Een „artistieke staalkaart" uit 1956
Foto 1. Panelen 17 en 18: Duistere zijde van de vooruitgang.
7 en 8. Overbrugging vroeger (primitieve brug van bam
boespijlen in het oerwoud), tegenover overbrugging nu
(een brug van voorgespannen beton).
9 en 10. Wonen vroeger (paalwoningen in een primitief
dorp), tegenover wonen thans (in de hoge flats van een
moderne metropool).
11 en 12. Landverkeer vroeger (personentransport in een
draagstoel), tegenover verkeer van nu (personenvervoer
per auto). (Zie foto 4.)
13 en 14. Zeeverkeer vroeger (varen in een zeiljonk),
tegenover zeeverkeer nu (varen in een oceaanstomer).
15 en 16. Luchtverkeer vroeger (luchtballon), tegenover
luchtverkeer thans (helikopter).
Foto 2. Panelen 1 en 2: Trekkracht.
aanduidt. Misschien was het laatste ook de verbin
ding met de in het gebouw bestudeerde luchtfotogra
fie".
De tegenstellingen tussen „vroeger" en „nu" kregen
gestalte in de andere zestien panelen, die aan de ZW-
kant. Zij vertonen van links naar rechts achtereenvol
gens:
1 en 2. Trekkracht vroeger (zeulende zwoegers iets
voortslepend aan een touw over hun schouder), tegen
over trekkracht thans (een tractor). (Zie foto 2.)
3 en 4. Handwerk vroeger (karnen), tegenover het wer
ken thans (aan de lopende band).
5 en 6. Energie-opwekking vroeger (windmolen), tegen
over energie-winning thans (een elektrische centrale).
(Zie foto 3.)
Foto 3. Panelen 5 en 6: Energie-opwekking.
Foto 4. Panelen 11 en 12: Personenvervoer.
Aansluitend op de bijdrage over de houtsculpturen van
het ITC-gebouw te Delft kan worden gewezen op nog
een kunstwerk in dit gebouwencomplex. Het toen groot
se nieuwbouwplan tegen het geodesiegebouw van de
TH Delft aan nu een tentoonstellingscentrum
kwam in de loop van 1956 gereed. ITC, KLM-Aerocarto
en Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat werden
in het complex gehuisvest. Net voor het 25-jarig bestaan
van die Dienst werd het inwonen beëindigd en was men
voor het eerst in eigen huis. Het personeel schonk de
Dienst een kunstwerk als blijvend aandenken aan die
mijlpaal. Uiteraard bevindt dat werk zich nog steeds in
de hal van het pand Kanaalweg 3b. Een overdruk van het
Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (72e jaar
gang nummer 5) verscheen in 1956 als jubileumboek.
Een los velletje met de uitleg van het cadeau werd inge
voegd:
,,Het geheel waarin de schenkers hun gevoelens ver
tolken, kan men in drie delen beschouwen. Domine
rend is de vaas met bloemen rechts. Bloemen immers
zijn bij uitstek geschikt om gevoelens van vreugde,
218
dankbaarheid en hulde te vertolken. Bovendien moe
ten ze hier gezien worden als een stukje levende na
tuur waarmee zowel de kaartenmaker als de land
meetkundige zich altijd weer heel nauw betrokken
weet. Hier wordt daaraan uitdrukking gegeven door
de kaart, die als het ware gepresenteerd wordt op een
bloemblad. Links daarvan is de donker blauwe schijf,
de aardbol voorstellend, voor de geodeet méér dan
de planeet waarop hij leeft en werkt; immers hij moet
anderen dienen met hanteerbare en getrouwe voor
stellingen daarvan, in aantal, vorm en aard, oneindig
gevarieerd. Een gele driehoek en een zwarte pijl, als
mede een in de ruimte staande metalen boog herin
neren, op artistieke wijze en abstraherend, aan theo
doliet en waterpasinstrument, kompas en kaartnet,
en zo in het algemeen aan het landmeten. Hoog daar
boven een vliegende duif, in verbinding met de aard
bol door een lichtblauwe lichtkegel van uit het oog.
Natuurlijk denken we hierbij aan een poëtische weer
gave van de luchtkaartering, waarbij het zwarte vier
kant met ronde opening halverwege tussen het oog
NGT GEODESIA 84