. 5 zijn vermeld. Als ontstaanscode van een punt kun nen voorkomen een T voor een terrestrisch bepaald punt en een B voor een berekend punt. Verder is denkbaar een F voor een fotogrammetrisch punt en een D voor een gedigitaliseerd punt. In het in fig. 9 gegeven voorbeeld zijn van de boog tus sen de punten 41201 en 41203 twee raakpunten en één tussenpunt gemeten. Deze boog wordt benaderd door vier cirkelbogen, die vloeiend in elkaar overgaan. Raak punten van deze bogen zijn het gemeten tussenpunt 41202 en twee berekende punten S. Deze punten zijn zo danig berekend, dat het krommingsverschil van de cirkelbogen links en rechts minimaal is. Zie voor de ge volgde methode van raaklijnberekening en berekening van de raakpunten hoofdstuk 3 en 4 van [3]. In het lijnstringbestand is de lijncode van het gemeten punt 41202 gewijzigd van 4 in 3. Ook de berekende pun- 205

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1984 | | pagina 11