De houtsculpturen aan de
Delftse ITC-gebouw
gevels van het
sten, die gebruik maken van de kadastrale documentatie
(Nationale Landmaatschappij, Nationaal Instituut voor
de Statistiek, enz.) en met de diensten die belangstellen
in de toepassingen, die thans worden bestudeerd (Natio
naal Instituut voor de Huisvesting, Nationaal Instituut
voor de Statistiek, Nationaal Geografisch Instituut).
Op dezelfde wijze wordt met de openbare instellingen,
die de automatisering als opdracht hebben, contact ge
houden; ofwel rechtstreeks, ofwel meestal in de schoot
van commissies, die werden opgericht met het oog op
de integratie in een algemeen automatiseringsproces
van alle gerealiseerde of nog te realiseren administra
tieve verrichtingen. Het Kadaster is dan ook vertegen
woordigd in de commissie, die bij de diensten van het
Algemeen Bestuur van het Openbaar Ambt fungeert en
die in het bijzonder de onderscheiden aspecten van de
gegevensbank „bodem" onderzoekt. Het Kadaster is
eveneens vertegenwoordigd in het comité voor coördi
natie van het informatieprogramma van de interministe
riële Commissie voor het Wetenschapsbeleid, en in de
gespecialiseerde subcommissie „bodem" van dezelfde
instelling, die alle problemen bestudeert in verband met
de kartografie en de bestanddelen daarvan.
Bovendien blijft het Kadaster met aandacht de buiten
landse verwezenlijkingen inzake automatisering van de
kadastrale gegevens volgen (Zweden, Hessen, Saar
land, Nederland, Frankrijk, enz.) door documentatie te
verzamelen, contacten te leggen en deel te nemen aan
congressen (Wiesbaden, Ottawa, Helsinki, Stockholm)
ten einde voordeel te halen uit de experimenten die aan
de gang zijn, en uit de daarbij opgedane ervaringen.
19. Besluit
De informatiebank inzake onroerende goederen, die
reeds in het bezit was van het Kadaster en die verder
werd uitgebouwd door de mogelijkheden van de auto
matisering, vormt door de permanente bijwerking een
belangrijke nationale bron van gegevens; weinig landen
kunnen zich beroemen op een dergelijk systeem.
België, dat zeer versnipperd is inzake eigendom, en waar
deze eigendom een uiterst belangrijk patrimonium verte
genwoordigt, moet aan de spits staan van de vooruit
gang inzake de bijhouding van een geautomatiseerde in
ventaris van de onroerende goederen, van hun omvang
en van hun eigenaars.
De administratie van het Kadaster zal alles in het werk
stellen om haar geautomatiseerde documentatie steeds
te laten beantwoorden aan deze dwingende noodzaak.
door ir. H. L. Rogge, oud-medewerker aan het ITC te
Collega's die bij de Meetkundige Dienst van de Rijks
waterstaat aan de Delftse Kanaalweg werken, kunnen ze
dagelijks zien. Maar of zij ze ook dagelijks opmerken,
betwijfel ik. Ik doel namelijk op de houten panelen met
voorstellingen (reliëfs), die zich aan de gevels van het
ITC-gebouw te Delft bevinden. Zij bedekken daar de
muren tussen de ramen van de eerste en die van de
tweede verdieping. Ik weet uit ervaring, dat tal van ITC-
ers ze indertijd wel geregeld waarnamen, maar ze zelden
bewust zagen. Toch zijn ze de moeite van het aanschou
wen ten volle waard. Daarom wil ik proberen in het vol
gende er iets van te vertellen.
De panelen danken hun ontstaan aan een denkbeeld van
prof. Schermerhorn. Toen diens schepping, het ITC, zijn
voltooiing naderde, wilde hij de idee die in dat instituut
gestalte had gekregen, ook in enige kunstwerken tot
uiting doen komen. Hij engageerde daarvoor de Nij
meegse kunstenaar (beeldhouwer) Charles Hammes.
Aan hem zette Schermerhorn zijn denkbeelden uiteen.
Het ene resultaat van Schermerhorns overpeinzingen en
Hammes' scheppingskracht was de „Kronkel". Die
stond eerst voor het gebouw te Delft aan de Kanaalweg,
en staat thans voor het ITC-gebouw te Enschede. Zij
beeldt in een brede, doorlopende strip de aarde uit,
waaromheen een figuur, die het midden houdt tussen
een vogel en een vliegtuig, een glijdende baan beschrijft.
Aldus symboliseert dit monument de, de gehele aarde
omspannende, reikwijdte van wetenschap (de vogel) en
fotogrammetrie (het vliegtuig).
Het andere resultaat waren de hierboven bedoelde re
liëfs. Zij zijn gesneden in een warm aandoende, bruin
rode houtsoort, z.g. „Afrikaans teak". Dat is afkomstig
van de „Afzeliaboom". Deze boomsoort hoort thuis in
de Savannen van Centraal-Afrika. Er zijn twintig van die
NGT GEODESIA 84
reliëfs aangebracht. Vier aan de korte Noordwestelijke
gevel van het gebouw, en zestien aan de lange Zuid
westelijke kant. Schermerhorns idee was om in tien
paren van voorstellingen de werking van techniek en
wetenschap tot uiting te brengen. Enerzijds in tegen
stellingen tussen heden en verleden, anderzijds in de
controverse tussen wat wetenschap vermag, en wat de
techniek soms teweegbrengt. Ik laat hierover thans prof.
Schermerhorn zelf aan het woord. Ik heb namelijk in
1975 met hem over deze voorstellingen gecorrespon
deerd. Hij schreef mij toen:
,,De panelen aan de lange ZW-zijde van het ITC-
gebouw stellen paarsgewijs de zegenrijke werking
van techniek en wetenschap voor. Daartoe zijn naast
elkaar een beeld van de primitieve toestand, en van
die van vandaag voorgesteld. Dat deze vooruitgang
ook een duistere zijde heeft, wordt voorgesteld om
de hoek aan de korte NW-gevel, waar in het volgende
paar naast elkaar worden getoond, het profiel van de
Chinese Hemeltempel te Peking, die voor mij het
symbool van wijsheid en schoonheid werd na mijn
bezoek aldaar, naast dat van de atoomwolk, die toont
waartoe techniek en wetenschap de mensheid óók
kunnen leiden. (Zie foto I, red.) Het laatste reliëf laat
daarnaast de hoop van de mensheid zien in de beide
vogels, de uil die de wijsheid symboliseert, en de ade
laar die het gezicht op de aarde van de hoogte uit
215